Stadhuis van Maastricht

Stadhuis van Maastricht

Politiek en Bestuur

in Maastricht en Breda

Raam Marres-Franquinet in het Stadhuis van Maastricht

Stadhuis van Breda

Generaliteits
periode
Franse tijd Opstand Conflict Commissie Verkiezingen 1881 Verkiezingen 1888 Stadsbestuur 1892 Verkiezingen 1919 Ter dood veroordeeld

Generaliteitsperiode 1632 - 1795

Vanaf 1632 is het gebied dat nu de provincie Limburg is in handen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en valt dan onder direct bestuur van de Staten-Generaal. Het wordt bestuurd door Hollandse ambtenaren. In 1672 verovert Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden en gedurende zes jaar tot 1678 behoort dit gebied dan tot het koninkrijk Frankrijk.

Zo kan Pau de Marres, die notaris is in Maastricht, in 1675 benoemd worden tot schepen van Valkenburg. Hij is dat slechts gedurende drie jaar want na de herovering van dit land in 1678 door de Hollandse Republiek verliest hij als katholiek die functie weer.

In 1695 wordt hij vermeld als schepen van Tweebergen(1) en in 1706 als meijer van de laathof Sint Pieter te Montenaken (2). Deze gebieden vielen onder het gezag van de Prins-bisschop van Luik.

Matthias Marres, zoon van Pau, is schout van de heerlijkheden Genk en Zoetendaal van 1722 tot zijn overlijden in 1732. Hij wordt hierin opgevolgd door zijn zoon Jan Marres die deze functie uitoefent van 1733 tot 1739. Jan Marres is in de jaren 1746 en 1747 burgemeester van de stad Tongeren. Deze plaatsen lagen op Luiks gebied.

*

Franse tijd 1795 - 1801

Nicolaas Marres, kleinzoon van Servatius Marres, brouwer op de Bisschopskommel te Maastricht, is chirurgijn en vroedmeester te Breda. Hij krijgt na de komst van de Fransen in 1795 de mogelijkheid om als katholiek openbare bestuursfuncties te bekleden. In 1796 wordt hij lid en kort daarop president van Municipaliteit, de vroegere Vroedschap. In 1798 krijgt hij de functie van commissaris criminele en civiele justitie. In 1800 wordt hij benoemd tot Thesaurier van Breda, dit is een soort wethouder van financiën. Hij overlijdt plotseling in 1801. (3)

*

Drie broers Marres zijn het wettig gezag niet genegen

opgemaakt in de jaren 1830, 1831 en 1832

Register van enige personen te Maastricht woonachtig, welke tijdens de onlusten in België zich hebben doen kennen als slecht gezind te zijn en zeer verdacht gevoelens te koesteren tegenstrijdig met de belangen van het wettig gezag.

Jan Willem Marres, oud 37 jaar, brouwer, Helstraat

De Belgische regering meer dan het wettig gezag genegen.

Machiel Marres, oud 34 jaar, brouwer, Plankstraat

De Belgische regering meer dan het wettig gezag genegen.

Hubert Willem Marres, 26 jaar, brouwer, Vroenhoven

verdacht van gemeenschap met de vijand te hebben. Op 20 nov. 1830 in hechtenis genomen en dezelfde dag weer in vrijheid gesteld. (3a)

*

Het conflict  Marres - Regout  1864 - 1865

Personages:

Michaël Marres 1826-1898, brouwer in De Valk op de Boschstraat te Maastricht is in 1862 gekozen tot gemeenteraadslid van Maastricht, waar zijn oom de brouwer Petrus Bemelmans toen nog zitting in had.
Marres is liberaal en behoort 'dus' tot de 'clique' van Pijls. In Maastricht leeft hij voort als "De hoed Marres". De oorsprong van deze naam blijkt uit onderstaand verhaal.

Petrus Regout, 1808 - 1878, grootindustrieel en oprichter van een aantal zeer succesrijke fabrieken, is oud gemeenteraads- en tweede kamerlid. Een zeer belangrijk man in zijn tijd. Hij is confessioneel, conservatief, clericaal-katholiek, en weet zijn belangen zeer doeltreffend te behartigen. In de hoop op een adellijke titel is hij zeer konings­gezind. Zijn stem klinkt via de L'Ami de Limbourg, die in Luik wordt gedrukt.

W.H. Pijls, 1819 - 1903, zeepzieder en groothandelaar, is sinds 1861 burgemeester van Maastricht en lid van de provinciale Staten van Limburg. Hij heeft als wethouder en later als burgemeester zeer doeltreffend de stadsfinanciën gesaneerd en is een voortreffelijk bestuurder. Hij is liberaal en als rationalist voorstander van openbaar godsdienstvrij onderwijs. Hij heeft zoals veel Maastrichtenaars affiniteit met België. Hij krijgt grote steun bij de enige Limburgse krant Le Courrier de la Meuse.

Jos. Russel, 1829-1888, afkomstig van Sittard, publiceert historische artikelen, is eerst redacteur bij de Courrier, wordt daar weggewerkt en start dan, gesteund door Petrus Regout, de in Luik uitgegeven krant L'Ami des Intérêts Limbourgeois die vanaf 1866 L'Ami de Limbourg heette. Hij wordt eens door Regout "mon secretaire intime" genoemd (4). Schandaaljournalist, schreef een schotschrift tegen zijn vroegere broodheer Pijls (5).

Achtergrond

In 1865 werden in Nederland de stedelijke belastingen opgeheven en vervangen door een landelijk belastingsysteem. In de Gemeenteraad van Maastricht wordt over de uitwerking hiervan gedebatteerd. Michaël Marres houdt een verhandeling in de raadsvergadering van 5 december 1864. Een samenvatting hiervan verschijnt in de krant. Petrus Regout is het volstrekt niet met hem eens en valt hem aan, niet alleen met argumenten maar ook met persoonlijke aantijgingen.

Het jonge raadslid Marres verdedigt zich fel, waarop Regout hem beschuldigt van domheid. Petrus Regout doet de aanval niet zelf maar laat die door Russel in zijn zogenaamd onafhankelijk dagblad L'Ami de Limbourg doen.

Michael Marres geeft aan Russel honend de raad om met de hoed in de hand bij Regout salarisverhoging te gaan vragen.

Michaël Marres beschuldigt Petrus Regout van het najagen van enkel zijn eigenbelang en voorts van het uitbuiten van zijn arbeiders, met name van vrouwen en kinderen en hij laakt de kinderarbeid in de fabrieken van Regout.

Petrus Regout beschuldigt Marres hierop van opruiing van zijn arbeiders en dient een klacht in bij justitie met het verzoek Marres gevangen te laten zetten en lijfstraffen toe te laten dienen.

Afloop

De klacht wordt afgewezen. Regout zal, na aanneming van de kinderwet van Houten in 1874, langzamerhand een einde gaan maken aan de kinderarbeid.
Russel vlucht later het land uit na zijn veroordeling wegens een persdelict (6).
Pijls wordt Tweede Kamerlid in 1869 en Eerste Kamerlid in 1880.
Marres wordt twee jaar later wethouder van Maastricht en in 1882 lid van de provinciale staten van Limburg. In deze functies is hij steeds herkozen tot zijn overlijden in 1898. Hij heet dan De Hoed Marres.

De vrede schijnt snel hersteld te zijn want twee jaar later vormen burgemeester W. Pijls, wethouder G. Franquinet tezamen met de industieëlen P. Regout en M. Marres een gemeentelijke commissie die in deze zo bruisende tijd van snelle industrialisatie in korte tijd een plan opstelt om op de plaats van de oude vestingwallen, die op het punt staan afgebroken te worden, brede boulevards, nieuwe woonwijken en industrieën te bouwen die de het oude Maastricht met de wereld gaan verbinden.

Degenen die belangstelling hebben voor de politiek in het midden van de 19e eeuw van een bruisende provincie-hoofdstad vinden hier van dit politieke conflict een Volledig Verslag met de oorspronkelijke Franse teksten in het Frans, wat toen in Maastricht een gebruikelijke schrijftaal was. Er is ook een Samenvatting in het Nederlands.

*

Commissie Stadsuitbreiding 1867

De vestingwet van 1874 voorzag beëindiging van de vestingstatus voor een aantal steden in het land, waaronder Maastricht. Het Koninklijk Besluit is nog niet gepubliceerd maar wel in het vooruitzicht gesteld. De vestingwerken zullen binnenkort gesloopt en de gronden aan de gemeente ter beschikking gesteld worden.

Zodra bekend werd dat de vestingstatus opgeheven zou worden benoemde de gemeenteraad een commissie die plannen moest maken voor stadsuitbreiding op en buiten de vestinggronden. Zitting hadden burgemeester W. Pijls, wethouder G. Franquinet en de industriëlen P. Regout en M. Marres. (De ruzie was dus bijgelegd)

In juli 1867 presenteerde de commissie al haar rapport en conceptplan. De commissie wist toen nog niet dat van de 255 ha geslechte vesting maar 176 ha in de verkoop zou komen. De rest reserveerde de Dienst Domeinen voor militaire en facilitaire voorzieningen (kazerne, spoorwegen, kanalen/havens/kades).

De commissie maakte meteen duidelijk waar de stedelijke bouwvolumes voor industrie en woningbouw, ook de sociale woningbouw, zouden moeten komen. De industrie was geinteresseerd in de noordelijke gebieden waar ook de arbeidershuisvesting in de buurt moest komen. Het inundatiegebied tussen Jeker en St.Pietersberg, waar het stadspark al aangelegd was en de bodem door de aard van vroeger gebruik al min of meer klaar voor gebruik was (vlak, minder verdedigingswerken), zou snel bouwrijp kunnen zijn voor een villapark.

*

Verlies van Nederlanderschap

en kiesrecht in 1881

Michaël Marres, heeft oude talen gestudeerd en wordt directeur van het Stadscollege in het Belgische Diest. Hij is een zoon van de vroeg gestorven Jan Willem Marres, brouwer in de Helstraat. Zijn oudste broer Hubert Marres had een brouwerij en mouterij op de Kleine Gracht te Maastricht. Deze is vrijgezel en overlijdt in 1876. Michaël Marres die inmiddels gehuwd is met Sophie Troosters uit Diest keert dan naar Maastricht terug om de leiding van de brouwerij op zich te nemen.

Rechtszaken

Dat dit verblijf in het buitenland, ook nog na vijf jaar, gevolgen had voor zijn publieke leven in Nederland zal hij wellicht nooit hebben vermoed. Hem werd het kiesrecht ontnomen.

Het zou wel eens kunnen zijn dat in de clerikale stad Maastricht zijn lidmaatschap, zelfs voorzitterschap, van de Liberale kieskring daar de oorzaak van is. Het uitoefenen van functiën in het vreemde land, België !!, die daar alleen door inboorlingen behoren te worden gedaan lijkt toch niet echt de eigenlijke reden te zijn.

Rechtszaken: mededeling in het Katholieke Dagblad De Tijd van 30 april 1881.

*

Verkiezingsstrijd mei 1888

De families Marres en Regout beide intern verdeeld

Verkiezingen Maastricht
Verkiezingen Maastricht

*

Geschilderd portret van Michaël Marres, brouwer en wethouder
Geschilderd portret van Clement Marres, brouwer en wethouder

Michaël Jacobus Marres
wethouder te Maastricht 1867-1898.

Michaël Clemens Marres
wethouder te Maastricht 1915-1919.

Henri Goovaerts, Olieverf op doek, 1901, 74,5x58,7cm,
Collectie Bonnefantenmuseum Maastricht. (7)

J. Mees, Olieverf op doek, 1911, 68x55cm,
Collectie Bonnefantenmuseum Maastricht.

Grandeur van het stadhuis van Maatricht

Schouw en ramen Marres en Franquinet in de Collegekamer van het stadhuis van Maasticht (8)

Stadhuis Maastricht, raam in de prinsenkamer, 1918, Antiekglas in lood grisaillezilver, Vensters Marres en Franquinet in de Prinsenkamer van het Stadhuis van Maastricht
Detail raam Prinsenkamer in het Stadhuis Maastricht
Detail raam Prinsenkamer in het Stadhuis Maastricht
Stadhuis Maastricht, raam in de prinsenkamer, 1918, Antiekglas in lood grisaillezilver, Vensters Marres en Paulissen in de Prinsenkamer van het Stadhuis van Maastricht
Detail raam Prinsenkamer in het Stadhuis Maastricht
Detail raam Prinsenkamer in het Stadhuis Maastricht

Ramen van vroegere wethouders in de Prinsenkamer van het stadhuis van Maastricht

In 1918 zijn gebrandschilderde ramen geplaatst, geweid aan de wethouders die Maastricht tot dan toe gekend had.
Links de ramen van Michaël Marres en zijn neef Guillaume Franquinet.
Rechts de ramen van Clément Marres en M. Paulussen.
Midden: Details van de ramen van Michael en Clément Marres.

*

Burgemeester, Wethouders, gemeenteraadsleden
en dienstdirecteuren van Maastricht in 1892

Vergroot

*

De zilveren sierketting geschonken aan burgemeester Pyls bij zijn zilveren ambtsjubileum in 1892
in de schakels sataan de namen van de raadsleden
De zilveren sierketting geschonken aan burgemeester Pyls bij zijn zilveren ambtsjubileum in 1892

Foto L. Jacobs, 2012. (9)

*

Verkiezingspamfletten

Gemeenteraads verkiezingen

1913

1919

Verkiezingspamflet Verkiezingspamflet in 1888 Verkiezingspamflet verkiezingspamflet tweede kamer verkiezingen 1919, Economische Bond

*

Door Duitsers ter dood veroordeeld.

Het grote gezin Marres van de Belgische tak, negen kinderen, bood in haar brouwerij te Vroenhoven, op de Nederlands-Belgische grens gelegen, in de eerste wereldoorlog in 1914-18, een schuilplaats en doorgangs­mogelijkheid aan veel vluchtelingen, die zij met gevaar voor eigen leven naar de vrijheid in Nederland hielpen. In de moutkelders waren schuilplaatsen ingericht. Belgen, Fransen, Engelsen en Russen, zowat 4000 mensen in totaal passeeerden via deze brouwerij de grens. Tevens verzamelden de leden van dit gezin inlichtingen voor de geallieerden.

Hubert Marres, de oudste van de broers werd al in het begin van de oorlog in 1914 aangehouden en in Tongeren, tezamen met andere Limburgse burgemeesters, door de Duitsers gevangen gezet omdat hij Belgische recruten nog net voor de inval van de duitsers had opgeroepen en in veiligheid gebracht.

In 1916 kreeg de bezetter lucht van hun activiteiten. Hubert Marres en zijn jongere broer Victor waren tijdig op de hoogte gesteld en naar Nederland gevlucht. Lambert Marres werd gearresteerd tezamen met zijn zuster Anna, toen nog ongehuwd, zijn broer Felix en twee brouwerijknechten, Mathieu Servaes Paulissen en Marcus Timmermans.

Lambert Marres, Hubert Marres en Felix Marres werden alle drie ter dood veroordeeld, Hubert bij verstek. De andere arrestanten kregen zware tuchtstraffen. De doodvonnissen werden gelukkig omgezet in levenslange dwangarbeid. Hubert werd gedeporteerd naar Duitsland en gevangen gezet te Werden. Na de oorlog kwamen allen vrij.

Bij zijn vijftigjarig jubileum als burgemeester werden de oorlogsjaren, waarin hij dus niet in functie was, eervol meegeteld. Hij was toen de langstzittende burgemeester van België.

Felix Marres in Duitse gevangenschap in eerste wereldoorlog
<br> Bron: Dagblad Het belang van Limburg, maart 1970.

V.l.n.r.:

Mathieu Timmermans, uit Vlijtingen,
Onbekende,
Een notaris uit Brussel,
Marcus Timmermans, kuiper van de brouwerij,
Mathieu Servaes Paulissen uit Kesselt, knecht,
Felix Marres.

Zij werden gevangen genomen verdacht van het geven van steun aan de geallieerden in de strijd tegen de Duitse bezetter.
Felix Marres werd eerst ter dood veroordeeld, maar in hoger beroep werd dit omgezet tot levenslang. Na de oorlog kwamen zij allen vrij.

Foto Dagblad Het belang van Limburg, maart 1970.


HOME

Contact