Pauline Plantenberg-Marres (1884 - 1962)
Schrijfster van historische romans

*

Pauline Marres is het zesde kind uit de rij van tien die het echtpaar Constant Marres en Angélique Chambille kreeg.

Vader Constant Marres (1851-1916) heeft een wijnhandel en distilleerderij op de van Hasseltkade met een kantoor op de Boschstraat 31. Hij heeft ook een gistfabriek opgericht.

Pauline wordt in 1904 onderwijzeres op een basisschool in Heer bij Maastricht. die toen nog Lagere school werd genoemd. Van 1909 tot 1917 is zij hoofd van de school. Zij behaald de M.O. acte Nederlands en is vervolgens van 1917 tot 1921 lerares Nederlands op een ULO te Breda. In deze tijd schrijft zij het Leesboek voor voortgezet Lager onderwijs, 2 delen, 1921). Zij is bezig met een studie geschiedenis, wanneer zij zich verlooft met Paul Plantenberg, een marineofficier. Zij trouwen in 1921 en Pauline stopt dan met les geven.

Zij wonen vervolgens in Den Helder, Voorburg, Nederlands Indië en eindigen in Wassenaar.

Pauline Plantenberg-Marres

Haar ervaringen als vrijwilligster in een kleine ziekenpost in Soerabaja, verschenen onder de titel Het polykliniekje van Sint Melania in de Limburger Koerier, op 8, 14, 22 en 29 augustus 1936.

Bekendheid krijgt zij met haar romans. De eerste die in 1917 verschijnt is Heerserswaan, een historische roman over Karel de Grote. In 1929 verschijnt Doda's gouden leed, die gesitueerd was in de tijd van Lodewijk de Vrome. In 1939 volgde Ketters aan de Poort. In 1941 verscheen een boek bedoeld voor meisje Duvel en in 1947 de familieroman De Erfgenamen. Posthuum verschijnt Ketters aan de Poort, een beschijving van de verschikkingen in Maastricht door de verovering van Parma in 1579.

Pauline overlijdt in 1962 op 87 jarige leeftijd te Wassenaar. Paul Plantenberg hertrouwt in dat zelfde jaar Gabrielle Regout, weduwe van Paulines broer Fernand. Hij wordt 89 jaar. (40)


Cultuur

HOME

Auteur: Boed Marres, Amsterdam

laatst aangepast: