Yfull Interpretation service

FullGenomes - Comprehensive DNA Sequencing

One of the many good companies

HAPLOGROEPEN
Y en Mt

Nebula Genomics

Whole Genome Sequencing - 100% of DNA

YSEC DNA shop

*

Home Verre Voorouders Genetica

*

De   Engelstalige pagina's  zijn vollediger.

*

Wie besluit zijn afstamming te onderzoeken, ontdekt voorouders uit een smeltkroes van volken. Omdat genealogieën gebaseerd zijn op een familienaam die is geërfd van de vader, richt het onderzoek zich op Y-DNA, het deel van ons DNA dat alleen zonen erven van hun vader.

Velen van ons zullen verwante families vinden binnen de eerste vijfhonderd jaar. Naarmate we verder teruggaan in de tijd, kunnen we familieleden in andere delen van Europa vinden, levend onder andere familienamen. En als we nog verder teruggaan, meer dan tweeduizend jaar, zullen we waarschijnlijk onze wortels waarschijnlijk op andere continenten vinden. Azië? Afrika?

DNA kan veel informatie verschaffen. Van alle beschikbare mogelijkheden gebruiken genealogen in de eerste plaats alleen het Y-DNA, dat deel dat van vader op zoon wordt doorgegeven, op dezelfde wijze als achternamen worden doorgegeven. Antropologen gebruiken ook Y-DNA, maar voor hen is het autosomaal en mitochondriaal DNA, oftewel mt-DNA, minstens net zo belangrijk - dit laatste is het DNA dat door de moeder wordt doorgegeven.

*

Y-DNA haplogroepen

De Y-DNA-code A0000 wordt gegeven aan de Denisovans en A000 aan de Neanderthalers. Van hen zijn er al meer dan 100 SNP's bekend, allemaal beginnend met een A-letter.

Y-tree-ISOGG, Ray Banks

Y-Tree-ISOGG van Ray Banks. (17)

*

schedels noderne mens en Neanderthaler - Acient Origin

Schedel van een moderne mens en van een Neanderthaler, Museum of Natural History in Cleveland. (15)

De mensheid wordt stamt uit de Homo Heidelbergensis, ook bekend als Homo Rhodesiensis, een soort of ondersoort van archaïsche mensen in het geslacht Homo dat in het Midden Pleistocene - circa 700.000 is uitgestorven.

Denisovans en Neanderthalers splitsten zich ongeveer 750.000 jaar geleden van Homo sapiens af en gingen ongeveer 100.000 jaar later uit elkaar.

*

Reconstructie van Homo erectus uit Georgië, foto: George van der Ven

Reconstructie van Homo erectus uit Georgië (16a)

*

Denisovans

A0000 - A8864 → A8983

*

Neanderthalers

A000T
A000
A000a
A000b
A000b1
A00-T

A8835
A10805
A21565
A10801
A10765
PR2921

*

Homo Sapiens Sapiens

De oudste gemeenschappelijke menselijke voorvader is een man aan wie de code A00 is gegeven. Directe afstammelingen van hem leven in Kameroen in Afrika.

Men acht de tijd tot de meest recente gemeenschappelijke voorvader van de gehele mensheid (TMRCA) 250.000 jaar (plus of min 50.000 jaar). (16)

De oudste archaeologisch gevonden menselijke fossielen zijn gevonden in Jebel Irhoud in Marokko. Ze worden 315 ±34 duizend jaar oud gedateerd.

Alle mensen in de wereld stammen af van een vrouw waarvan we denken dat zij rond de 200.000 jaar geleden in Afrika leefde. Dat dit veel jonger is komt doordat de nakomelingen van eerdere vrouwen uitgestorven zijn.

Alle Y-DNA haplogroepen zijn ontsproten uit de gemeenschappelijke stamvader van alle mensen. Hij leefde in Afrika en hij had haplogroep A00-AF4.

*

Y-DNA Haplogroep A00-AF6/L1284.
A00-AF6/L1284* is nog aanwezig bij zes mannen in Kameroen. Men acht de tijd tot hun meest recente gemeenschappelijke voorvader (TMRCA) 250.000 jaar.
A0-CTS2809/L991 splitste zich 140.000 jaar geleden af.
A00a-L1149
A00b-A4987/YP3666
A0-T-L1085
A0-CTS2809/L991 splitste zich 140.000 jaar geleden af.
A0a   L979
A0a1   L1070
A0a2   L981
A0b   L92.2
A1-P305 ontstond ook ongeveer in dezelfde tijd, 140.000 jaar ageleden, het is nu nog in Noord-West Afrika.
A1a-M31
A1b-P108
A1b1-L419/PF712
A1b1a-L602,
A1b1a1-M14, bestaat in de kliktaal sprekende Khoisan-populaties.
A1b1a1a-M6,
A1b1a1a1-P28
A1b1a1a2-L963
A1b1a1a2a-M114,
A1b1a1a2a1~V97
A1b1a1a2a1a-P262
A1b1b-M32 is vooral verspreid onder de Khoisan en in Oost Afrika. Enkele leven nu op het Arabisch schiereiland. Mogelijk zijn zij daar als slaven terechtgekomen.
A1b1b1-M28
A1b1b2-L427
A1b1b2a-M51/Page42
A1b1b2a1-P291
A1b1b2a1a-P102
A1b1b2b-M13/PF1374,
A1b1b2b1-M118
BT-M91

Y-DNA Haplogroup BT-M91, Hieruit komen de Haplogroepen B-M60 en haplogroep CT-CTS2711. Zij zijn de voorouders van alle Euraziatische volkeren. .

Y-DNA Haplogroep B-M60 ontstond in Afrika ongeveer 50.000 jaar geleden. Hij is van onbekende herkomst. Deze man en zijn nakomelingen bleven in Afrika. Deze leven daar nu nog in geringe concentraties verspreid onder de jager-verzamelaars van Ethiopië en Soedan en bij de kliktaal sprekers.
B2a-M150 in Kameroen, Oost Afrika en de Bantoes in Zuid Afrika.
B2a1a-M109 hiertoe behoren ongeveer 2.3% van de Afro-Amerikanen.
B2b-M112 is aanwezig onder Pygmeeën en bij de Koisan in Zuid Afrika.

Y-Y-DNA Haplogroep CT-M168, CTS2711, is afkomstig van BT-M91. CT-M168* is nooit gevonden, maar afstammelingen van Haplogroup CT treffen we aan in verschillende prehistorische menselijke fossielen die op oud DNA onderzocht zijn, inclusief specima die zijn geassocieerd met het Pre-Pottery Neolithic C (1/1; 100%), Neolithisch Ganj Dareh Iran (1/2; 50%), Natufian (2/5; 40%), Pre-Pottery Neolithic B (2/7; ~ 29%), Alföld Linear Pottery (1/1 op twee ALP archeologische vindplaatsen; 100% ), Lineair bandkeramiek culturen (1/2 op Karsdorf LBK archeologische site, 50%) en enkele Upper Paleolithische Europeananen (Cioclovina1, Kostenki12, Vestonice13). Maar of deze, dan wel of ze allemaal behoren tot paragroep CT * of tot zijn subgroepen, is nog niet bepaald.
Uit CT-M168 kwamen CF-P143 en DE-CTS10234. (17a)

Y-DNA Haplogroep CF-P143 is gesproten uit CT-M168, het de broeder-haplogroep van DE-CTS10234. Uit CF komen de haplogroepen C-M130 end F-M89. Het bestaan en de verspreiding van deze clade wordt afgeleid uit het feit dat haplogroepen die afstammen van CF de meeste mannelijke afstammelingslijnen in Eurazië, Oceanië en Noord- en Zuid-Amerika omvatten.

Y-DNA Haplogroep C-M130 komt voort uit CF-P143, that stamt van CT-CTS2711, en is kort nadat de moderne mens in Azië aangekomen was ontstaan, ongeveer 90.000 jaar geleden. Nakomelingen volgden een route over het Zuid-Arabische schiereiland, door Pakistan en India tot Sri Lanka, naar Zuidoost Azië en Japan, naar Polynesië en Australië.
C-M130* is gevonden in een 37.000 jaar oud skelet in Kostenki in Rusland, tegenwoordig is het nog aanwezig in India, Sri Lanka en Zuidoost Azië.
C1a1-M8, Japans.
C1a1a , P121.
C1a1a1-CTS6678 or CTS11058 Japans.
C1a1a1a-CTS490.
C1a1a2-Z1356, Japans.
C1a2-V20, in een Noordwest Afrikaan en sporadisch in Zuid-Europa, Nepal en Japan. Het is ook aangetroffen in een jager-verzamelaar die 7000 jaar geleden in La Braña, Spain, stierf. Deze had een donkere huidskleur en blauwe ogen.
C1a2a-V222
C1a2a1-Z28010, Brits.
C1a2b-Z29329, Spaans, Pools.
C1a2c-L38886, North Africa.
C1b-F1370.
C1b1-M356 Saoedi Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, plaatselijk in India, vooral in Gujarat 9%, en in de Brahui van Pakistan.
C1b2-Z5900.
C1c-M38, ontstaan 41600 jaar geleden, TMRCA 9700 jaar geleden, Oost Indonesië, vooral Papoea-Nieuw Guinea, op Soemba en op de Noordelijke eilanden.
C1c2-M208 Melanesië, Vanuatu, Samoa en Papoea Nieuw Guinea.
C1c1a-P33 in Rapa Nui (Easter Island), 90% in Samoa en Tahiti 2/3 en op Tonga 1/3 van de mannelijke bevolking.
C1d-M347 wordt exclusief en dominant onder de autochtone bevolking van Australië.

C2-M217/P44/Z1453 ontstond 6.000 jaar geleden waarschijnlijk in Zuidoost of Centraal Azië; het is in 27% van de Chinese Han populatie en in Korea. Ook in kleine percentages bij Tibetanen. Het verspreidde zich naar Noord-Siberië en verder via de Beringstraat naar Amerika waar het nu wordt gevonden bij Amerikaanse indianenstammen langs de Venezuelaans-Colombiaanse grens en in de regenwouden van Ecuador. In Europa komt het incidenteel voor, het is hier waarschijnlijk met de Hunnen gekomen aan het einde van het Romeinse Rijk.
C2a-M93 een private SNP van een Japanner.
C2b-F1396/L1373 bij een Japanner.
C2b1-F1699.
C2b1a-F3918 een Amerikaanse indiaan.
C2b1a1a-P39 Noord-Amerikaanse Indianen.
C2b1a1b-F1756 or F3985, DYS448=0 in Centraal Azië.
C2b1b-M48 Cerntraal Aziaten sommigen met dubbele DYS19.
C2b1c-F4002 or M504 meestal DYS388=14, Mongolen "Genghis Khan" groep.
C2b1d-Z22424 Europeanen.
C2b2-P48 in kleine aantallen bij Yakut-sprekende Evenken en Yukaghiren in Siberië.
C2b2a-M86/M77 in 70% van de westelijke Evenken, 15% van de Yukaghers, 12% van de Yakut-sprekende Evenken, 9% van de Tuvans en enkele Yakuten. Is er ook bij in Altaische Kazakken, Todjinen, Tuvinians, Yakuten, Buryaten, Kalmukken en Evenkens.
C2b2a1 heeft een aantal mannen met een dubbele DYS19 waarde en wordt gevonden bij Altaische Kazakken, Kalmukken, Altaiers, Tuviniers, Mongolen en Todjinen.
C2b2a1/DYS448=0 in Kazachstan.
C2c-P53.1
C2d-P62.
C2e-M546/Z1338 in Centraal en Oost Azië.
C2f-IMS-JST002613-27.
C3.
C3b2b1*-M401, Het Huis van Aisin Gioro is de keizerlijke familie van de laatste dynastie in de Chinese geschiedenis, de Qing-dynastie (1644-1911). Zij stammen uit de Jurchen volkeren in Noord-oost China waar ook de Jin dynasty (1115 -1234) uit stamt.

Y-DNA Haplogroep DE-CTS10234, stamt tezamen met zijn broedergroep CF-P143 uit CT-CTS2711, de leeftijd van haplogroep DE wordt over het algemeen geschat tussen 65.000 en 71.000 jaar. DE is nu in verschillende clusters over Eurazië verspreid. Van DE komen de haplogroepen D-M174 en E-M96.

Y-DNA Haplogroep D-M174 ontstond omstreeks 50.000 jaar geleden en komt hoofdzakelijk voor in Centraal en Zuidoost Azië en op Japan.
D1-CTS11577 is in Mongolië en Tibet bij de helft van de bevolking aanwezig, en in mindere mate ook in Centraal en Zuidoost Azië, als ook in 10 % van de Amerikanen.
D1a-M15 is in Tibet, Mongolië, Centraal en Zuidoost Azië.
D1b-M55 wordt bijna alleen in Japan gezien en is gezien zijn diversiteit tussen de 12.000 en 20.000 jaar oud, het haalt hier 35%.
D1C1-P47 in Centraal Azië.
D2-L1366 is alleen op de Philippijnen.

Y-DNA Haplogroep E-M96 komt voort uit haplogroep B. Ontstond in Noordoost Afrika ongeveer 40,000 jaar geleden, en verspreidde zich over dit hele continent met de Bantoe landbouwcultuur. E is ook de meest voorkomende afstamming onder Afro-Amerikanen. Het is een oude, diverse haplogroep met vele takken en is nu over geheel Afrika verspreid. Het is in kleine aantallen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten Het behoorde bij de eerste emigraties van moderne mensen naar buiten Afrika. Zijn subgroep E1b1 heeft later in Afrika, maar ook daarbuiten de verste vertakkingen en de grootste verspreiding gekregen.

Verspreiding haplogroep E

E1a1-M44, is in meer dan de helft van de Fulbe bevolking in Kameroen, maar slechts in 2-5% in Mali en Soedan, ontstond 19.000 jaar geleden. In Elzas-Lotharingen.
E1a1a-Z17699, Ashkenazim van Noord-Oost Europa.
E1a1a1- Z17697, TMRCA 3,000 jaar geleden
E1a1a1a1-Z17696, Ashkenazim van Noord-Oost Europa
E1a1a2-Z36092, Lebanese Druzen TMRCA 3,000 jaar geleden
E1a1b-Z17467, heeft later in Afrika, maar ook daarbuiten de verste vertakkingen en de grootste verspreiding gekregen, in England, 5,000 jaar geleden
E1a1b1-Z20650, in Engeland with TMRCA 550 jaar. ontstond 3100 jaar geleden
E1a1b2-M4507, Engelsen.
E1a1b3-Z31503, Engelsen , TMRCA 550 jaar geleden
E1a1c-Z31497, Duitsers TMRCA 5.000 jaar
E1b1-P2 heeft later in Afrika, maar ook daarbuiten de verste vertakkingen en de grootste verspreiding gekregen maar is ook nog grotendeels verspreid door geheel Afrika.
E1b1a-L222 is eveneens nog wijd verspreid over Afrika.
E1b1a2-M329 is acheologisch DNA uit de hoogebergten van Ethiopië 4524-4418 vc.
E1b1b-M212 ontwikkelde zich in Noordoost Afrika en verspreidde zich via Voor-Azië langs de Middellandse Zee over Zuid-Europa.
E1b1b1-M35.1 clusters zijn tegenwoordig verspreid in West en Zuidoost Europa, in Voorazië, Noordoost en Noordwest Afrika.
E1b1b1a1-M78, ging van Noordwest-Afrika naar de Nijlvallei en de Hoorn van Afrika aan het einde van de IJstijd rond 14.700 jaar geleden, nu Afrikaans, Europees en Midden-Oosters.
E1b1b1a1a1-V12, TMRCA 10,000 jaar geleden
E1b1b1a1a1b-V32, in Hoorn van Afrika en tussen Cushitisch sprekende herders verder zuid, Opper Egypte en Oost Afrika , heeft een belangrijk deel dat zich terugtrok uit de Sahara naar Noord-West en West-Afrika, en misschien zelfs Zuid-Europa in de vroege bronstijd bereikte.
E1b1b1a1a1b1-CTS3282, FGC14377, in de bovenste Nijl vallei in Egypte en in Oost-Afrika. Dit is het deel van E-V12 dat de snel uitbreidende Sahara-woestijn ontvluchtte voor de Nijlvallei, en het zijn deze mensen die de Opper Egyptische Naqada-cultuur creëerden die het begin was van de Egyptische beschaving.
E1b1b1a1b1-L618, in de Neolithische Balkans.
E1b1b1a1b1a-V13, in de Neolithische Balkans.
E1b1b1a1a1c-CTS693, TMRCA 8900 jaar geleden, in West African beneden de Sahara.
E1b1b1a1a1c1a-CTS1239, Y2877, TMRCA 6100 jaar geleden, het wordt Europees, ook Joods zowel Ashkenazim en Sefardim, Sardiniërs en andere Europeanen als Iers, waarschijnlijk afstammelingen van legionnairs en kolonisten uit Iberië en Italië.
E1b1b1a1a2-PF2272/V65, historische Berbers. is oud genoeg om de Proto-Berbers (Meshwesh) van de Egyptische Derde Tussenperiode te zijn die rond 1070vC begint.
E1b1b1a1b2-V22 lijkt te zijn verhuisd naar de Nijlvallei en Delta na het uitdrogen van de Sahara vanaf ongeveer 3000 jaar v.C. Ze werden naar de randen van de Sahara verdreven naar Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika waar het nog steeds regende. Deze nieuwe hoge concentratie van mensen produceerde een van 's werelds grootste beschavingen. Het is geconcentreerd in Neder-Egypte en ook onder Arabisch sprekende Soedanezen en Nubiërs. Het lijkt erop dat E-V22 voor het eerst verbreidde in Egypte, en zich vervolgens later naar Soedan verspreidde, misschien met de Egyptenaren; is ook te vinden onder Tsjadische sprekers en de Fulani, nomadische veehouders die overal in de Sahel migreren, van Senegal tot Soedan. Is ook te vinden in het Nabije Oosten, en is waarschijnlijk in de Brostijd vanuit de Nijlvallei naar de Levant gemigreerd.
E1b1b1b2-PF1961, een archeologische vondst uit Peqi'in grot in Israel, ongeveer 6,600 jaar geleden.

Y-DNA Haplogroep F-M89 stamt stems from CF-P143 en is de stamvader van alle Y-DNA haplogroepen van G tot T. Zijn nakomelingen omvatten nu 90% van de wereldbevolking. Hij kan 60.000 tot 80.000 jaar geleden geleefd hebben.
F-M89* bij enkele Iraniërs. In 1/3 van de archeologische vondsten circa 8000 jaar oud in de de Hongaarse laagvlakte (1/3 was G2a2b en 10% G2a), en in 7,000 jaar oud archeologisch DNA in Derenburg, Duitsland.
F1-P91, F2-M427 en F3-M481 komen incidenteel in India voor.
F2-Y27277, Vietnam.
F2a-M427 incidenteel in India
F3-M481 incidenteel in India
F4-Z40733.

Y-DNA Haplogroup GHIJK-F1329, stems from F-M89, zijn subgroepen omvatten de overgrote meerderheid van de mannelijke bevolking van de wereld met de haplogroepen G, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S and T.

Y-DNA Haplogroep G-M201 stamt via F2-M427 en F1329 uit F-M89, en is omstreeks 45.000 jaar geleden ontstaan in het Midden-Oosten. Haplogroep G komt in Europa bij 3 tot 7% van de mannen voor. Komt wat meer voor in de Alpen, en oplopend tot 10% op de eilanden Sardinië en Corsica. Deze haplogroep is in het begin van het Neolithicum Europa binnengekomen. Sommige subgroepen kwamen mogelijk later en tezamen met J1 en/of J2. G wordt relatief vaak gevonden in archeologisch DNA, daarna veel minder.
G1-L833/M285. Dit is de oudste tak. Hij komt bijna alleen voor in Iran en daar bij 5% van de bevolking en dat is bij de helft van hun G. Is elders zeer zeldzaam. Er zijn wel twee kleine Ashkenasisch groepen.
G1a-P20. Een kleine groep in Kazachstan. Bijna allen bevinden zich in subgroepen.
G2a1a-L293 en zijn subgroepen zien we bij 50 tot 70% van de mannen in de Midden-Kaukasus, bij Oost-Europeanen vooral Askhenasim en bij Libanese Maronitische Christenen.
G2a2-L1259-CTS4367 is de voorloper van 90% van het Europese G. Deze groep splitst zich in tweeën A. G2a2a en B. G2a2b, goed voor 90% van het Europese G.
G2a2a-PF3147+ is goed voor 5% van het Europese G en komt voor langs Donau, Rijn, Maas en Thames, in Griekenland en op Corsica en Sardinië. Verder in Zuid- en Zuidwest Azië in Turkije bij Koerden en Armeniërs, in Iran bij Armeniërs en in India.
G2a2a1-PF3177+ is de vadergroep van G2a2a1b1-L166/L167, het wordt gevonden op Corsica en Sardinië, in de Alpen waaronder 5000 jaar oude ijsmummie Ötzi, en ook rond de Noordzee. Wordt ook gevonden in Zuid en Zuidwest Azië.
G2a2b-L30/U8/S126 de hoofdstam voor 80% van het Europese G.
G2a2b1-M406/PF3285. ontstond in Turkije en kwam ongeveer 8000 jaar geleden Italië binnen. Dit is de overheersende G clade van Zuid-Europa. Het komt ook voor bij in 50% van het G van Irakese en Turkse mannen.
G2a2b2-L141 is mogelijk in de Kaukasus of in Iran ontstaan. De meeste Noord Europese G mannen zijn van deze clade. In Zuid Europa zien we een klein aantal in Spanje en op de Balearen, verder is het in Noord Afrika, en bij de Indische Brahmanen .
G2a2b2a-P303/S135. is in hoge aantallen in de Kaukasus bij Karbadiniers, Adyghiers, Avaren en Ingusheten, en in the meeste G mannen van Rusland en Europa en op de westelijke Middellandse zee eilanden. Het wordt in kleinere hoeveelheden gevonden ten zuiden van de kaukasus, in Iran en het Midden Oosten en ook bij Brahmanen in India en in enkele Asjkenazische Joden.
G2a2b2a1-L140/S316 is de belangrijkste subgroep in Noord en Centraal Europa, hij telt bijna 80% van het Europese G.
G2b-M377. wordt in Afganistan gevonden. Is er ook bij Maronieten en in Turkije, incidenteel in Iran, en onder Asjkenazische Joden.

*

De eerste Europese landbouwers hadden G2a

De mannen van de eerste menselijke nederzettingen in Europa hadden G2a-P15 en G2a2b-L30. Het is gevonden in een neolithische begraafplaats bij Derenburg in Saxen-Anhalt (Duitsland). Het wordt gedateerd tussen 7.000 en 7.500 jaar geleden.
Van drie mannen konden Y-DNA SNP's worden bepaald en de haplogroep vastgesteld: twee hadden Haplogroep F en één G2a2b2. Uit dezelfde periode zijn de archeologische vondsten in Starvečo in Noord-West Hongarije en die van de Bandkeramiekers (LBK) in de Hongaarse laagvlakte.
Dit zijn de eerste nederzettingen van de neolithische cultuur in Europa. Van negen mannen in Starvečo kon de haplogroep ook worden bepaald. Haplogroep F is aanwezig bij 23,5%, G2a bij 8% waaronder bijna zeker G2a2a-PF3147, inclusief G-L91 gezien hun haplotypen, en G2a2b-S126 bij 41%. De meerderheid, bijna 60% had G. De anderen hadden I1a1-P37,2, dat waren autochtone jager-verzamelaars. (18)

Rond 7000 jaar geleden arriveren deze eersten in onze contreien. Ze vestigden zich op de berghellingen van het Zuid-Limburgse Maasdal, zoals op Caberg een wijk aan de rand van het plateau ten westen van Maastricht. Hier bevindt zich de vruchtbare lössgrond. Bouwstenen vinden ze in de ondergrondse mergel met vuursteen voor de fabrikage van werktuigen. Hun aardewerkpotten hebben de Bandkeramische stijl. De cultuur bloeit gedurende 500 jaar om dan spoorloos te verdwijnen. In hoeverre met deze cultuur de residente bevolking verdween dan wel bij de nieuwkomers is opgenomen verschillen de opvattingen.

LBKdorp

Impressie van een Bandkeramisch dorp te Caberg bij Maastricht. (19)

*

Y-DNA Haplogroep HIJK-F929, hieruit komen de haplogroepen H-M69, IJ-FGC1665 and K-M9.

Y-DNA Haplogroep H-M69 Ontstond bij een F-man zeer waarschijnlijk in India 30.000 tot 40.000 jaar geleden. Bijna alle dragers leven in India. In Europa komt het voor bij Zigeuners, ook wel Roma of Sinti genoemd, die naar aangenomen wordt uit India komen.
H-M69, Saoedi-Arabië, Pakistan, India.
h2-M52, Kerala, India
h2a-M82, Romani, Sinti in Europe from India.
h2a1-M197 Iraq.
h2a1a2-L683, Kashmir
H2-P96 Afganistan, all have DYS393=14.

Y-DNA Haplogroep IJK-L15 ontstond uit HIJK - F929/M578, hieruit stammen IJ-FGC1665 en K-M9.

Y-DNA Haplogroup IJ-FGC1665 , hieuit ontstonden de oudste volkeren van Europa (vooral in Scandinavië en de Balkan), Anatolië, het Midden Oosten (met name Arabië, de Kaukasus, Levant en Mesopotamië) en de kusten van Noord-Afrika. Als gevolg van de massale migraties in latere tijden zijn ze nu ook te vinden in Noord- en Zuid-Amerika en Australë.

Y-DNA Haplogroep I-M170 ontstaan 43.000 jaar geleden is een Europese groep. Hij wordt daar gevonden in archeologischeresten. I* is gevonden in skeletten uit het Gravettien uit Krems-Wachberg, Oostenrijk, gedateerd op 31.000 cal BP.. In een recente studie werd van 5 mannen het Y-DNA bepaald uit het mesolyticum allen hadden I, I-P38+ (2x),en I2a1b-CTS176 (3x). Dit suggereert een ontstaan in Europa waar hij waarschijnlijk voor het laatste glaciale maximum is ontstaan. Hij komt hier bij ongeveer een vijfde deel van de bevolking voor. Buiten Europa nauwelijks.
Ongeveer 28,000 jaar geleden ontstonden de twee subgroepen I1 en I2.
I1-M253 heeft zijn hoogste frequenties in Scandinavië en IJsland en ook in Groot Brittannië waar het gezien wordt als Viking-DNA.
I1a-DF29/S438.
I1a1-M227 is geconcentreerd in Oost Europa en de Balkan en is drie tot vijf duizend jaar oud. Het wordt ook gezien in Duitsland, Tsjechië, Polen, Estland, Oekraïne, Zwitserland, Slovenië, Bosnië, Macedonië, Kroatië, en de Libanon.

I2-M438 zien we in Armenië, Georgië en Turkije.
I2a-L460 ontstond waarschijnlijk gedurende de ijstijd in Zuid Europa.
I2a1-P37,2 In Europese Jager-verzamelaars en ook nu nog de meest voorkomende clade op de Balkan en Sardinië.
I2a1a-M26 komt veel voor op Sardinië.
I2a1b-L178/CYS176 is gevonden is mesolytisch Zweden.
I2a1b1a2b1 L801, archeologische vondsten in Polen, circa 5000 oud, geassocieerd met de Globular Amphora-cultuur, er is niet getest op subgroepen maar deze worden wel verondersteld.
I2a2-M436 is er veel aan de kusten van Noordwest Europa.
I2a2a-M223 is er in Groot Brittannië en Noordwest Europa.
I2a2a1-M284 bijna alleen in Groot Brittannië, waar het waarschijnlijk duizend jaar geleden ontstond.

Y-DNA Haplogroep I11

Y-DNA Haplogroep I1a

Y-DNA Haplogroep Ib1

Y-DNA Haplogroep I1b

Y-DNA Haplogroep I1c

Y-DNA Haplogroep I1c

Haplogroep J-P209 ontstond in Voor-Azië en ging vandaar naar Noord Afrika Europa, Centraal Azië, Pakistan en India. Het meeste komt J voor in het Midden-Oosten. De aanwezigheid daalt geleidelijk in de richting naar Noordwest Europa, waar de kustbewoners 3% hebben. De verspreiding vond zowel in het Neolithicum plaats als ook door periodieke latere immigratiegolven.

J1-L255/M267/PF4646 subgroepen kunnen een meer zuidelijke oorsprong hebben omdat zij vaker in de Levant en andere delen van klein Azië en Noord Afrika gezien worden. Er is een geringe verspreiding in de zuidelijke Méditerranée en in Ethiopië.

J2-L228/M172/S321 lijnen ontsprongen in de regio van de Vruchtbare Halve Maan. De belangrijkste verspreiding vond plaats naar de Mediterrane regio, waarschijnlijk in het Neolithicum. Het is onbekend wanneer J2 Centraal Azië, Pakistan en India bereikte.
Een significant deel van de Joden behoort tot J, maar Joden maken in Europa maar een klein deel van het J uit. Het Cohen Modale Haplotype bestaat uit een specifieke set van zes markerwaarden, die zowel in J1 als in J2 voorkomen, maar vooral in J1.
J2a1 is aangetroffen in een archeologische rest in Hongarije uit de Bronstijd.

Y-DNA Haplogroep J1

Y-DNA Haplogroep J1

Y-DNA Haplogroep J2

Y-DNA Haplogroep J2

<

Y-DNA Haplogroup K-M9 is een oude lijn die ongeveer 50.000 jaar geleden ontstond, waarschijnlijk in Zuid of West-Azië. Er zijn twee takken: de eerste tak is opgesplitst in K1 tot en met K4, die in lage frequenties worden gevonden in Afrika, Eurazië, Australië en de eilanden van de Stille Oceaan. Uit de tweede tak ontsproten de haplogroepen L tot T.
K1-M9* komt voor onder sommige volkeren van de eilanden van Zuidoost-Azië en Melanesië.
K1 or LT-L298/P326.
K2-M526 in Australië.
K2a-M2308, in een archeologische vondst, die gedateerd wordt op 45,000 jaar oud van en moderne mens, in Ust'Ishim in West Siberië.
K2a1-M2313 hierin de meerderheid van de bevoking van Oost, Noord en Oost Azië.
K2a1-M2313* bij twee levende individuen, die etnische banden hebben met respectievelijk Zuid-Azië en Zuidoost-Azië: een Telugu uit India en een etnisch Maleis uit Singapore.
K2a1a-Y28299, is bij drie mannen in India aangetroffen.
K2b-M1221/P331/PF5911, vermoedelijk minder dan 3.000 jaar jonger dan K, en minder dan 10.000 jaar jonger dan F, wat betekent dat het waarschijnlijk ongeveer 50.000 jaar oud is.
k2b1-P397,
K2b2-P295 wordt P1 genoemd had een relatief snelle westwaartse expansie en is de directe voorloper van zowel Haplogroups Q als R.
K2c-P261.
K2d-P402.
K2e-M1221/P331/PF5911.

Y-DNA Haplogroup LT-L298/P326, PF5535 (former K1) splitst zich in: L-M20 en T-M184.

Y-DNA Haplogroep L-M20 verdeelt zich in:
L1a in India, Zuid-Pakistan en Sri Lanka.
L1b L1b1 en L1b1a in lage frequenties in Het Midden Oosten en Europa.
L1c in Noord Pakistan, Noord India en West-Centraal Azië.

Y-DNA Haplogroep M-P256 komt alleen in Papoea Nieuw Guinea voor en daar bij twee derde van de bevolking.

Y-DNA Haplogroup N-M231 komt verspreid voor van Zuidoost-Azië tot Oost-Europa. De vroegste vondst in Europa is uit de IJzertijd in Hongarije, maar is hij wordt hier nu niet meer aangetroffen.
De zuidelijker verspreidde sub-clade N4 ontstond vóór N2a1 en N3, en is voornamelijk in het noorden te vinden; deze twee vertonen vertakkingspatronen die passen bij recente uitbreidingen.
Een aantal clades met gemeenschappelijke N3a3-voorouders zijn er enkele Noord-Euraziatische bevolkingsgroepen, dit wijst op ongeveer gelijktijdige regionale diversificatie en expansie in de afgelopen 5000 jaar. Deze patrilineaire genetische affiniteit is ontkoppeld van de geassocieerde hogere mate van taaldiversiteit. (20)
N1-M128.
N1c1-L150, L1025, M2783, de Rurik dynasty met DYS390=23, Vikingen en grondvesters van het Russische rijk, en zes Pools-Litouwse adellijke families (waaronder een prinselijke) ieder in een eigen clade clade met 3 tot 4 private SNP's. (20a)
N2a-P43 onstond 18.000 jaar geleden, TMRCA 9.000 jaar.
N2a1-B525 Arabieren, Turken, Afghanen;
N2a1-B478 Mongoliers, Yakuten;
N2a1-L1419. Mari, Khant.
N2a2-B520 Han, Vietnamese, Japanese.
N3-M46 old around 18.0 kya.
N3a-L708, ontstond 13.000 jaar geleden. TMRCA 7.000 jaar terug.
N3a1-B211, Udmurts.
N3a2-M2118, ontstond 5.000 jaar geleden, Han chinezen en in Libanon.
N3a3-VL29, Esten, Lithauwers, Russen, Saamis.
N3a4-Z1936, Bashkirs, Tafars, Kareliers, Vepsa, Kuban Kazacken, Esten.
N3a5-F4205, Turken, Kazakhen, Buryats, Mongoliers, Koryaks, Chukchis, Inuit.
N3a6-B479, Nanais
N3b-B187, Tuviniers, Altaian, Shors, Khakasses.
N3c-B496, Japanese, ontstond 13.000 jaar geleden.
N4-F2930, Han, Japanese.
N5-B482, verspreid.

Y-DNA Haplogroep O-M175 is waarschijnlijk in Zuid-China ontstaan en verspreidde zich van daar over China, Taiwan, Indonesië en de eilanden van de Stille Oceaan.
O* is aangetroffen in een 3000 jaar oude archeologische rest van een Han Chinees.
O1 komt vooral voor in Maleisië, Vietnam, Indonesië en Zuid China.
O2a komt in dezelfde gebieden voor. en is ook aangetroffen in een 3000 jaar oude archeologische rest van een Han Chinees.
O2b is er in hoge frequenties in de bevolking van Japan en Korea.
O3 is de dominante clade in China.
O3a is aangetroffen in een 3000 jaar oude archeologische rest van een Han Chinees.

Y-DNA Haplogroup P-P295, vroegerK2b2, is ongeveer 35.000 jaar geleden ontstaan uit K in Centraal-Azië en is nu te vinden in Oezbekistan, Kazachstan en Zuid-Siberië. Hieruit ontstonden de haplogroepen Q en R, de dominante haplogroepen van Europa en nu ook van Amerika.
P1-M45, PF5962 (voorheen K2b2-P295) had een relatief snelle westwaartse uitbreiding en is de directe voorloper van zowel de Haplogroups Q-M242 en R-M207, waarvan de nakomelingen nu de meest voorkomende haplogroepen vormen in Europa, Noord- en Zuid-Amerika en Centraal-Azië en Zuid-Azië.
P * heeft de hoogste percentages van leden van het Aeta-volk van Luzon op de Filippijnen.
P1-M45, waarschijnlijk afkomstig uit Oost-Azië of Zuidoost-Azië, P1 * in twee individuen in een archeologische site van het Boven-Paleolithicum, gedateerd circa 31.630 jaar geleden , van een Yana-rivier in Sakha, Rusland. Komt nu het meest voor bij individuen in Oost-Siberië en Centraal-Azië.
P-B253, Aeta volk van Luzon in de Filippijnen.
P1-M45, was in Centraal-Azië, hiervan kwamen Q-M242 en R-M207.

Y-DNA Haplogroep Q-M242 ontstond 20.000 jaar geleden in Centraal Azië en verspreidde zich via de Altai/Baikal regio in Noord Eurazië naar China en ging omstreeks 16.000 via de Beringstraat naar Amerika. Het wordt in zijn ontstaansregio nog gevonden en bij enkelen in Europa.
Q1a1-F1096, wordt bijna alleen in Chinese Han populaties gevonden, hoewel in lage frequenties, er is een 3000 jaar oude archeologische vondst in een Han Chinese aangetroffen in Noordwest China.
Q1a1a-M120.
Q1a2-M25 in Turkije.
Q1a2a1a1-L341.2 is gevonden in de Xiongnu, Noord China. In Europa bekend als Hunnen (21). In archeologische vondsten te Hengbey gedateerd op ca. 1000 v.Chr. De helft van de mannen had haplogroep Q, met name de sociale boven- en middenlaag. De overigen waren meebegraven slaven. Die hadden allen haplogroep O2 en O3. (22)
Q1a3a1-M3 is exclusief voor de oude indianen volkeren van Amerika.

Q1b-M346, veel subgroepen in West-Azië, Turkije en Europa.
Q1b1a-L54 ging in recente tijden van de Altai naar Siberië en het Yenisi bassin en verder via de Beringstraat naar Noord-Amerika. Het is daar nu aan beide zijden.
Q1b1a1a-M3 is van een archeologische vondst van de Clovis cultuur It is frequent in the Chukotka Peninsula in Siberia and the Americas.
Q1b1a1b-E324/L804.
Q1b2b-F1161
Q2a1-L214 / M378, in West- en Oost-Azië en ook bij Joden.
Q2a1a-L245, Joods.
Q2a1a2-YP745 in Noord-Afrika, Europa en West-Azië, dateert uit de tweede helft van de 3e millennium BCE en eerder.
Q-Y2200 in Europa en Centraal Asia en breide zich daar 2000 jaar geleden uit. (23)
Q2b-L68 is in Tadjikistan, Afghanistan, Pakistan, and India, ontstond cirva 5000 jaar geleden.

Y-DNA Haplogroep R-M207/Y482 ontstond rond 28.000 jaar geleden in Centraal Azië uit F.
R-M207* is gevonden in Zuid Siberië in botfragmenten van een 4 jarig jongetje in een graf in Mal'ta bij de Angara rivier die uitstroomt in het Baikalmeer, gedateerd op 24.000 jaar en in de resten van een man niet ver daar vandaan in Afontova Gora, die 17.000 jaar oud zijn.
Het splitste zich in R1-M173 en R2-M479.

R1-M173/Y465. deze heeft twee grote subgroepen: R1aL146/M420 en R1b-M343/PF6090.

Y-DNA Haplogroep R1a-L146/CTS2443, ontstaan 22.800 jaar voor heden, TMRCA 18.200 jaar voor heden ook deze tak ontsprong zeer waarschijnlijk op de Eurazische steppe en komt nu het meest voor in Oost-Europa en in West- en Centraal-Azië.
R1a1a1-M417 ontstond in de Euraziatische steppe. Splitsingen vonden ongeveer 5.800 jaar geleden plaats De verspreiding van R1a vond plaats in de brons- en ijzertijd. Door hun werden, zoals RIb dat ook heeft gedaan, andere Y-DNA haplogroepen weggedrukt.
R1a1a1a-Z282 in Noord en West Rusland.
R1a1a1a1-Z284 in Zuid Noorwegen.
R1a1a1b-M458 tot rond de 30% in Oost-Europa.
R1a1a1c-M558 in Rusland.
R1a1a2-Z93 in Oost Kazachstan en West Mongolië. 8% van de R1a-monsters uit Centraal- en Zuid-Azië behoren hiertoe. (23c)
R1a1b2a-Z2125 Oezbekistan.
R1a1b2a2-M780 in Noord India.

R1b-M343/PF6242, ontstaan 22800 jaar voor heden, TMRCA 20400 jaar voor heden. De oudste vormen van R1b worden in zeer lage frequenties van West-Europa tot in India gevonden in een uitgestrekt gebied waar de nomadische R1b-jagers-verzamelaars tijdens de ijstijd rondzwierven. De twee oudste archeologische vindplaatsen die tekenen van vee-domesticatie vertonen zijn de dorpen Çayönü Tepesi in het zuidoosten van Turkije en Dja'de el-Mughara in het noorden van Irak, op 250 km afstand van elkaar. Dit is vermoedelijk het gebied van waaruit zij zich begonnen uit verspreiden en is naar we aannemen het oorspronkelijke thuisland van R1b.
R1b1-L754, ontstaan 20.400 jaar geleden, TMRCA 17.100 jaar geleden, R-L754* is aanwezig in Zuidwest Azië en Africa waar de Chadische talen worden gesproken.
R1b1a-L388, L389, ontstaan 17.100 jaar geleden, TMRCA 15.600 jaar geleden .
R1b1a1-P297, ontstaan 15.600 jaar geleden, TMRCA 13.300 jaar geleden wordt gevonden in geheel Eurazië.
R1b1a1a-M73, ontstaan 13.300 jaar geleden, wordt gevonden in AZië en incidenteel in Europa.
R1b1a1a1-M478,
R1b1a1a1a-L1432,
R1b1a1a1b-Y20750
R1b1a1a1b1-Y22195,
R1b1a1a2-BY15590,
R1b1a1a2-M73,
R1b1a1b-M269, ontstaan 13.300 jaar geleden, TMRCA 6.400 jaar geleden.
R1b1a1b1-L23, ontstaan 6.400 jaar geleden, TMRCA 6.100 jaar geleden, geassocieerd met Yamna-migranten, en dus ook later met de uitbreiding van Oost-Belbekers alsook de Noordwest-Indo-Europees-sprekers in Europa.
R1b1a1b1a-L51, ontstaan 6.100 jaar geleden, TMRCA 5.700 jaar geleden.
R1b1a1b1a1-l52, P310, formed 5700 ybp, TMRCA 5100 ybp, in Frankrijk.
R1b1a1b1a1a-L151, formed 5500 ybp, TMRCA 4800 ybp, Tsjechië.
R1b1a1b1a1a1-M405/U106, ontstaan 4.800 jaar geleden, TMRCA 4.700 jaar geleden, U106* in Poland, Sweden, Spain and Scotland,
R1b1a1b1a1a1c-S263/Z381, ontstaan 4.700 jaar geleden, TMRCA 4.700 jaar geleden, R-Z381* is de clade van de Frankische Robertingen, later Capetingen genoemd en tenslotte Bourbon, het Franse Koningshuis, het is in drie takken gevonden met een TMRCA die diep in de Middeleeuwen ligt en die overeenkomt met de officiële stamlijsten. (23a)
R1b1a1b1a1a1c is in subcladen gevonden bij veel Europese families.
R1b1a1b1a1a1c1-S264, formed 4700 ybp, TMRCA 4200 ybp
R1b1a1b1a1a1c1a-S497, formed 4200 ybp, TMRCA 4200 ybp, Huis Saxen Coburg, Koningen van England, België, Portugal and Bulgarije.
R1b1a1b1a1a2-P312, formed 4800 ybp, TMRCA 4500 ybp, is in heel Europa, in het Baskenland meer dan 80% van de bevolking.
R1b1a1b1a1a2b-PF6570/S28/U152.
R1b1a1b1a1a2b1-L2.
R1b1a1b1a1a2b1d-FGC22501.
R1b1a1b1a1a2b1d1-FGC22538, Graven van Holland en Zeeland (waaronder een koning van het Heilige Roomse Rijk (1248 - 1256), en de graven van Bentheim (23aa)
R1b1a1b1a1a2c-S461, formed 4500 ybp, TMRCA 4500 ybp
R1b1a1b1a1a2c1-L21, formed 4500 ybp, TMRCA 4200 ybp, Huis Stuart, koningen van England. (23b)
R1b1a1b1a1a3-S1194, formed 4800 ybp, TMRCA 4800 ybp.

R1b1a2-M269/S13 bleef aanvankelijk in de Noord-Kaukasus en de Pontische Steppe tussen de Dnjepr en de Wolga; wordt gevonden in Europa, voornamelijk West-Europa, maar ook in Zuidwest-Azië. Deze clade is nauw verbonden met de verspreiding van de Indo-Europese talen, zoals blijkt uit de aanwezigheid in alle delen van de wereld waar in de oudheid Indo-Europese talen werden gesproken; In Nederland heeft meer dan de helft van de bevolking deze subgroep. Hij ontstond 4000 tot 8000 jaar geleden in Zuidwest-Azië en verspreidde zich later naar Europa. De explosieve groei ging van (schijnbaar) nul naar een solide meerderheid in een groot deel van West-Europa gedurende de laatste paar duizend jaar; dit is waarschijnlijk een van de meest interessante gebeurtenissen in de recente Europese geschiedenis.
R1b1a2a1a-L151/PF6542, is de oorsprong van veel Europees R.
R1b1a2a1a1-L151/PF6552 en subcladen zijn West-Europees.
R1b1a2a1a1-M405/S21/U106 hierin de meeste Europeanen.
R1b1a2a1a2-P312/PF6547/S116 veel Europeamen.
R1b1c-V88 In het Midden-Oosten en Afrika bij sprekers van Chadische talen.

R2-M497/Y3316, ontstond 28.200 jaar geleden, TMRCA 16.300 jaar geleden, is in Centraal Azië en India.

Y-DNA Haplogroep R1a

Y-DNA Haplogroep R1a

Y-DNA Haplogroep R1b

Y-DNA Haplogroep R1b

Y-DNA Haplogroep S is de haplogroep van de hooglanden van Papoea Nieuw Guinea. Het komt daar bij de helft van de bevolking voor. In lage aantallen ook op naburige eilanden.

Y-DNA haplogroep T-M184 Is een onmiddellijke afstammeling van de haplogroup LT, wiens ouderlijke clade haplogroup K is. De clade is 40.000 oud. Hij wordt gevonden in zijn hoogste frequenties bij sommige bevolkingen in Oost-Afrika en Oost-India, naar verwachting te wijten aan relatief recente migraties. Bij frequenties van meer dan 30% zien we hem bij Somaliërs van Djibouti, in Madagascar, Bauri en Yerukula van Oost-India, Argyns uit Kazachstan en in Sicilië.
T-M184*, in Armenië en Noordwest-Europa.
T1-M193, in Syrië, Macedonië en bij de Berbers in Marokko..
T1a-M70, in Iran, en in een vroeg neolithische skelet gevonden in Karsdorf, Duitsland, 7,200-7,000 jaar oud .
T1a1-L162, in Noord-Anatolië en Duitsland.
T1a1a-L208, 6 personen uit de Peqi'in grot in Israel, circa 6,200 jaar oud, nu in West-Europa, Oost-Anatolië, Iran, het Arabische schiereiland, Opper-Egypte en de Hoorn van Afrika. Sommige plaatsen in het westen van Marokko, Sahrawi en de Canarische eilanden.
T1a1a1-P77, in het Midden-Oosten, West-Europa en bij Asjkenazische Joden.
T1a1a2-P321, in Syrië en Asjkenazische Joden.
T1a1a2a-P317, in Syrië en Italiaanse Joden.
T1a2-L131, in Noord-Europa, Oost-Europa, Zuidoost-Europa en Anatolië. Ook gevonden in Xinjiang, Lemba, Tunesië, zuiden en oosten Iberisch schiereiland.
T1a2a-P322 in Scandinavië, Denemarken, Duitsland en Nederland. Sommige plekken in de Jemenitische joden en Palestina (P327).
T1a2b-L446, in Noordwest-Europa en Oost-Alpen.
T1a3-L1255, in Koeweit and Pakistan.
T1a3a1a-FGC30962/Y12841, Kuwait
T1a3b-FGC1340/Y8614,
T1a3b1-L1255,
T1a3b1-Y13279, Iraqis.
 

Y-DNA Map Haplogroup T

Y-DNA Haplogroep T

*

Twee stambomen van de mensheid

Homines-tree

Homines boom (24)

Mayukh Mondal, HumanTree

Stamboom van de hominiden. (24a)

*

Hypothetische Y-DNA verspreiding in Europa in de Pre-Romeinse Tijd
Y-DNA verspreiding Voor-Romeinse Tijd

*

Wereldkaart van Y-DNA Haplogroepen
World_Map_of_Y-DNA_Haplogroups

Beweeg de muis over de kaart voor een vergroting van West-Europa. (25)

Deze kaart toont duidelijk aan hoe inheemse bevolkingen in de korte tijd van een paar eeuwen van de kaart worden geveegd.

Een voorbeeld is de verspreiding van haplogroep G die vroeger domineerde in Europa maar daar nu niet meer getekend staat en enkel een haard heeft in de Kaukasus.

In Noord Amerika is haplogroep Q verdrongen door het Europese R1.

*

mt-DNA  Haplogroepen

Mitochondriaal DNA (mt-DNA) is een klein deel van het genoom - slechts ongeveer 1 / 200.000ste deel ervan - dat langs de moederlijn wordt doorgegeven van moeder naar kind en langs de dochters naar de kleinkinderen.

De verspreiding van de mitochondriale haplogroepen vanuit Afrika (Jean Manco)

The spread of mtDNA haplogroups - Jean Manco

Door de sequentie van de volledige Y-chromosomen en de mitochondriale genomen van 69 mannen uit negen populaties is de tijd bepaald waarop de gemeenschappelijke voorouder van het mitochondriale genoom leefde. Deze MT-TMRCA wordt nu gesteld op 100.000 tot 150.000 jaar. (26)

Een groot voordeel van mt-DNA is dat het in vergelijking tot Y-DNA aanzienlijk beter bewaard blijft in archeologische resten. Vaak kan dan op andere wijze zoals door de radiocarbon methode de ouderdom goed vastgesteld worden.

Mt-Haplogroep L0 noemen we de configuratie van een vrouw die ongeveer 125.000 jaar geleden in Zuid- of Oost-Afrika leefde. Alle mitochondriale DNA lijnen van de huidige mensheid stammen van haar af
L0d wordt vertegenwoordigd door klik-sprekende jagersvolkeren in Zuid-Afrika, de Khoisan, die wonen op de woestijnachtige gebieden van Namibië en Botswana.
L0d2c is aangetroffen in een 2.300 jaar oud skelet van een Zuidafrikaanse zeeduikende vissende jager. Deze clade is nu uitgestorven maar leeft voort in zustercladen.
L1, haar eerste subgroep, verspreidde zich over geheel Afrika.
L2 en L3 vrouwen verschijnen, ongeveer 70.000 jaar geleden. Er was toen, na een geleidelijke en langdurige bevolkingsdaling, een snelle bevolkingsgroei opgetreden. Ze hebben grotendeels de plaats ingenomen van de L0 en L1 vrouwen die tot op heden alleen zijn blijven bestaan bij de Khoisan (Bosjesmannen) en Biaka (West Pygmeeën).
L3 onstond zestig tot tachtig duizend jaar geleden in Afrika.Hieruit spruiten de mt-Haplogroepen M en N die zich verspreid hebben over Eurazië.

De vrouwen in de groepen die zestig tot tachtig duizend jaar geleden vanuit Afrika Eurazië binnenkwamen hadden de haplogroepen M en N.

mt-Haplogroep M ontstond ongeveer 60 tot 80.000 jaar geleden, waarschijnlijk al in Noordoost Afrika maar mogelijk ook in Arabië en verspreidde zich over Azië en Europa. In Europa verdween deze groep tijdens het laatste glaciale maximum. Hierna bleek het vervangen door subcladen van N.

Uit M ontstonden in Eurazië de haplogroepen C, Z, D, E, G en Q.

Mt-Haplogroep N, ontstond evenals M rond 70.000 jaar geleden. Het is de mt-DNA haplogroep waaruit alle huidige Europeanen stammen. Deze groep is nog in Afrika ontstaan en komt nog steeds in uiterst lage frequenties verspreid over Europa en Azië voor. Zijn subgroepen ontstonden gedurende de laatste ijstijd toen wij nog jager-verzamelaars waren.
N1a In de vroege neolithische landbouwers, 5800 VC, van de Hongaarse laagvlakte de meest voorkomende HG tussen 12 anderen.
N1a1 is the stamgroep van mt-Haplogroep I.
N1b2 is mogelijk de stammoeder van de Ashkenazi.
N9a is gevonden in oost, zuidoost en centraal Azië, en in twee Sarmatische graftomben. .

Uit N ontstonden de subgroepen O, A, S, R, I, W, X, Y, B, F, J, P, U, H, V, J, T en K.

*

Mt-Haplogroep C is waarschijnlijk tijdens het Mesolithicum verspreid vanuit een IJstijd refuge bij het Baikalmeer, en het dal van de Jenisej rivier, en de Altai en Sayan bergen. Deze haplogroep bestond onder pottenbakkers van het Baikalmeer ongeveer 7500 jaar geleden.
C4a2 wordt vandaag gevonden in 40% van de Tubalaren, een etnische groep in de Altai Republiek in Rusland. (29)

mt-Haplogroep pre-HV is geëxtraheerd uit een Cro-Magnon die 28.000 jaar geleden in Zuid-Italië stierf. Het is de voorloper van de groepen H en V.

mt-Haplogroep H ontstond voor 35.000 jaar geleden in het Klein Azië. Hij is in Europa met 40% aanwezigheid de grootste groep. Opvallend is dat in archeologisch Europees DNA van 7.500 jaar geleden slechts de helft van dit percentage gevonden wordt en het in Mesolitisch materiaal nauwelijks aanwezig is. (27)
De huidige diversiteit blijkt grotendeels ontstaan te zijn in het Mesolithicum circa 6000 jaar geleden.
h2 Is het hoogst bij de Noren, 30% en vanaf daar dalende percentages.
H2 in geringe mate op Sardinië en in de Kaukasus. het lijkt samen te gaan met Y-DNA: G2a.
H3 In Portugal en Noord-Spanje en Sardinië 10-12% en in Ierland, Noorwegen en Hongarije 6%.
H5 en H7 in de Kaukasus en in lage concentraties in de Méditerranée, in Anatolië en langs de Donau tot de Alpen. mogelijk samengegaan net Neolithisch Y-DNA: E1b1b, R1b1b2, J2 en T,
h23 verspreiding als H2.

Mt-haplogroep I ontstond ongeveer 20.000 jaar geleden in het Nabije Oosten of in de Kaukasus en verspreidde zich in golven. Een golf ging naar Noord-Europa, voornamelijk Noorwegen en Finland; een andere naar Pakistan en Noordwest India. Het is nog steeds aanwezig in de Oekraïne rond de Kaspische Zee, en in Anatolië en Griekenland. Het lijkt samen te hangen met het Proto-Indo-Europese cultuur, er lijkt verband te zijn met Y-DNA-R, vooral R1a. Sommigen denken dat het een van de oorspronkelijke Mt-haplogroepen van Europa is en later verdreven is naar het noorden en andere afgelegen plaatsen. Er zijn nog geen archeologische vondsten gedaan, maar wel in grotere hoeveelheden in meer recente historische begraafplaatsen in Scandinavië. Zijn latere verspreiding kan plaats gevonden hebben door de Vikingen. De Kroatische eiland Krk is een hotspot.

mt-Haplogroep J is weer een oude haplogroep die 45.000 jaar geleden in Klein Azië ontstond. We nemen aan dat hij met de neolithische landbouwcultuur naar Europa kwam. Hij is algemeen in Centraal Azië en boven de Kaukasus. Hij is verbonden met de Indo-Europese cultuur en gaat samen met de Y-DNA haplogroep R1b.
J1 komt veel voor in het Midden-Oosten, Centraal Azië en de Oekraïne en in de Duitssprekende landen van Europa. Hij is gelieerd aan de Y-DNA haplogroep I1.
J1a ontstond 27.000 jaar geleden in Klein Azië.
J2 is klein en zien we in Zuidoost Europa en Anatolië.

mt-Haplogroep K stamt uit U8. Hij wordt door heel Europa en in West Azië tot in India gevonden. De hoogste concentratie ligt echter in Noordwest en Centraal Europa, in Anatolië en Zuid Saoedi-Arabië. Men denkt dat hij 16.000 jaar geleden in Egypte of Anatolië is ontstaan. Hij heeft ondanks zijn geringe ouderdom de meeste subgroepen. K1a is de grootste subgroep. Het feit dat hij in Klein Azië zo veel voorkomt doet vermoeden dat hij er al voor de Neolithische expansie naar Europa was, temeer omdat hij in Europa voor de Neolithische intocht ontbrak en daarna plotseling in een percentage van 17% voorkomt, overigens ligt dat bij de huidige Europeanen weer lager, maar het is gelijk aan dat in de huidige Levant.
K1a1b1a wordt voornamelijk gevonden bij Asjkenazische Europese Joden. K1a4 wordt behalve in Europa ook in Anatolië gevonden tezamen met de mt-Haplogroepen J en T en heeft zich waarschijnlijk verspreid tezamen met de Y-DNA haplogroepen E1b1b, J2 en T.
K1a9 vooral bij Asjkenazische Europese Joden.
K1a10 is Europees.
K1a12a Archaeologisch gevonden in west Anatolië, tegenwoordig in Armenië, Iran, Koeweit, Italië en bij Druzen.
K1b is Europees.
K1c is Europees.
K2 is Europees.
K2a2a1 vooral bij Asjkenazische Europese Joden.

Mt-Haplogroep R ontstond uit N en hieruit kwamen deze 6 Europese mt-Haplogroepen pre-HV, T, U en K en de oosterse haplogroepen R1 tot R31 in Azië, Australië en in de Amerika's.

mt-Haplogroep T is rond 15.000 jaar geleden in Mesopotamië of Noordoost Afrika ontstaan. We zien het in Noord Europa, Noord Afrika, Centraal Azië en Siberië met haarden in India en Noordwest China.
T1 komt voor in Noordoost Afrika, Anatolië en Bulgarije. Dit doet een Neolithische verspreiding vermoeden.
T2 Ontstond waarschijnlijk in Noordoost Afrika en verspreidde zich naar Griekenland en Oost Europa. Mogelijk ging het met Y-DNA R1a naar Europa en Zuid-Azië.

Mt-Haplogroep U ontstond 60.000 jaar geleden uit R. Dit is het enige archeologische Europese DNA dat tot 5.600 jaar geleden gevonden is. Rond 5000 jaar terug is het abrupt vervangen door de zeer grote diversiteit van de neolithische boeren. (28)
U* is het oudst en werd gevonden in iemand die 15,500 jaar geleden leefde in Hohle Fels, een grot in Baden-Würtenberg, Duitsland.
U1 gevonden in het Midden-Oosten.
U2 is duidelijk van de oude Europese jager-verzamelaars, het is gevonden in 37.000 jaar oud skelet n Kostenki in Rusland en in een ander 30.000 jaar oud aan de Don in Rusland.
U2 dit is aanwezig in een 30.000 jaar oud skelet van een Cro-Magnon aan de Don in Rusland.
U3 en U4 zijn aan de noordkust van de Zwarte zee gevonden, in Centraal Azië bij Tajikistan en in Oost Europa..
U4 bij Duitse jager-verzamelaars.
U5 ontstond 40.000 jaar geleden en is ook een overheersende clade bij de Palaeolithische Europese jager-verzamelaars.
U5a is in een 9000 jaar oud skelet in Cheddar Gorge in Somerset England has. Tegenwoordig is het nog aanwezig bij de Lappen, in een percentage van 30 tot 50%.
U5a1 Overwegend bij late jager-verzamelaars Duitsland, Litouwen, Polen, Zweden en Rusland. In Siberië nog 4.000 jaar geleden in een begraafplaats waar het lag tussen het Oost Aziatische mt-DNA C.
U5b komt veel voor bij mesolitische jager verzamelaars.
U5b1 In Spanje.
U5b1b ontstond 6.500 jaar geleden en is nog bij 48% van de Saami (Noordoost Scandinavië), Yakuten (Noordoost-Siberië), Berbers, (Algerije) en Fulbe (Senegal). Opvallend is dat deze populaties ver van elkaar vandaan zijn. Ze behoren tot de oude jagen-verzamelaars van Europa en werden door nieuwkomers verdreven naar de randen van het continent.
U5b2a5 De clade van de mesolithische skeletten, 6000 VC, van Kroatië en Korčula.
U5b2c1 werd gevonden in oud mt-DNA van een berggrot in La Braña-Arintero in het noorden van Spanje, daterend van 7.000 jaar geleden.
U5b3 seems to have spread along the Mediterranean coast from a refuge on the Italian peninsula.
U6 wordt vooral gevonden in Noord-Afrika en Centraal-Azië, maar ook in Noord-Europa. Expansies en contracties in Afrika geven een beeld van de klimatologische schommelingen in dit continent. Kwam na het Neolithicum naar Europa. Via de Europese kolonisatie kwam het op het Amerikaanse continent.
U7 ontstond waarschijnlijk 18.000 jaar geleden in Azië. Hij komt vooral voor in West- en Zuid-Azië. en incidenteel in Europa. Is gevonden bij Sarmaten op de Russische Steppe gedateerd op 500 voor Christus. Lage niveaus zijn er in het huidige Zweden en archeologisch in twee aanzienlijke Viking vrouwen die begraven zijn in Noorwegen, waaronder mogelijk koningin Åsa, de grootmoeder van koning Harald.
U8 is een Europese clade waaruit mt-Haplogroep K ontstond.
U9 is gevonden in Ethiopië, op het Arabisch schiereiland en in Pakistan.

mt-Haplogroep V ontstond waarschijnlijk op het Iberische schiereiland 15.000 jaar geleden onder de jager-verzamelaars die zich daar tezamen met h2, H3 en U5 mannen tijdens het laatste glaciaal hadden teruggetrokken. Bij de klimaatverbetering hebben ze Europa van daar uit weer herbevolkt. Nu is het weer een grote groep in Europa met zijn hoogste concentratie in Noord Scandinavië bij de Lappen 40% en van daaruit dalend in West Europa. In Nederland 8%.

mt-Haplogroep W is 18.000 jaar geleden ontstaan. Zijn verspreiding is ongeveer gelijk aan die van mt-Haplogroep I. Zijn hoogste aanwezigheid is in de Oekraïne, Europees Rusland, de Baltische staten en Finland, maar overal ongeveer 3 tot 5%. In Noord-Pakistan 15%, Noord India 10%. Daar vooral in de hogere kasten en bij de Indo-Europese sprekers. Ook hier weer vaak samen met Y-DNA R1a en R1b.

mt-Haplogroep X is ouder dan 30.000 jaar. In lage concentraties wordt het overal en in iedere bevolkingsgroep gezien. Hij komt voor in Europa, Noord Afrika en in Amerika bij de Indianen. De aanwezigheid is meestal 1 tot 2 % en komt zelden boven de 5%.
X1 zien we alleen in Noord Afrika.
X2b is alleen te vinden bij de Amerikaanse Indianen. De Ojibwa, de derde grootste Indiase natie in Amerika, gelegen op de grens van de VS en Canada in het gebied van de grote meren telt een percentage van 25%, de andere indianen hebben ongeveer 4%. (31)
X2a, X2c, X2d en X2e in Europa, Siberië en Centraal Azië.
X2 heeft hoge concentraties rond de Kaukasus, dalend naar Voor-Azië en de Middellandse Zee.

*

Distribution_haplogroups_in_Eurasia_around_8000_BCE

Verdeling van de Y-DNA en Mt-DNA haplogroepen in Eurazië van circa 9000 tot 7000 jaar geleden.

*

Wat zijn wij in de Nederlanden

Onderstaande cirkeldiagrammen tonen de verdeling van de tien grootste Y-DNA haplogroepen die in Nederland bij 410 mannen in het jaar 2008, en in Vlaanderen in het Oud Hertogdom Brabant Project bij 1057 man in het jaar 2013 man zijn waargenomen.

Dit is niet echt het verschil tussen België en Nederland maar het verschil tussen Nederland en het Nederlands sprekende deel van België: dus Vlaanderen, Antwerpen en beider provincies Brabant en Limburg. Er zijn verhoudingsgewijs weinig Walen in de Belgische groep. (32)

ZvA Haplogroepen percentages

Nederland

ZvA Haplogroepen percentages

België

De Verschillen

Zeer duidelijk is het verschil in beide landen in R1b en I. Haplogroep R1b zien we vooral in Groot Brittannië en Frankrijk. België gaat hierin mee. Haplogroep I heeft een hoogtepunt in Scandinavië waar Nederland dichterbij ligt.

Haplogroep E is in Nederland bijna de helft van die in België. Dit lijkt een oude Keltische groep te zijn. De meeste Afrikanen horen hier ook toe. Haplogroep J heeft zijn hoogtepunt in Italië en Griekenland. Deze mensen kunnen afstammelingen zijn van de Romeinen.

In Zuid-Nederland heeft Haplogroep G ongeveer 10 % hogere concentraties dan in Noord-Nederland. In het Zuiden is dat: 4,1%, in het Noorden: 3,7%.

*

Nieuwe Cultuur ‑ Nieuwe Genen
Mesolitisch DNA

Het oudste archeologisch gevonden Y-DNA is C-M130*. Het is gevonden in een 37,000 jaar oud skelet in Kostenki aan de oevers van de Don in Rusland.

Van een Europese jager-verzamelaar die ongeveer 7000 jaar geleden in La Braña, Spanje, stierf kon ook mt-DNA, autosomaal DNA en Y-DNA bepaald worden. Uit het au-DNA bleek dat hij een donkere huidskleur en blauwe ogen had. Zijn Y-DNA haplogroep is C1a2-V20. Deze clade is nu in Europa zeer zeldzaam.

Reconstruction

Dit is een aanwijzing dat Europa ten tijde van de jager-verzamelaars bewoond werd door bruine mensen. De witte (roze) huidskleur kan door de neolithische boeren naar Europa zijn meegekomen. De landbouwbevolking had deze verkregen in Zuidwest Azië door genetische contacten met Neanderthalers. Deze waren meer dan tweehonderdduizend jaar eerder in Eurazië waren aangekomen en hadden hun pigmentatie daar zeer waarschijnlijk door natuurlijke selectie verloren in een continent met veel minder zonnestaling dan het land van herkomst, Afrika. De depigmentatie van de moderne mens heeft in Europa volledig plaats gevonden en in Zuid Azië, zoals India, veel minder of soms zelf niet. (33)

Neolithisch DNA

Een abrupte omslag is er 7200 jaar geleden bij de binnenkomst van de eerste neolithische boeren golf. Dit is gevonden in Duitsland en Hongarije, Bij hun domineert haplogroep G2a en zijn subgroepen G2a2b en G2a2b. De oudste Europese mummie, die gevonden werd in een gletscher in Tirol in het Ötzenthal en 5300 jaar geleden leefde had G2a2a1b1a1-FGC5672 en zijn mt-DNA haplogroep is K1. Een familie uit Thüringen in Unterfranken, Beieren, heeft nog dezelfde Y-DNA clade.

Bronstijd DNA

Rond 6.800 jaar terug zien we bij het begin van de Bronstijd opnieuw een omslag. Haplogroep G wordt in korte tijd grotendeels verdrongen door een volk van zeer succesvolle metaalbewerkers en paarden­fokkers. Zij hebben de Y-DNA haplogroep R. De noordelijke tak R1a, de zuidelijke tak R1b.

Het zijn de dragers van de Touwbeker of strijdhamer cultuur van 5000 tot 4300 voor heden. Zij spreken proto-Germaans. De vraag is of hier sprake was van Genocide of Verdringing. Zeker is ook dat pest epidemieën zowel een oorzaak van de volksverhuizingen geweest kan zijn. Bij de residente bevolkingen leidde dit tot grote sterfte . Wel blijkt dat de helft van de huidige Europese bevolking bestaat uit afstammelingen van slechts enkele mannen, koningen met Y-DNA aan het begin van haplogroep R.

IJzertijd DNA

Ongeveer 4.000 jaar geleden, aan het begin van de IJzertijd, doet zich weer een dramatische verandering voor in het Y en mt-DNA van Europa. Dit was waarschijnlijk gerelateerd aan het begin van de droge tijd in het Midden-Oosten, na de lange natte periode op het Arabische schiereiland, die van 8500 tot 4500 jaar geleden duurde.

Romeinse Tijd

Een veelheid aan Y-DNA claden ontstaat. In Europa is er toenemende welvaart en daarbij een grote mobilititeit in alle delen van de bevolking.

*

De dramatische verandering in het Y-DNA in het Neolithicum

In tegenstelling tot de demografische reconstructies op basis van mt-DNA, zien we een sterke tweede bottleneck (flessenhals) in de Y-chromosoom lijnen in de laatste 10.000 jaar. De veronderstelling is dat dit knelpunt veroorzaakt is door culturele veranderingen waarbij een slechts kleine groep mannen deel nam aan de voortplanting. We denken dan aan opgetreden sociale stratificatie met veelwijverij. De eerste flessenhals in de Y-lijnen was na het vertrek uit Afrika gevolgd door de snelle kolonisering van Eurazië in het korte tijdsinterval van 47-52.000 jaar geleden.

Deze tweede dramatische afname is gevolgd door een spectaculaire groei van nieuwe Y-DNA subgroepen tussen 8000 en 4000 jaar terug. Het vrouwelijk DNA bleef daarentegen tot 17 maal hoger in diversiteit. (34)

Variation of Y chromosome effective population size

De dramatische gebeurtenissen voor ons mannen in het Neolithicum, de Brons- en IJzertijd. Age.
From: Monika Karmin, e.a., A recent bottleneck ..., Gen. Res. March 13, 2015.

*

Vervanging van het Mt-DNA in het Neolithicum
bij golf nieuwe immigranten

Tot op heden is er nieuw DNA bij vier op elkaar volgende golven van nieuwe culturen in Europa vastgesteld:
De Cardiaal-Impressocultuur bloeide van 8500 tot 7500 jaar geleden in Zuidwest Frankrijk en Spanje.
De Starčevo cultuur bloeide van 8200 tot 7200 jaar geleden rond huidig Hongarije en op de Balkan. (35)
De Lineaire Bandkeramiek (LBK), bloeide van 7500 tot 6500 jaar geleden in de Benelux en Duitsland.
De Rössen Cultuur (RSC) bloeide van 6400 tot 6250 jaar terug. Hier zien we de mt-Haplogroepen H5, HV0, U5 en K. (36).
De Klokbeker cultuur van 4850 tot 4140 jaar terug in Europe en Engeland.
De Strijdhamer cultuur (Schnurkeramik; Corded Ware culture) begon 4500 BP geleden en bracht Noord Eurazië oppnieuw een nieuwe bevolking. (37)

Elke immigratiegolf bracht nieuwe mensen, nieuwe cultuur en nieuwe genen. De immigranten integreerden niet, maar verdrongen de autochtone bevolking. Overigens kwam na vooral de eerste golf het oude jager-verzamelaar mt-DNA deels terug en bleef op een lager niveau aanwezig.

timeline mt-DNA

mt-DNA Tijdlijnen
Cave: De tijdschaal is aangegeven in radiocarbon gecalibreerde jaren voor het begin van de huidige jaartelling.
BC kan men lezen als: Before Current era of Before birth Christ.
Voeg 2000 jaar toe voor de tijd tot heden. (38)

*

Samenvatting

Wij zien in de bevolkingsgeschiedenis van Europa de volgende elkaar opvolgende populaties:

.

Populatie

1. Neanderthalers.
2. Cro-Magnon Jager-verzamelaars
3. Postgaciale Jager-verzamelaars
4. Landbouwers.
5. Metaalbewerkers.

Begintijd

circa 200.000 jaar geleden
circa 50.000 jaar geleden
circa 14.000 jaar geleden
circa 8.000 jaar geleden
circa 4.800 jaar geleden

Eindtijd

circa 44.000 jaar geleden
circa 14.000 jaar geleden
een groot deel tot heden
een klein deel tot heden
vormt nu de meerderheid

*

Autosomaal DNA (AuDNA) in een Maastrichtenaar

Bij deze Maastrichtenaar zijn de genen van alle volken van de Europese prehistorie aan te tonen.
Merkwaardig is de grote hoeveelheid van, genoemd wordt, Kaukasisch DNA.

Jager-verzamelaars
vroegste agrariërs
Kaukasiers
Centraal Azië
de rest

32%
29%
25%
10%
5%

Etnische herkomst B. Marres, Bron: GedMatch

*

Recente vervanging van het Y-DNA op Cuba

Een goed voorbeeld van de verdringing van de autochtone genen door een geheel nieuw genenpakket toont de genografische samenstelling van het Caribische eiland Cuba. Het eiland is al gedurende 7000 jaar bewoond. In 1513 werd het een Spaanse kolonie. Er woonden toen ongeveer 110.000 mensen. Nu zijn het er ruim elf millioen. De nieuwkomers waren Spanjaarden maar ook veel Afrikanen kwamen als slaven het land binnen.

In 2012 is een admixture analyse gemaakt uit een groep van 1.019 aselectief gekozen inwoners. Hiervoor werd een mengsel van autosomale, Y-DNA en mt-DNA diagnostische haplogroep markers gebruikt. Zij vonden dat de oorspronkelijke Y-DNA haplogroepen bijna geheel verdwenen zijn. en wel voor 99½. Van de mt-DNA haplogroepen verdween twee derde.

Bij de geïmporteerde bevolking van de zwarte slaven heeft dit proces zich ook, maar in veel geringere mate voorgedaan. Hun Y-DNA aandeel is de nu helft van het verwachtte percentage, dit in vergelijk met hun mt-DNA percentage van bijna 100%. (39)

De conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat bij een betrekkelijk vreedzame overheersing het mannelijk DNA nagenoeg geheel verdwijnt, maar het vrouwelijk DNA voor een groot deel behouden blijft. Wanneer dat laatste ook verdwijnt zal sprake zijn van uitroeiing.

Cuba DNA


Europees
Afrikaans
Indiaans

Mt-DNA
26 %
39 %
35 %

Autosomaal DNA
72 %
20 %
8 %.

Y-DNA
81,8 %
17,7 %
0,5 %

Voorbeeld: Dit onderzoek heeft een betekenis die veel verder gaat dan dit eiland alleen. Dominante nieuwe bevolkingsgroepen zullen zich overal in de wereld en in alle tijden met vrouwen van onderworpen volkeren hebben voortgeplant. Van de onderworpen mannen zal zich slechts een klein deel hebben weten te handhaven. Oude kleine Y-DNA haplogroepen, zouden zo resten kunnen zijn van een oorspronkelijke bevolking. Haplogroep G is mogelijk een rest van zo'n oude onder de voet gelopen autochtone bevolkingsgroep.

*

Nederlandse DNA projecten
Zonen van Adam

Dit was een initiatief van het Nederlands Genootschap voor Geslacht en Wapenkunde (NGGW) en de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV). Opgezet in 2007

Vierhonderdzeventig mannen deden mee aan dit onderzoek, er werden 18 STR-markers onderzocht. De haplotypen en haplogroepen van de eerste groep deelnemers, ongeveer de helft, zijn gepubliceerd in Zonen van Adam in Nederland, Sahar Barjesteh van Waalwijk van Doorn-Khosrovani, Leo Barjesteh van Waalwijk van Doorn, Toon van Gestel en Frans Plooij, 2008.

Van de tweede groep zijn de uitslagen nooit gepubliceerd. Van zowel de deelnemers van de eerste reeks testen van 2007 en tevens van degenen die zich later lieten testen, maar wier resultaten nog op publicatie wachten staan in deze volledige deelnemerslijst.

Oud Hertogdom Brabant Project

Dit is een Belgisch project waar ook Nederlanders aan mee kunnen doen. Er worden standaard 37 markers getest. Een Spreadsheet met een lijst van personen die hun Y-DNA gemeten hebben via Oud Hertogdom Brabant en met ook degenen die vermeld staan in Zonen van Adam in Nederland, en waarbij tevens verwijzingen naar FTDNA websites staan vermeld, geeft een goede mogelijkheid om een Y-DNA verwant in de Benelux te vinden. Het is te vinden op: Lijst . De tweede groep van Zonen van Adam is hier nog niet vermeld. De niet gepubliceerde uitslagen bevinden zich bij Leo Barjesteh.

Het Project Oud Hertogdom Brabant loopt verder onder de naam: DNA-Projecten - Familiekunde Vlaanderen vzw Brabant - België - Open Project - Benelux.

FTDNA

De meesten beginnen hun DNA onderzoek bij de grote Amerikaanse firma FTDNA. Mannen starten met een reeks Y-DNA STR-markers. Een snelle screening kan al gedaan worden met 12 STR-markers. Hiermee wordt ook de haplogroep ongeveer aangeduid. Een test met 37 markers geeft een duidelijk beeld. Voor een precieze plaatsing in de Y-DNA stamboom zijn SNP testen nodig. Hierbij wordt de haplogroep exact vastgesteld. Wanneer de hoofdgroep bekend is wordt met de groepscoördinator overlegd welke SNP's bepaald kunnen, of moeten, worden om de precieze subgroep te bepalen en daardoor de juiste plaats in de Y-DNA stamboom te krijgen.

De resultaten van FTDNA zijn helder en overzichtelijk op afzonderlijke haplogroeplijsten gepubliceerd. Er zijn ook landelijke en ethnische lijsten. Voor ons zijn interessant buiten de haplogroeplijsten:

Benelux lijst

*

Op zoek naar onze antropologische achtergrond met DNA projecten

Met behulp van data in grote databases, kan men de landen ontdekken waarin een bepaalde haplogroep (of beter een subgroep) het meest voorkomt. Naarmate van meer mensen, en groepen van mensen, de DNA-kenmerken bekend worden, zal men een beter beeld krijgen van de wereldgeschiedenis. Nu dagen de contouren al op hoe sommige subgroepen, claden, gehecht kunnen worden aan bepaalde oude volkeren, zoals Kelten, Friezen, Franken, Bourgondiërs, Saksen, Vikingen, Vandalen, Alanen, Sarmaten Hunnen, Lombarden, etc.

FTDNA ‑ the Big Y project

The Big Y test van het Y chromosoom ruim 60% van de SNP's. Hij test rond de 15 millioen plaatsen. De eerste resultaten zijn nu bekend.

Full Genomes Sequencing

De Full Genomes Sequencing is een test van zogenaamde hoge dekking. Ruim 90 % van het Y-chromosoom wordt afgelezen. Dit is op zo'n 25 millioen plaatsen.
Deze test vindt een SNP op ieder 3 à 5 generaties, 100 tot 150 jaar. Dit biedt grote mogelijkheden om familieverwantschappen, zowel op gedurende laatste eeuwen, alsook verwantschappen over tijdsbestekken van duizenden jaren te ontdekken.

*


Auteur: Boed Marres

Laatste bewerking: 1 januari 2019.