Eindnoten van Marres Geschiedenis

*

wrestling-contract

Contract op papyrus
Egypte 3de eeuw.
(GetTemplate, WordPress, 2014) P.H. Marres, De Iustitia, 1879

  P.H. Marres, De Iustitia

De Monumenten van Geschiedenis en Kunst in Zuid-Limburg

De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst in Zuid-Limburg

Stilleven_met_boeken_Rijksmuseum_SK-A-4090_Jan Lievens_ca1630_799px

Stilleven met boeken, Jan Lievens, circa 1630 - Rijksmuseum Amsterdam

Alanen

1. Tryphon, zoon van Andromenos, raadsheer aan het hof van het Cimmerische rijk aan de Bosporus 1e-2e eeuw, als geharnaste cavalerist in Alano-Sarmatische stijl, stele van Tryphon. Kertch, Krim, Oekraïne, 1e - 2e eeuw. (Terug)
2. Fibula, Krim, Oekraïne, 1e - 2e eeuw. (Terug)
3. Christopher I. Beckwith Empires of the Silk Road, Princeton University Press, Oxfort, U.K., 2009, Omslag­illustratie getekend door van Donato Giancola. (Terug)
4. Hans Wilhelm Haussig, Die Geschichte Zentralasiens und der Seidenstrasse in vorislamischer Zeit, Darmstadt 1983. (Terug)
4. Frances Wood, The silk road, two thousand years in the heart of Asia, The British Library, London 2002, p. 29, 42-43, 50. (Terug)
6. Mei Jianjun, hoogleraar University of Science and Technology, Beijing, in persoonlijk schrijven via e-mail 14 juni 2011; zie ook: Jianjun Mei, Early metallurgy in China: some Challenging issues in current studies in: Metallurgy and Civilisation, Eurasia and Beyond, London 2009. Op pag. 11, figure 5 staan gelijksoortige objecten. (Terug)
7. Frances Wood, The silk road, two thousand years in the heart of Asia, The British Library, London 2002, p. 61.
Zie ook: Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, pag. 20, 43, 47 en 50. (Terug)
7c. Science 14 February 2014: Vol. 343 no. 6172 pp. 747-751 DOI: 10.1126/science.1243518. (Terug)
7a. Pierre Cambon, Jean-François, directeur Musée National des Arts Asiatiques-Guimet, Paris France, Verborgen Afganistan, Tentoonstellingscatalogus, Nieuwe kerk te Amsterdam, 2012. (Terug)
7b. Marcellinus Ammianus, 330-395, Res Gestae XXII 5. (Terug)
8. De geharde altijd vechtende Alanen Marcus Annaeus Lucanus (39-65), Bellum Civile sive Pharsalia X, 223. In de beschrijving van de burgeroorlog tussen Pompeius en Caesar vermeldt hij de geharde altijd vechtende Alanen. (Terug)
8a. The Coveners League. An organisation aimed at promoting unity among the European community. www.covenersleague.com/communities/community-structure/item/253-kalash-tribe-and-culture (Terug)
9. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Editions Errance, Paris 2005, pag. 46/47. (Terug)
10. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Editions Errance, Paris 2005, pag. 46/47. (Terug)
11. Strabo, Γεογραφια (Geografia), 1e eeuw v.c. II 5, 7, hij noemt hen hier οι βασιλειοι, De koninklijken. Herodotus, IV, 20 e.v. meent echter dat deze Koninklijken tot de Scythen behoorden. (Terug)
12. Leri Tavadze, Frontier System of Georgia: Problems of the Northern Borders in Antiquity in Spekali #2 Georgian Studies. Spekali, Electronic bilingual scholarly peer-reviewed journal of the faculty of Humanities at Ivane Javakhisvali Tblisi State University. (Terug)
13. Lucius Annaeus Seneca (ca. 4 v.c.- 65), Tragoediae, Thyestes, 369 koor: Reges conveniant licet ...... qui Caspia fortibus recludunt iuga Sarmatis ... In regel 128 krijgt de noordewind Boreas het epitheton Sarmaticus. (Terug)
14. Harald Haarmann, Lexikon der untergegangenen Völker. Müchen 2005, p. 36 en 37, Alanen. (Terug)
15. Marcellinus Ammianus, 330-395, Res Gestae XXXI 2-21: Proceri autem Halani paene sunt omnes et pulchri, crinibus mediocriter flavis, oculorum temperata torvitate terribiles et armorum levitate veloces. Met Halanen worden hier de Alanen bedoeld. (Terug)
16. Marcellinus Ammianus, Res Gestae XXXI 2-21. (Terug)
17. Detail halssnoer, Afganistan, Tillya-tepe, graf VI, tweede kwart 1e eeuw, na chr., goud turkoois, Nationaal Museum van Afghanistan, Sarmatische prinses, haar hoofd had de kenmerkende vervorming zoals bij Sarmaten gebruikelijk was. (Terug)
18. Genetisch is dit recent aannemelijk gemaakt zoals in: I. Nasidze et al, Genetic Evidence Concerning The Origins of North and South Ossetians, Annals Human Genetics 68 (Pt6): 588/89. Ossetians are a unique group in the Caucasus, in that they are the only ethnic group found on both the north and south slopes of the Caucasus, and moreover they speak an Indo-European language in contrast to their Caucasian-speaking neighbours. We analyzed mtDNA HV1 sequences, Y chromosome binary genetic markers, and Y chromosome short tandem repeat (Y-STR) variability in three North Ossetian groups and compared these data to published data for two additional North Ossetian groups and for South Ossetians. The mtDNA data suggest a common origin for North and South Ossetians, whereas the Y-haplogroup data indicate that North Ossetians are more similar to other North Caucasian groups, and South Ossetians are more similar to other South Caucasian groups, than to each other. Also, with respect to mtDNA, Ossetians are significantly more similar to Iranian groups than to Caucasian groups. We suggest that a common origin of Ossetians from Iran, followed by subsequent male-mediated migrations from their Caucasian neighbours, is the most likely explanation for these results. Thus, genetic studies of such complex and multiple migrations as the Ossetians can provide additional insights into the circumstances surrounding such migrations (Terug)
19. Robert Nouwen, Tongeren en het land van de Tungri (31 v.chr.-284 n.chr., De titel is wat bescheiden, paragraaf 9.7 beschijft in het kort de late keizertijd (284-476 n.chr.) (Terug)
20. Procopius van Caesarea (voor 550 - na 662), Υπερ των πολεμων λογοι Geschiedenis van de Oorlogen, II 11-12, 29 en VIII 3,8,34, geciteerd in: Vladimir Kouznetsov en Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Paris 2005. (Terug)
20a. Eran Elhaik, University of Sheffield, Uncovering ancient Ashkenaz – the birthplace of Yiddish speakers, Atlas of Science, April 21, 2016; en Das R, Wexler P, Pirooznia M, Elhaik E. , Localizing Ashkenazic Jews to primeval villages in the ancient Iranian lands of Ashkenaz, Genome Biol Evol. 2016 Mar 3. (Terug)
20b. The Missing Link of Jewish European Ancestry: Contrasting the Rhineland and the Khazarian Hypotheses, Eran Elhaik, the Johns Hopkins School of Public Health in Baltimore, Maryland USA. Gene study settles debate over origin of European Jews, AFP jan 2013. Abstract: ... the genome of European Jews is a tapestry of ancient populations including Judaised Khazars, Greco-Roman Jews, Mesopotamian Jews and Judeans ... their population structure was formed in the Caucasus and the banks of the Volga, with roots stretching to Canaan and the banks of the Jordan ... many things are unknown about the Khazars, whose tribal confederation gathered Slavs, Scythians, Hunnic-Bulgars, Iranians, Alans and Turks ... the tale sketched in the genes is Teruged by archaeological findings, by Jewish literature that describes the Khazars' conversion to Judaism, and by language, too .... Yiddish, the language of Central and Eastern European Jews, began as a Slavic language before being reclassified as High German. (Terug)
21. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle. (Terug)
22. E. Stein, Histoire du Bas-Empire, p. 482 n.201 vermeldt dat deze naam alleen in Chronicon van Hieronymus gevonden wordt. Hieronymus van Stridon, priester en pauselijk secretaris, leefde van 347 tot 420. (Terug)
22a. Marcellinus Ammianus, Res Gestae, XV,15,16; XVI, 10,7 en 38. (Terug)
23. Yves Modéran, Die kontrollierte Einwanderung von Barbarengruppen in das Römische Reich (Deciticii, Tributarii, Laeti, Gentiles und Foederati), in Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, wissenschaftliche Red.: Umberto Roberto, Yann Rivière, für die deutsche Ausgabe: Jan Bemmann, Dieter Quast, Bonn, 2008. (Terug)
23a. Marcellinus Ammianus, Res Gestae, XXXI, 12, 6. Victor nomine magister equitum, Sarmata sed cunctator et cautus. Zie ook XXIV, 6,13-14. Over zijn moedige gedrag volgt hier eerst de vertaalde tekst van XXIV 6, 13 en 14 en dan de originele alleen van 14. Vertaald: Ze zouden zelfs nog met de horden verslagenen mee door de poorten de stad zijn binnengedrongen als niet generaal Victor, die zelf een pijlwond aan de schouder had opgelopen, hen met armzwaaien en schreeuwen daarvan had weerhouden, want hij zag het gevaar dat de opgewonden mannen roekeloos binnen de muren geraakt geen uitweg zouden vinden en door een overmacht omsingeld zouden worden. 14. De oude dichters mogen de tweekampen van Hector bezingen en de dappere Achiles prijzen tot in de hemel; de eeuwen door mogen Sophanes, Aminias, Callimachus en Cynaegirus, de sterren van de Perzische oorlogen met bewondering besproken blijven: niet minder schitterden deze dag sommigen van onze moedige strijders, zoals allen zullen bevestigen die er getuigen van waren.
De originele Latijnse tekst van XXIV 14: Sonent Hectoreas poetae veteres pugnas, fortitudinem Thessali ducis extollant, longae loquantur aetates Sophanem et Aminiam et Callimachum et Cynaegirum, Medicorum in Graecia fulmina illa bellorum: non minus illo die quorundam ex nostris inclaruisse virtutem omnium confessione monstratur. (Terug)
24. Bernard S. Bachrach, A history of the Alans, p.40. Map 2, Northern Italy. (B.M.: Kaart verkleind en ingekleurd) (Terug)
25. Marcellinus Ammianus, Res Gestae XIX, 10-11. in de vertaling van Aart Blom. Zie ook: Iaroslav Lebedynsky, Les Sarmates, Amazones et Lanciers cuirassés entre Oural et Danube, 2002, pag. 25. (Terug)
26. Irina Zasetskaya, Bosporus (Kerč) in der Zeit der Völkerwanderung, Grab 22, Necropole von Kerč Krim, um 400 n.chr., Staatliche Eremitage, St Petersburg, in Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, Bonn, 2008. (Terug)
27. Bibliotheca Augustana, Fachhochschule Augsburg, Deutschland, manuscript, circa 430, Notitia dignitatum omnium tam civilium quam militarium utriusque imperii occidentis orientisque. De kennis van alle onder­scheidings­tekens zowel burgerlijke als militaire van zowel het Westelijke als het Oostelijke rijk. De tekst in de overgeleverde handschriften zijn transcripties van het verloren gegane originele manuscript, dat rijk van illustraties was voorzien met onder meer de Insignia viri illustris magistri equitum, de onderscheidingstekens van de leiders van de verschillende onder de keizer dienende ruitereenheden. (Terug)
28. Frans Glazer, Die Goten und der Arianismus im Alpen-Adria-Raum in: Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, Bonn, 2008; Globasnitz (Karinthië, Oostenrijk), Gräberfeld Ost. (Terug)
29. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Paris 2005. (Terug)
30. Ernest Stein, Histoire des Bas-Empire, 1928, pag. 250-255. (Terug)
31. Procopius van Caesarea, De Oorlogen, Υπερ των πολεμων, III 3, 2, noemt Geiseric Γωδιγισκλου, Godigisklou, waar de Romeinen dan weer Godigisclus van maken. En zo verbastert een naam; en III 5, 18-25. (Terug)
32. Justine Davis Randers-Pehr, Barbarians and Romans, The Birth Struggle of Europe, A.D. 400-700, London & Canberra 1983. (Terug)
33. Dit is nu een gehucht van enige huizen maar vroeger stond hier een kerk geweid aan de plaatselijke Heilige Irmundus, meest afgebeeld als kluizenaar en herdersstaf met hond en vee. Deze zou in de 5e eeuw geleefd hebben. Dit moet in die tijd een plaats van aanzien zijn geweest. Enige kilometers hiervandaan is het graf van een hoofdman uit die tijd gevonden in Grevenboich, de zogenaamde man van Morken. In zijn graf een schild, helm en zwaard en speren. Apmerkelijk aan zijn kleding was een zwart-wit geblokte, geschaakte, zoom.
(Terug)
34. Olympiadorus van Thebe, 380-425, fragment 17. Als plaats wordt vermeld Μουνδιακω, τησ ετερασ Γερμανιας, in het latijn wordt dit: Mundiacum in Germania secunda. Ernest Stein, Histoire des Bas-Empire, pag. 558 noemt dit Muntzen bij Tongeren. (Waarschijnlijk bedoelt hij Montenaken een vroeger dorp in de Vroenhof van Maastricht). Bernard S. Bachrach, A history of the Alans, pag. 60, noemt Monzen 30 mijl ten oosten van het Bourgondische hoofdkwartier in Waremme. Hier ligt ook een Montenaken vlak onder Sint Truiden. Daarentegen denken vooral Duitse, maar ook Franse auteurs dat Olympiadorus zich vergiste en Μογουντιακω in het Latijn Moguntiacum bedoelde, en denken daarom aan Mainz waar de Bourgondiers later gevestigd waren. Deze plaats ligt echter in het vroegere Germania Prima. (Terug)
35. Nibelungenlied Een middeleeuws epos over liefde en wraak, uit het Middelduits vertaald, geannooterd en ingeleid door Jaap van Vredendaal, uitg. Boom, Groningen/Amsterdam 2011. (Terug)
36. Bernard S. Bachrach, A history of the Alans, p.41. Map 3, Northeasteren Gaul. (B.M.: Vestigingen ingekleurd) In Frankrijk vinden we deze namen in de Elsas, in Lotharingen, Franche-Comté, het Ile de France, Bretagne, Picardië en de Ardennen als Allain, Allaines, Allaineville, Allaincourt (Ardennen), Alland'huy (Ardennen), en aan de Sarmaten herinneren namen als Sermaine, Sampigny (van het Alaanse Sambida), Sermoise, Sermier en Soissons. (Terug)
37. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Editions Errance, Paris 2005, pag. 113 en 139. (Terug)
38. Fibula paar met zilveren handgrepen bedekt met goudplaat, gedecoreerd met polychroom glas en granaten in gladomzetting (Fr.: pierres en bâtes où boîtiers individuels; Eng.: bezel setting). Vondst in Moult (Calvados), grafvondst "Trésor d'Airan" circa 400-450, berustend in het Dépôt de la Société des Antiquaires de Normandie te Caen. (Terug)
39. The Hungarian Jászság Y-DNA Project of FamilyTree DNA. (Terug)
50. Marcellinus Ammianus, 330-395, Res Gestae XXXI 2, 13-17. (Terug)
51. Jean Manco, Ancestral Journeys, p. 150, 216, 229-230; Iron Age DNA from Europe and West Asia. Cited Mathieson (2015) and Afanasyev 2015. (Terug)
52. Iain Mathieson, Iosif Lazaridis, et alii, Genome-wide patterns of selection in 230 ancient Eurasians, Nature 528, 24 December 2015. Zij zijn: R1a1a1b2-Z93, R1a1a1b-S441, R1a1a1b2a2a-Z2123, R1b1a2a2-CTS1078 en Q1a-F903. (Terug)
53. Afranasyev G.E. et alii, 2015, New archaeological, anthropologicaland genetic aspects in the study of Alans from the Don region. (Terug)
54. Chang Hua'an, 常華安: The Eastward Migration of Sauromatians: The Most Suspicious Issue in Chinese History, ISBN 978-986-151-8, Taipei China. .... considering that the population of Sauromatians (about 600,000, excluding Scythians, 200,000) comprises only 1-2% of the total population of China when they entered China in 5th century AD, the distribution of Y chromosome haplogroup N among Sauromatians is relatively high, probably higher than 61.5% of that of Finland,
E-mail 5 maart 2015: I presume: Y chromosome haplogroepen among Uyghur people in Xing-jiang as follows: R1a, 29.4%, should have descended from Tocharians (Guz and Kutsi), N, 4.8%, from Sauro people (Kachgar), G2, 1.6%, from Massagetaes, J2, 14.43%, from Saka, R1b, 6.41%, from Sogdians. (Terug)
55. De volgende werken dienden als basis voor de pagina's Alanen en Sarmaten.
  in de volgorde van recent naar oud:
- Chang Hua'an, 常華安, The Eastward Migration of Sauromatians, 敕勒人的東遷:中國歷史最大疑案,
  Taipei China, 2013.
- Reinhard Schmoeckel, Deutschlands unbekannte Jahrhunderte, Geheimnisse aus dem Frühmittelalter, 2013.
- Iaroslav Lebedynsky, Sarmates et Alains face à Rome, Ie - Ve siècles, Illustoria, Clermont-Ferrand, 2010.
- Kinship and Y-Chromosome Analysis of 7th Century Human Remains: Novel DNA Extraction and Typing Procedure
  for Ancient Material, Daniel Vanek, Lenka Saskova, Forensic DNA Service, Prague (Cz.) and Hubert Koch,
  Bavarian State Department of Monuments and Sights, Regensburg (Germ.). Croat Med J. 2009 June; 50 (3).
- Umberto Roberto, Yann Rivière, für die deutsche Ausgabe: Jan Bemmann, Dieter Quast, wissenschaftliche
  Redaction, Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, Bonn, 2008.
- Guy Halsall, Barbarian Migrations and the Roman West, Cambridge University Press NY 2007.
- Walter Goffart, Barbarian Tides, The Migation Age and the later Roman Empire, University of Pensylvania
  Press, Philadelphia 2006.
- Alois Seidle, Deutsche Agrageschichte, Frankfurt am Main, 2006.
- Lupack, Alan, The Oxford Guide to Arthurian Literature and Legend, 2005.
- Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle,
  Editions Errance, Paris 2005.
- Iaroslav Lebedynsky, Les Sarmates, Amazones et Lanciers cuirassés entre Oural et Danube, VIIe siècle av. J-C - VIe
  siècle apr. J-C
, Editions Errance, Paris 2002.
- Frances Wood, The silk road, two thousand years in the heart of Asia, The British Library, London 2002.
- Dr. Oric Basirov, The origin of the pre-imperial Iranian peoples, CAIS series of lectures SOAS, 26/4/2001.
- Agustí Alemany, Sources on the Alans, A Critical Compilation, Handbook of Oriental Studies, section eight, Central
  Asia, Brill, Leiden-Boston-Köln 2000.
- Robert Nouwen, Tongeren en het land van de Tungri (31 v.chr.-284 n.chr.. N.B.: De titel is wat bescheiden,
  paragraaf 9.7 beschrijft in het kort ook de late keizertijd (284-476 n.chr.).
- Jens Lüning, Albrecht Jockenhhövel, Helmut Bender, Tortsen Capelle, Deutsche Agrargeschichte Vor- und Früh-
  geschichte
, 1996.
- Elton, Hugh, Frontiers of the Roman Empire, Bloomington, 1996.
- Róna-Tas, András, Hungarians and Europe in the Early Middle Ages: An Introduction to Early Hungarian
  History,
Budapest, 1996 [English edition 1999].
- Roymans, N., ed., From the Sword to the Plough: Three Studies on the Earliest Romanisation of Northern Gaul,
  Amsterdam Univ. Press, Amsterdam, 1996.
- Tilmann Bechert, Die römische Reichsgrenze zwischen der Mosel bis zur Nordseeküste, Stuttgart 1995.
- C. Scott Littleton, Linda A. Garland, From Scythia to Camelot. New York-London 1994.
- Drinkwater, John and Elton, Hugh, Fifth-Century Gaul: A Crisis of Identity?, Cambridge 1992.
- G.E.M. de Ste. Croix, The class struggle in the Ancient Greek world: from the Archaic Age to the Arab conquests,
- André Sikojev, Die Narten, Söhne der Sonne, Mythen und Heldensagen der Skythen, Sarmaten und Osseten, Köln
  1985.
- Hans Wilhelm Haussig, Die Geschichte Zentralasiens und der Seidenstrasse in vorislamischer Zeit, Darmstadt 1983.
- Justine Davis Randers-Pehr, Barbarians and Romans, The Birth Struggle of Europe, A.D. 400-700, London &
  Canberra 1983.
  London 1981. Zie Appendix 3, Settlements of Barbarians.
- Lengyel, A. and Radan, G. T. B., The Archaeology of Roman Pannonia, Budapest, 1980.
- Edith Ennen, Walter Janssen, Deutsche Agrargeschichte, Vom Neolithikum bis zur Schwelle des Industriezeitalters,
  1979.
- Hans Riehl, Die Völkerwanderung, Phaffenhofen/Ilm 1976 (Nederlandse vertaling van drs. Margaretha Blok, De
  Grote Volksverhuizing).
- Grant, Michael, The Army of the Caesars, New York, 1974.
- Bernard S. Bachrach, A History of the Alans in the West, Minneapolis 1973.
- Sulimirski, T., The Sarmatians, New York, 1970.
- Otetea, Andrei, The History of the Romanian People. New York, 1970.
- E. Stein, Histoire du Bas-Empire, de l'état Romain à l'Etat Byzantin (284-476), Amsterdam 1968
  (Franse bewerking door Jean-Remy Palanque van Geschichte des Spätrömischen Reiches, vom römischen zum
  byzantinischen Staate (284-476), 1928.
- Anonymus, Notitia dignitatum omnium tam civilium quam militarium utriusque imperii occidentis orientisque,
  circa 430, Bibliotheca Augustana, Fachhochschule Augsburg, Deutschland.
- Procopius van Caesarea, Υπερ των πολεμων, De Oorlogen, 5e eeuw.
- Anonymi Valesiani. I, 4e eeuw.
- Marcellinus Ammianus, (± 330 - 400), Res Gestae
- P. Cornelius Tacitus (± 55 - 117), Annales, Rome 1e eeuw.
- Flavius Josephus (Josef ben Matthitjahoe), De bello iudaico en Antiquitates Judaicae, Rome 1e eeuw.
- Herodotus (± 485 v.c. - 420/425 v.c.), Historiën.
- Decimus Magnus Ausonius, 310-393, Mosella.
- Lucius Annaeus Seneca, Tragoediae, Thyestes, 1e eeuw.
- Strabo, Γεογραφια (Geographia), 1e eeuw v.c.
- Diodorus Siculus, Διοδοροσ Ζικολοσ, Bibliotheca Historica. 1e eeuw v.c. (Terug)

Archeologische Vondsten

1. Titus A.S.M. Panhuijsen, Romeins Maastricht en zijn beelden, 1966, pag. 263, 264. (Terug)
2. Titus A.S.M. Panhuijsen, Romeins Maastricht en zijn beelden, 1966, pag. 330-333, 431 433. (Terug)
3. Wiedemann, Emperors and Gladiators, 53 noot 117 en 38-39. (Terug)
4. Titus A.S.M. Panhuijsen, Romeins Maastricht en zijn beelden, 1966, pag. 32. (Terug)
5. Het huis, oud & nieuw; Maandelijksch prentenboek gewijd aan huis-inrichting, bouw en sierkunst jrg 5, 1907. (Terug)

Biografieën

1. Deze brief hebben wij omstreeks 1980 ingezien bij M.M.E.E. Franquinet te Beek (Limb). (Terug)
2. Dit schilderij wordt toegeschreven aan de schilder Englebert Nicolas Victor Rhenarsteine. (Terug)
3. Maurice Thunus, président des Archives Verviétoises, Une famille notable de Verviers - Les Franquinet, in Bulletin des Archives Verviétoises Tome XVII (1986-1987), een slordige en onvolledige verzameling van bestaande papieren en foto's in zwart-wit, zonder eigen onderzoek. (Terug)
4. Natuurhistorisch Museum Maastricht, Collectie Botanie. Tot de collectie behoren ook enkele apothekersherbaria waarvan het mossenherbarium uit 1770 van de Maastrichtse apotheker J.L. Franquinet het belangrijkst is. N.B.: Het door het museum opgegeven jaartal 1770 kan niet juist zijn. Mogelijk is zijn vader Dr. Franciscus Lambertus Franquinet 1744-1803, medisch doctor te Verviers tot 1779, daarna te Maastricht de samensteller hiervan. (Terug)
5. Portret uit Maurice Thunus, Une famille notable de Verviers - Les Franquinet. (De herkomst van de afbeelding is onduidelijk. Voor een apotheker is hij wel erg overladen met medailles) (Terug)
6. Zijn rol in het Nederlandse verzet wordt genoemd in het boek van Jan van Lieshout Het Hannibalspiel. (Terug)
9. E.M.A.H. Delhougne, Genealogieën I, Nijmegen 1957, FRANQUINET - VERVIERS (Blg.). (Terug)
10. Schilderij, marouflé doek op hout 23x28cm, in zijn jeugd geschilderd volgens zeggen van Yvonne Marres-Franquinet, 1912-1993, in familiebezit. (Terug)
11. J. Immerzeel, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche Buntschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van het begin der vijftiende eeuw tot heden, I, Amsterdam 1842. (Terug)
12. Kon. Acad.v. Schone Kunsten Antw., Archief Academie, inv. nr. 303/304, p. 281. (Terug)
13. J. Blonden, De Latijnse Stadsschool van Maastricht tot aan hare inrichting als Atheneum (1804-1817). PSHAL, 68, 1932. (Terug)
14. Ingrid M.H. Evers, Drie vergeten Maastrichtse schilders, François Hermans (1745-1804), Louis Hermans (1750-1834), Guillaume Henri Franquinet (1784-1854), PSHAL, 129, 1993. (Terug)
15. G.K. Nagler, Neues allgemeines Künstlerlexicon oder Nachrichten von den Leben und den Werken der Maler, Bildhauer, Baumeister.. IV, München 1837. (Terug)
16. H. Weisäcker und A. Dessoff (eds.) Kunst und Künstler in Frankfort am Main in neunzehnten Jahrhundert, Frankfurt/M 1907/1909, II, 40. (Terug)
17. Zijn neef Philip van Gulpen studeerde daar geneeskunde. Deze wordt geneesheer in Maastricht en was een kundig tekenaar. Hij tekende de monumentale, soms nog uit de middeleeuwen stammende, Maastrichtse huizen vlak voordat ze ten behoeve van de vooruitgang werden vernietigd. (Terug)
18. J. Immerzeel, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van het begin der vijftiende eeuw tot heden, I, Amsterdam 1842. (Terug)
19. Thieme/Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, Leipzig, XII, 386. (Terug)
20. G.C. Groce and D.H. Wallace, The New-York Historical Society's Dictionary of Artists in America, 1564-1860, New Haven/Oxford, Yale University Press/Oxford University Press, 1957. (Terug)
21. Algernon Graves, The British Institution 1806-1867, a complete dictionary of contributors and their work from the foundation of the institution, Bath 1969 (reprint, oorspr. uitg. London 1875): voorwoord. (Terug)
21a. The Adams Papers, L.H. Butterfield, editor in chief. Portraits of John Quincy Adams and his wife, by Andrew Oliver, The Belknap Press of Harvard University Press, 1970 Massachusetts Historical Library of Congress Catalog, pagina 221-222, Diary, 12 june 1841, same 14, 15, 16 june 1841, same 23 april 1842. (Terug)
21b. Craig's Daguerreian Registry, The Acknowledged Resource on American Photographers 1839-1860. (Terug)
22. A. Siret, Dictionaire historique des peintres du toutes écoles ... Bruxelles 1848; E. Bénézit, Dictionnaire critique et documentaire des Peintres, 1911-2006, IV 504. (Terug)
23. Volgens aantekeningen van G.L.D. Franquinet zou hij in Maastricht en Parijs ook gebouwen hebben vereeuwigd. RHCL Archief GLD Franquinet, inv nr. 1 (genealogie). (Terug)
24. www.kikirpa.be. (Terug)
25. Galerie des Peintres ou Collection de Portraits des peintres les plus célèbres de toutes les écoles, par M. Chabert hommes des Lettres, Paris 1822-1834, vier delen. Dit werk bevindt zich in de bibliotheek van het Rijksmuseum te Amsterdam. (Terug)
26. Monuments des Arts du dessin chez les peuples tant anciens que modernes, recueillis par le Baron Vivant Denon, décrits et expliqués par Amaury Duval, Paris 1829. Dit werk verscheen als tijdschrift en bevatte uiteindelijk vier delen. Daarvan bevinden twee delen in de bibliotheek van het Rijksmuseum te Amsterdam. (Terug)
27. www.culture.gouv.fr/public. (Terug)
28. www.ram.ac.uk/emuweb. (Terug)
29. www.wilnitsky.com. (Terug)
31. The Letters of Henry Wadsworth Longfellow 1814-1843, part VI, p. 499, to Stephan Longfellow, his father, Cambridge, November 10 1839. (Terug)
32. Longfellow National Historic Site grants permission for one-time use on your website of the six images by Franquinet and asks that you use the following credit line: Courtesy National Park Service, Longfellow National Historic Site. ... Sincerely, Anita Israel Archives Specialist, Longfellow National Historic Site 105 Brattle St. Cambridge, MA, USA. (Terug)
40. Biografische gegevens over haar zijn te vinden in: P.A.M. Geurts, Twee historische romans over Maastricht van Paulie Plantenberg-Marres, in Bonne et Servante, uit de Geschiedenis van de Maastrichtse vrouw; en een artikel over haar in Wikipedia.

Charters

1. Stadsarchief Tongeren, Sint-Jacobusgasthuis Tongeren, Register joffer Elisabeth van Vrolingen, 44-47 en copie op 51-54. (Terug)
2. RHCL, archief van de familie Marees te Maastricht, toegangscode 160124, inv. nr. 100. (Terug)

Charter Boxberch van Giles de Fiez

1.Stadsarchief Tongeren, Sint-Jacobusgasthuis Tongeren, Oorkonde, Origineel op perkament, hoogte 37 mm., plica 26 mm., breedte 39 mm., datum: 15/02/1403, Aan een dubbele perkamenten strook is het zegel van Gillis de Fiez, in bruine was, bevestigd, ontleding in BSSLL. XV, 351-352. Zie Charter de Fiez (Terug)

Genetica uitleg

1. Ray Banks. De SNP-code bestaat uit letter die de Universiteit aangeeft waar ze zijn ontdekt met een volgnummer. The Stanford University of California heeft letter (M), de laboratoria van Family Tree DNA hebben (L), The Universiteit van Arizona (P), The Universiteit van Centraal Florida tenslotte heeft (U), (Terug)
2. Genoemd naar het klassiek Griekse woord voor enkelvoudig: 'απλουσ omdat het een mutatie in het enige niet dubbele chromosoom betreft. De Haplogroep en zijn subgroepen zijn het gevolg van een bepaalde mutatie die aangegeven worde door SNP-code. (Terug)
3. Afbeelding uit Zonen van Adam in Nederland, Sahar Barjesteh van Waalwijk van Doorn-Khosrovani, e.a., 2008 (Terug)

Haplogroepen

15. Museum of Natural History in Cleveland, Ann Gibbons, Science 2015; foto uit Ancient Origins. sept. 2015. (Terug)
16. Monika Karmin et alii, A recent bottleneck of Y chromosome diversity coincides with a global change in culture, Genome Research, 215. (Terug)
16a. Bron: George van der Ven. www.lucyonline.nl/voorouders/homo_erectus_uit_georgie.htm (Terug)
17. Thomas Krahn, Bonnie Schrack, Forka Leypey, Matew Fomine, Astrid-Maria Krahn, Searching for Our Most Distant (Paternal) Cousins in Cameroon, 14GG San Diego 2016. (terug)
17a. The human migration – haplogroups by Fredsvenn in New post on Cradle of Civilization, july 2019.. (Terug) 18. Anna Szécsényi-Nagy, Guido Brandt, Victoria Keerl, et al. Tracing the genetic origin of Europe's first farmers reveals insights into their social organization, bioRxiv first posted online September 3, 2014. (Terug)
19. Picture: Mikko Kriek, BCL Archaeological Support & Rijksmuseum van Oudheden Leiden, The Netherlands. (Terug)
20. Human Y Chromosome Haplogroup N: A Non-trivial Time-Resolved Phylogeography that Cuts across Language Families, Anne-Mai Ilumäe. The American Journal of Human Genetics, Volume 99, Issue 1, p163-173, 7 July 2016. (terug)
20a. familytreedna.com/public/POL-LITHNOBILITY- terugground (terug)
21. LL. Kang et al., Y chromosomes of ancient Hunnu people and its implication on the phylogeny of East Asian linguistic families. Annual Meting American Society Human Genetics 2013, abstracts, 6 sept. 2013. (terug)
21. LL. Kang et al., Y chromosomes of ancient Hunnu people en its implication on the phylogeny of East Asian linguistic families. Annual Meting American Society Human Genetics 2013, abstracts, 6 sept. 2013. (Terug)
22. Yong-Bin Zhao, Ancient DNA Evidence Reveals that the Y Chromosome Haplogroup Q1a1 admixed into the Han Chinese 3,000 Years Ago, American Journal Of Human Biology (Aug. 2014). (Terug)
23. Vladimir Gurianov, Dmitry Adamov, Vladimir Tagankin, Leon Kul, Clarification of Y-DNA Haplogroup Q1b Phylogenetic Structure Based on Y-Chromosome Full Sequencing, The Russian Journal of Genetic Genealogy: Tom 7, nr.1, 2015. ISSN: 1920-2997. (Terug)
23a. Genetic genealogy reveals true Y haplogroup of House of Bourbon contradicting recent identification of the presumed remains of two French Kings, Maarten H D Larmuseau, Eur J Hum Genet. 2014 May; 22(5): 681–687. (Terug)
23aa. Guido F. H.H. van Benthem en Maarten H.D. Larmuseau, Het Y-chromosoom van de graven van Holland De Nederlandsche Leeuw juni 2023; https://www.yfull.com/tree/R-PAGES00073/. (Terug)
23b. familytreedna.com/groups/patriots-and-royalty/about/results European kings whose haplogroup can be deduced from the testing of a relative. (terug)
23c. Tony Joseph, How genetics is settling the Aryan migration debate, june 2017, Ground Zero - In-depth reportage from The Hindu, 26 december 2017. (Terug)
24. Adapted from: 400 thousand year old human mtDNA from Sima de los Huesos. Nature (2013) doi:10.1038/nature12788. (Terug)
24a. Genomic analysis of Andamanese provides insights into ancient human migration into Asia and adaptation, Mayukh Mondal et alii, Nature Genetics 2016. (Terug)
25. Deze kaart van Y-DNA haplogroepen werd gepost op Wikipedia, de vrije encyclopedie. (Terug)
26. G. David Poznik, e.a. Sequencing Y Chromosomes Resolves Discrepancy in Time to Common Ancestor of Males Versus Females, Science 2 august 2013, vol. 341, pp. 562-565. (Terug)
27. Paul Brotherton et alii, Neolithic mitochondrial haplogroup H genomes en the genetic origins of Europeans, Nature Communications, The Australian Centre for Ancient DNA, School of Earth en Environmental Sciences, University of Adelaide, Adelaide, South Australia, 23 april 2013. (Terug)
28. Jean Manco, Ancestral Journeys - The peopling of Europe from the first venturers to the Vikings, London 2013. (Terug)
29. Melchior, Linea; Kivisild, Toomas; Lynnerup, Niels; Dissing, Jørgen (2008). Evidence of Authentic DNA from Danish Viking Age Skeletons Untouched by Humans for 1,000 jaar, PLoS One. 2008 May 28; and
Hofreiter, Linea e.a. (2010). Genetic Diversity among Ancient Nordic Populations. PLoS ONE 5 (7): e11898. doi:10.1371. (Terug)
31. Bryan Sykes, DNA USA, A Genetic Portrait of America, New York - London, 2012. (Terug)
32. Micro-geographic distribution of Y-chromosomal variation in the West-European Low Countries, Larmuseau, Maarten, Vanderheyden, Nancy, Decorte, Ronny, 3 Feb 2011. (Terug)
33. Iñigo Olalde et al. Derived immune en ancestral pigmentation alleles in a 7,000-year-old Mesolithic European, Nature (2014) doi:10.1038/nature12960. (Terug)
34. Monika Karmin, e.a., A recent bottleneck of Y chromosome diversity coincides with a global change in culture,, Genome Res. Published in Advance March 13, 2015. (Terug)
35. Anna Szécsényi-Nagy, Guido Brandt, Victoria Keerl, et al. Tracing the genetic origin of Europe's first farmers reveals insights into their social organization, bioRxiv first posted online September 3, 2014 (Terug)
36. Esther J. Lee et al. Ancient mtDNA from Rössen culture in Wittmar, Germany , Archaeological en Anthropological Sciences, December 2013. (Terug)
37. Ann Gibbons Three-part ancestry for Europeans, Science 5 sept 2014, Vol. 345 no. 6201 pp 1106-1107. (Terug)
38. Brandt, Haak et al. en Bollongino et al., Ancient central European mtDNA across time.; Science 11 October 2013: Vol. 342 no. 6155 pp. 257-261. (Terug)
39. Beatriz Marcheco-Teruel, Cuba: Exploring the History of Admixture and the Genetic Basis of Pigmentation Using Autosomal and Uniparental Markers, Plosgenetics.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pgen.1004488. (Terug)

Heraldiek

1. Miroir des Nobles de Hasbaye, par Jacques de Hemricourt, mis du vieux en nouveau Langage, enrichy d'un grand nombres des Figures en Taille-douce, par le Sr. de Salbray, Bruxelles, chez E. Henry Fricx, 1673. Dit prachtige in leer gebonden exemplaar bevindt zich in het Familiearchief. (Terug)
2. J.Ph. Gramme, Recueil Héraldique des bourguemestres de la noble cité de Liège, Luik, 1720. (Terug)
3. Ces sept Chevaliers bannerets sont descendants de Dammartin ou de proches parents. Ils portent tous des couleurs différentes.
le seigneur de Seraing: or semé de fleurs delis, cris de querre: Dammartin (Thierry Tabareau deuxième fils d'Eustache de Haneffe, le premier seigneur de Seraing, vivait encore en 1312 );
le seigneur de Haneffe droeg hetzelfde wapen, met kwartier van Fagneule, cri de guerre: Dammartin (mort en 1357);
le seigneur de Oupeye: argent bezaaid met lelies, cri de guerre: Dammartin (hij was een Dammartin de Warfusée maar noemde zich d'Oupeye);
les seigneurs de Antin droegen de wapens van Oupeye met een blauw kwartier;
les seigneurs de Thilice: droegen de wapens van Oupeye met een rood kwartier;
le seigneur de Duras droeg: zwart bezaaid met gouden lelies, cri de guerre:
Dammartin (Jean de Dammartin de Warfusée, leefde in 1316, huwde Alix, erfgename van Duras en stichtte zo een tweede geslacht Duras;
le seigneur van Momalle voerde: rood bezaaid met argenten lelies, cri de guerre: Dammartin. (Terug)
4. Dit zijn Barveau, Bombaye, Bruninck, des Champs, le Chantemerle, le Cornut, Edelbampt, Fontaine, Harduemont, Haultepenne, Halendas, Hermalle (sous-Clermont), Jemeppe, Kerckem, Liers, Mombeeck, Marteau, Neufchateau heer van Abée (of Neufchastel), Neu(f)ville, Ordingen, Persant de Haneffe, Pepingen, Sefawe, Wouteringen, Waroux, en Wihogne. - Bron van dit geheel: Bert Barée, Het Oude land van Luik, enkele kenmerken van Luikse heraldiek op 'www.hetoudelandvanluik.be'. Zie ook bij: Bronnen en Litteratuur. (Terug)
5. Le baron Léon de Herckenrode, Collection de Tombes, Epithaphes et Blasons de la Hesbaye, Gand, 1845. (Terug)
8. De informatie van alle kentekens, zowel civiele als militaire, van zowel het West- als het Oost-Romeinse Rijk, Bibliotheca Augustana, Fachhochschule Augsburg, Deutschland, handschrift, circa 430, Notitia dignitatum omnium tam civilium quam militarium utriusque imperii occidentis orientisque. De kennis van alle onder­scheidings­tekens zowel burgerlijke als militaire van zowel het Westelijke als het Oostelijke rijk. De tekst in de overgeleverde handschriften zijn transcripties van het verloren gegane originele manuscript, dat rijk van illustraties was voorzien met onder meer de Insignia viri illustris magistri equitum, de onderscheidingstekens van de leiders van de verschillende onder de keizer dienende ruitereenheden. (Terug)
10. Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg (PSHAL), tôme XXXVI, 1900, pag. 72. (Terug)
11. PSHAL, tôme LXII, 1927, pag. 102, P. Doppler, Schepenbrieven van het Kapittel van O.L.Vrouw te Maastricht, nr. 460, 2 mei 1463, origineel op perkament, aangehecht het zegel van Wynant Moers, schepen van Veltweselt. Zie ook: J. Belonje, Genealogische en Heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg, Maastricht 1961, Grafsteen van Hendrik Moers, schout van Veltweselt en Kesselt, gestorven 8 nov. 1667: Gedeeld: a. een klimmende leeuw; b. een dwarsbalk en in het schildhoofd twee rozen. (Terug)
12. Le baron Léon de Herckenrode, Collection de Tombes, Epithaphes et Blasons de la Hesbaye, Gand, 1845. Met name pag. 365-366 en 502-504. (Terug)
13. Algemeen Rijksarchief België, Brussel, Oorkonden van Brabant, nr. 2923, zegelnummers 22.416. (Terug)
14. Algemeen Rijksarchief België, Brussel, Oorkonden van Brabant, nr. 4012 en 4013, zegelnummers 25.663 en 25.720. (Terug)
15. Sceaux armoriés de Hesbaye, Emile Boulet et René Wattiez, 1986, A.É.H., Abbaye de Neufmoustier, ch. 241. (Terug)
15a. Mares in kwartier van der Houven. Bron CBG, GHS 50A32, J.M. de Lange, Wapenboeck, familiewapens, rouwborden en grafschriften, omstr. 1725, blz. 281. (Terug)
16. Sceaux armoriés de Hesbaye, Emile Boulet et René Wattiez, 1986, A.É.H., Abbaye de Neufmoustier, ch. 66. (Terug)
17. Armorial Général, J.B. Rietstap, Gouda, 1887. (Terug)
18. Nobiliaire des Pays-Bas, Leuven 1760, p. 427. Armoriaux Liégeois, chevalier de Limbourg, 1934, p. 13. (Terug)
19. Vierset-Godin, Les Bourgemesters de Huy, p. 30; le Fort, Epithaphes, 2e partie, nr. 911; Armoriaux Liégeois, chevalier de Limbourg, 1934, p. 13. (Terug)
20. Nederland's Patriciaat, 1961, jg. 47, pag.205-241. (Terug)
21. H.J. Koenen, Het Geslacht de Marez, 's-Gravenhage 1898. (Terug)
22. Ned. Patriciaat, 44, 1958, artikel Tak - de Maret Tak. (Terug)
23. H.J. Koenen, Het Geslacht de Marez, 's-Gravenhage 1898. (Terug)
24. CBG Heraldische databank. (Terug)
25. CBG Heraldische databank, een van de acht kwartierwapens van het wapen van jonker Godefroij Fredrick van de Poll, overl. 29 juli 1702, begr. in de kerk te Hedel in de Bommeleweert aan de Maas. Bron: CBG, GHS 50A34, J.M. de Lange. Rouwborden, ca. 1700; blz. 1681. (Terug)
26. H.J. Koenen, Het Geslacht de Marez, 's-Gravenhage 1898. (Terug)
27. Repertorio de blasones de la comunidad hispánica, berustend in de Biblioteca Nacional te Madrid. Wapenbeschrijving Mares. Ook is aangetroffen: Marré: en azur un castillo de oro. Er is geen wapen Marres aangetroffen, terwijl de naam Marres wel spaarzaam voorkomt op het Iberische schiereiland. (Terug)
31. Breur Henket was zo vriendelijk mij de afbeeldingen van het paneel te doen toekomen. (Terug)
32. Commentaar heraldische afdeling CBG, 's-Gravenhage. (Terug)
33. De transcriptie en de afsluitende bespreking zijn van Ingrid M.H. Evers. (Terug)
40. René ten Dam in Shared Cemeteries. Zie: Fort Kochi - St Francis Church. (Terug)
41. Rijksmuseum Amsterdam: Coll. 22724. (Terug)
45. RRHCL, Oud Archief Maastricht, not. H. Nolens, 27 november 1769, Mutueel testament echtpaar Leonardus Tielens en Elisatbeth Neven, d.d. 10 november 1769. - Foto: E.C.W.L. Marres, 2012. (Terug)
51. RHCL, Oud archief M'tricht, notaris P. de Marres, inv. nr. 1336, Testament Emerentia Stas geboren van Buel, 31 juli 1669, geopend 2 juli 1697. Het zegel bevindt zich op een testament dat hij in zijn functie van notaris opmaakte. Lakzegel 12 mm. in doorsnede. (Terug)
52. RHCL, archief L.v.O., schepenbank van Geleen, inv. nr. 1240, brief van Pau de Marres aan de schepenbank, 2 febr. 1701. Lakzegel 12 mm. in doorsnede. (Terug)
53. RHCL, Oud archief M'tricht, notaris Schaepen, inv. nr. 1738, Gezegelde volmacht van Elisabeth van Leeuwen-Marres, 19 nov. 1709. (Terug)
54. RHCL, Oud archief M'tricht, notaris Guichard, inv. nr. 2078, opening 29 mei 1765, Testament Elisabeth Busco d.d. 13 juni 1760. geboren Marres d.d. 13 juni 1760. Hierop een viertal zegelafdrukken met wapen Busco. (Terug)
55. Zie de wapenbeschrijvingen van dit geslacht in de genealogie van den Bosch. (Terug)
56. Le baron Léon de Herckenrode, Collection de Tombes, Épitaphes et Blasons, recueillis dans les Églises et Couvents de la Hesbaye, Gand, 1845. (Terug)
57. Armorial Général, J.B. Rietstap, Gouda, 1887. (Terug)
58. Th. de Renesse, Dictionnaire des figures héraldiques, zeven delen, Brussel 1894-1903. (Terug)
59. Miroir des Nobles de Hasbaye, par Jacques de Hemricourt, mis du vieux en nouveau Langage, enrichy d'un grand nombres des Figures en Taille-douce, par le Sr. de Salbray, Bruxelles, chez E. Henry Fricx, 1673. Dit prachtige in leer gebonden exemplaar bevindt zich in het Familiearchief. (Terug)
59a. ... et chilh qui sont issus delle coistie de Hocrion, dont messires Johan Moreaz issit, portent d'or à une bende d'azure, et ja soice que messires Johan Moreaz et messires Wilhelmus, ses fis, les portassent de ces couleurs .... Oeuvres de Jacques de Hemricourt, par C.de Borman, Tome premier, Le Miroir des nobles de Hesbaye, Bruxelles, 1910, heruitgave van het manuscript van Goffin de Hemricourt Le Miroir des Nobles de la Pays de Liège, 1398. (Terug)
60. Nationaal Archief te Den Haag, portef.nr. 5864, missiven uit Maastricht aan de Staten Generaal; gezegelde brief van Michael Mares aan de staten Generaal d.d. 5 februari 1762: "De ondergeschreven belove, mij verbindende bij deese, dat indien Haer Hoogmoogende mij gelieven te beneficeeren met de prebende van St Servaes vaceerende door de dood van wijlen E.D. de Mean, ick daervoor sal betaelen de somme van drie duisent Pattacons ofte seven duijsent vijff hondert gulden Hollands, doende de somme van twaelf duijsent gulden Maestrichter Cours en sulx met een geaccepteerde wisselbrief in de Hage te voldoen. M. Mares, priester uijt den Vroenhove. Aangehecht een lakzegel met afdruk van een volledig wapen. Het schild beladen met een kam, vergezeld van drie klaverbladeren. Helm en dekkleden. Helmteken: een klaverblad van het schild." (Terug)
61. Jef Leunissen, Van Wilre tot Wolder, Uit het verleden van het hoofddorp van de voormalige Vroenhof, pag. 108: Michaël Marres legde op 9 februari 1798 te Maastricht toch de eed van haat aan het koningschap af. Hij stichtte te Wilre twee jaargetijden en schonk aan de kerk een zilveren kelk. Hij overleed op 14 juni 1818 te Wilre en werd in de kerk aldaar begraven. Hij werd ruim 90 jaar oud. N.B.: In de liassen van de Staten Generaal is te lezen dat hij 12.000 gulden bood. Van der Vreecken bood 13.920 gulden. (Terug)
62. Beschijving stempel: Materiaal: koper?; afmeting: ongeveer 30mm hoogte (handvat), de eigenlijke stempel is 20 mm x 18 mm, Massa (gewicht): 7,99 gr., vinder Bart Verheyen, vondstlocatie: Winevenstraat 56, 3620 Lanaken. (Terug)
63. Gevonden door Marco Bugel. (Terug)
65. Wapenbeschrijving door Cyril Marès, eigenaar van Mas des Bressades. Hij vermeldt dat zijn familie zijn oorsprong heeft aan de oever van het 'Etang de Tau' tussen Agde en Sète en de naam Mares daar al vanaf 1240 wordt genoemd. Hun bewezen genealogie vangt aan in de XVIde eeuw. Verwantschap tussen beide geslachten is niet waarschijnlijk. (Brief Cyril Marès d.d. 30 dec. 1997) (Terug)

Kwartierstaat


2. L. van Bree, Gedenkboek van de Javasche Bank 1828 - 1928, 2 delen, Weltevreden 1930. Hierin staat dat J.F.H. de Vignon Vandevelde op 11 februari 1899 werd benoemd tot directeur en J. Reijsenbach op 25 maart van datzelfde jaar tot president van de Javasche Bank. Deze bank gaf de bankbiljetten uit voor Nederland's Indië. Een serie is in de beginjaren van de vorige eeuw door J.F.H. de Vignon Vandevelde als president ondertekend. (Terug)

1. Hans Szymanski, Brandenburg-Preussen zur See 1605-1815. Ein beitrag zur Frügeschichte der Deutsche Marine, Leipzig, 1939. (Terug)
2. L. van Bree, Gedenkboek van de Javasche Bank 1828 - 1928, 2 delen, Weltevreden 1930. Hierin staat dat J.F.H. de Vignon Vandevelde op 11 februari 1899 werd benoemd tot directeur en J. Reijsenbach op 25 maart van datzelfde jaar tot president van de Javasche Bank. Deze bank gaf de bankbiljetten uit voor Nederland's Indië. Een serie is in de beginjaren van de vorige eeuw door J.F.H. de Vignon Vandevelde als president ondertekend. (Terug) h4>Maquette

1a. Kadasterkaart Maastricht, sectie b, blad 9, 1811-1832. Afbeelding gekregen van de beheerder FB pagina M.O.L, Frederik Fluweel. (Terug)
1. J.H.F. Bloemers, Meer dan 130 jaren oudheidkundig onderzoek in het Stokstraatgebied te Maastricht, in Stokstraatgebied te Maastricht Een renovatieproces in Historisch perspectief, uitgave Gemeente Maastricht, 1973, pagina 152. (Terug)
2. Afbeelding van Wikimedia Commons, Kleon3. (Terug)
3. De afbeelding is verkregen van de heer E. Stevenhagen te Zoetermeer. (Terug)

Mares

1. Rijksarchief te Hasselt (België), archief schepenbank Millen, inv. nr. 47, folionr. 87, 2 dec. 1572. (Terug)
2. Rijksarchief te Hasselt (België), archief schepenbank Fall, inv. nr. 22, folionr. 56v, 27 juli 1630. "Reyner Marres van Fall wenst te ontvangen de erfenis van Gerard Claessen van Fall gewoond hebbende te Eysden in het land van Overmase en Margriet zijn huysvrouw, dochter van alde Reyner Marres van Fall oft Hoekelom zaliger, als naeste bloedverwand van Margaret te weten 5 grootroeden land tussen Fall en Sichen, reijgenoten naar Maastricht de erfgen. Jan de Smet van Fall, naar de Jeker: het voetpad van Nieuwenhof naar Sichen, naar Fall: de erven Melot Alexanders en 6 grootroeden aan de Haesensprong, reijgenoten naar Fall: Paulus Stas, naar weg van Fall naar Meer: Willem Raedts de alden, naar de tombe: Jaques Stas." (Terug)
3. Rijksarchief te Hasselt (België), archief schepenbank Fall, inv. nr. 18, folionr. 9v, 27 april 1580. (Terug)
4. Rijksarchief te Hasselt (België), archief schepenbank Fall, inv. nr. 18, folionr. 21, 12 december 1581. Op deze dag verzoekt Henric Kusters alias Omalia van Sichen, als man en momber van zijn echtgenoot, weduwe van Reyner merres den jonge zijn aandeel te ontvangen van het huis en de hof van wijlen Reyner Marres de ouden. (Terug)
4b. Peter Marres van Sichen, gehuwd met Elisabeth kopen op 8 juni 1639 2 groot roeden en 5 kleine onder de Roesberg tegenover het Vossengaet, reijgenoten naar Roesberg die groeve, naar Wange en Sichen de gemeine wegh van Sichen naar de roesbergh, naar Berg Claes Jans. (Schepenb. Sichen 27) (Terug)
4a. Lees hierover: SOK-mededelingen nr. 8 december 1985 pagina 6-7: Frank Vossen, Collasberg of Marresberg.
Schriftelijke mededeling van de heer Peter Jennekens te Meerssen: De groeve is enorm groot. Zussen ligt op een heuvel en deze is door de blokbrekers geheel uitgehold. .... Hier weer verder gegaan met de zoektocht naar tastbare bewijzen van de aanwezigheid van de fam. Marres in de groeve. Deze ook gevonden. In een fam. kroniek (niet van Marres) aanwezig in Zichen-Zussen-Bolder wordt reeds vroeg gewag gemaakt van de aanwezigheid van de fam. Marres te Z.Z.B. Zo staat er vermeld, het is het jaar 1674: "Sy (het leger van de Prins de Condé) liepen af Marresbergh, de voorste boggen in Stasberge; sy mynden oock de andere berg af te loopen, dat men sich niet lustig geweert hadden. ...". In 1674 spreekt men dus reeds over de Marresberg. In Z.Z.B. en omstreken is het zo dat de naam "berg" twee betekenissen heeft. Zowel een heuvel wordt een "berg" genoemd als ook een onderaardse groeve. Waarschijnlijk was de hier genoemde "Marresberg" dus eigendom van de familie Marres en in deze heuvel bevond zich ook "de Marresberg", een mergelgroeve. (Terug)
4b. Joris, Reijner en Gerard Mares kopen op 2 maart 1694 van Jan Jasperts in dienst van de staten van holland diens aandeel in een steengrond onder 4 1/2 groot roeden akkerland gelegen op de Raespurch in de iurisdictie van Sichen, Reijgenoten naar Sichen Jan Tans, naar Maastricht Wirick Hendriks als winne naar Luik Will Hafstun voor 4 pattacons. Onder de zelfde grond is gecedeerd 3000 blokken om daar uit te werken. (not. J. Tans, Sichen, 4359).
In de schepenbrieven v.h. kapittel van Sint Servaas spreekt men in een akte (nr. 1528) van 31 jan. 1470 over de Roesbergh. In een akte (nr. 1581) uit 29 juli 1479 over Roosbergh. (Mededeling van de Peter Jennekens).
Ansichtkaart in bezit van en ter beschikking gesteld door de heer P. Jennekens, onderzoeker van de mergelgroeven te Zichen-Zussen-Bolder in België. (Terug)
4c. Op 14 juli 1740 wordt ter instantie van de gemeentenaren van Zichen en Zussen, het land dat te Zichen aan Reyner Marees toebehoort opgemeten. (RHCL 14 B002A, Kap. van St.Servaas, inv.nr. 910 Zichen Zussen).
Wanneer het hier de Raespurgh betreft, en dat lijkt waarschijnlijk, is dit een berg met grous.
Peter Jennekens was zo vriendelijk ons de scan van de ansichtkaart en van dit document toe te zenden. (Terug)
5. Rijksarchief te Hasselt (België), archief schepenbank Fall, inv. nr. 18, f. 58v, 30 dec. 1584 (sic) en inv. nr. 21, f. 60, 29 okt. 1611. Tekst:
Le document d'acquist de 8 fls a la iustice de Falle
transporte le 30 decembre 1585 pour Jean Mar(esse)
en fauveur du sr. Gille Witten de Tongre
Item le document de sept fls bbt rente transport
par Rener Maresse et son epouse le 29 8bre
1611 en fauveur dudit sr Gille Witten,
on en demands copie parvin les droits quoy at affect
(Terug)
5a. Boed Marres en André Mares, Mares, een oud Wolders geslacht, Wolderse Mo(nu)menten, 6, 2008. De tekening is in bezit van de huidige bewoner A.C. (Carina) Furnée. (Terug)
6. RHCL, Oud archief van Maastricht, notarieel archief, not. Morren, 1 mei 1735, Jan Marres vermeld als 'modern burgemeester' van Wilre. Hij tekent 'joannees Marrees'. Het onzeker of dit de landmeter Jan Mares van het Vroenhofse geslacht Mares is, het kan evengoed de brouwer en distillateur Jan Marres zijn van het Maastrichtse geslacht Marres. Deze woonde toen in 'Het Pannenhuis' te Biesland in de Vroenhof. (Terug)
7. Nationaal Archief te Den Haag, portef.nr. 5864, missiven uit Maastricht aan de Staten Generaal; gezegelde brief van Michael Mares aan de staten Generaal d.d. 5 februari 1762: "De ondergeschreven belove, mij verbindende bij deese, dat indien Haer Hoogmoogende mij gelieven te beneficeeren met de prebende van St Servaes vaceerende door de dood van wijlen E.D. de Mean, ick daervoor sal betaelen de somme van drie duisent Pattacons ofte seven duijsent vijff hondert gulden Hollands, doende de somme van twaelf duijsent gulden Maestrichter Cours en sulx met een geaccepteerde wisselbrief in de Hage te voldoen. M. Mares, priester uijt den Vroenhove. Aangehecht een lakzegel met afdruk van een volledig wapen. Het schild beladen met een kam, vergezeld van drie klaverbladeren. Helm en dekkleden. Helmteken: een klaverblad van het schild." (Terug)
8. Jef Leunissen, Van Wilre tot Wolder, Uit het verleden van het hoofddorp van de voormalige Vroenhof, pag. 108: Michaël Marres legde op 9 februari 1798 te Maastricht toch de eed van haat aan het koningschap af. Michaël Marres was een kanunnik uit de omgeving van Bonn. Hij schijnt zeer gefortuneerd te zijn geweest. Hij stichtte te Wilre twee jaargetijden en schonk aan de kerk een zilveren kelk. Hij overleed op 14 juni 1818 te Wilre en werd in de kerk aldaar begraven. Hij werd ruim 90 jaar oud. (Terug)
9. Nationaal Archief te 's-Gravenhage, Archief Staten Generaal, Missieven uit Maastricht 1761-1764, inv. nr. 5864, gezegelde brief van Michael Mares, 5 februari 1762; foto: Reproductie afdeling Nationaal Archief". (Terug)
9a. Beschijving stempel: Materiaal: koper?; afmeting: ongeveer 30mm hoogte (handvat), de eigenlijke stempel is 20 mm x 18 mm, Massa (gewicht): 7,99 gr., vinder Bart Verheyen, vondstlocatie: Winevenstraat 56, 3620 Lanaken. (Terug)
10. Deze, iets bijgeknipte, foto komt van de fraai verzorgde website van Breur Henket waar ook een pagina is over de 'Grafmonumenten in de doopkapel van de kerk (de voormalige uitvaartkapel)' van Sint Pieter. Hier vindt U meer over de kerk van Sint Pieter bij Maastricht en ook over deze grafsteen.. (Terug)
11. De Franciscanen of Minderbroeders te Maastricht 1234-1934, Uitgegeven voor rekening van het feestcomité 1934, Leiter-Nypels, Maastricht. (Terug)
12. Theses Theologica, verdedigd te Roermond, Maastricht en Sittard enz., medegedeeld door L. van Miert S.J. in De Maasgouw, 32 jg, jamuari 1910, nr. 1. (Terug)
13. Boed Marres en André Mares, Mares, een oud Wolders geslacht in Wolderse Mo(nu)menten, nummer 6, voorjaar 2008. (Terug)

Orgelbouwers

1. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 2, 186/87, L. Houtappel & assistent (dit is J.Binvignat) verplaatsten na restauratie in 1778 het orgel van de Jesuitenkerk te Maastricht nTaar de Hervormde kerk te Koudekerke. (terug)
2. Genealogie Houtappel, niet uitgegeven. (Terug)
3. Encycopedie Het Historische Orgel in Nederland, 8, 35-36, Omstreeks 1773 begon Joseph Binvignat samen met de houthandelaar Houtrappel een Maastrichtse orgelmakerij ....... Vanaf 1777 kreeg de firma nieuwe orgels te maken., maar in 2, 24-25, In 1778 voegt Joseph Binvignat zich als compagnon bij Lambert Houtappel (dit is wel een nootring in een ouder deel); A.M.A. Maassen, Een orgel 'tot loff van de Allerhoogsten God' in Geulle, in het Jaarboek Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal, 4, 1994, 124-134. Hier wordt vermeld dat bij de volkstelling van het jaar 1803 (an XI) vermeld dat hij vanaf 1769 in de stad woonde, bij de tellingen van 1820 en 1825 wordt opgegeven dat hij respectievelijk vijfenveertig en vijftig jaar in de stad verbleef, dus vanaf 1775. Quadvlieg, Maasgouw 1970, vermeldt rond 1775. (Terug)
4. RHCL, Oud archief Maastricht, Burgerboeken van het Brabants Hooggerecht, 295, 16 nov. 1787. Als burgers werden ingeschreven in het ambacht van de Cremers: Joseph Binvignat 33 jaar, Guiliëlmus Joannes Josephus Binvignat, geboren 8 maart van dit jaar, Maria Anna Antoinette Binvignat, 2 jaar, Marie Elisabet Jos. Binvignat, 4 jaar, Marie Agnes Lamberti Jos. Binvignat, 6 jaar, allen afkomstig van Attigny te Frankrijk.
Nota Bene: In het cremersambacht werden te Maastricht behalve kooplieden ook een grote diversiteit aan beroepen ondergebracht zoals brandewijnstokers, geelgieters, hoedenmakers, ketellappers, koperslagers, kousenmakers, loodgieters, pijpenbakkers, poedermakers, pruikenmakers, touwslagers, tinnegieters, viltmakers, zeepzieders, zoutzieders etc. etc. en dus mogelijk ook in dit geval orgelbouwers. (Dr.P.J.H. Ubachs, Nieuwe Burgers van Maastricht 14e eeuw - 1795, Geleen 1993) (Terug)
5. Dictionnaire des facteurs d'instruments de musique en Wallonie et à Bruxelles du 9e siècle à nos jours, par Malou Haine et Nicolas Meeùs, Pierre Madaga éditeur 2009. Auteur: Jean-Pierre Felix. (Terug)
6. Tableau de la Population de Maestricht 1803 en het bevolkingsregister van Maastricht in 1816.
G.M.I. Quadvlieg De Orgelbouwers Binvignat te Maastricht, Maasgouw, 86, 1967; 89, 1970. (Terug)
7. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 3, 197-199. (Terug)
8. A.M.A. Maassen, Een orgel 'tot loff van de Allerhoogsten God'. (Terug)
9. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 2, 24-25. Hier staat dat Joseph Binvignat zich in 1778 als compagnon bij Lambert Houtappel voegt. (Terug)
10 De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 8, 35-36. (Terug)
11. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 3, 267-270; G.M.I.Quaedvlieg - Orgels in Limburg (Zutphen 1982). Foto: Stichting Databank Kerkgebouwen in Limburg, november 2005. (Terug)
12. De encyclopedie Geneawiki (België) (Terug)
13. G.M.I.Quaedvlieg - Orgels in Limburg (Zutphen 1982) en De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland 4, 94-96. (Terug)
14. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 2, 99-103. (Terug)
15. Foto: www.zichtopmaastricht.nl - Maastrichts Orgelpracht, Een wandeling langs Maastrichts monumentaal orgelbezit; G.M.I. Quaedvlieg, Maastricht's orgelpracht, Maastricht 2007. (Terug)
16. Ed van Aken, Homepage op 'www.edvanaken.nl'. (Terug)
17. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 1, 150-153. (Terug)
18. G.M.I. Quadvlieg, De Orgelbouwers Binvignat te Maastricht, Maasgouw 89, 1970. (Terug)
19. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 5, 18; G.M.I.Quaedvlieg, Orgels in Limburg (1982). (Terug)
20. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland 4, 222/227. (Terug)
21. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland 4, 342-344. (Terug)
22. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 5, 209/11. (Terug)
23. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 5, 313/15. (Terug)
24. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 5, 360/61. (Terug)
25. Stichting Heemkunde van Wilre tot Wolder, Petrus en Pauluskerk Wolder. (Terug)
26. Publicatie van de Afdeling Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap onder de titel 'Beschermingen 2003. Monumenten, stads- en dorpsgezichten, landschappen' (Terug)
27. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 1, 337/38<. (Terug)
28. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 1, 192-193. (Terug)
29. De encyclopedie Het Historische Orgel in Nederland, 3, 168/69. (Terug)

Pekelharing

1. Coll. en foto SA Amsterdam; Archief Burger Weeshuis Amsterdam, kaartenboek B, kaart 27. (Terug)
2. Karl-Heinz Wiechers, Und fuhren weit übers Meer. Zur Geschichte der Ostfriesischen Segelschiffart, II, Häfen der Ems (1988). (Terug)
3. Hans Szymanski, Brandenburg-Preussen zur See 1605-1815. Ein Beitrag zur Frühgeschichte der deutschen Marine (Leipzig 1939). Szymansky citeert uit dit edict en moet het dus onder ogen gehad hebben. In het 'Geheimes Staatsarchiv Peussischer Kulturbesitz' te Berlijn trof ik het niet (meer) aan. Het zou zich moeten bevinden in 'I HA Geheimer Rat, Rep. 9 Allg. Verwal-tung, NN Lit. Edikte und verordnungen, Paket 1 (1571-1689)'. (Terug)
4. Lieve Verschuur, Die kurbrandenburgische flotte 1686, olieverf op Doek, 146 x 244 cm, Coll. Schloß Oranienburg, Berlin. Foto Stiftung Preußischer Schlösser und Garten. (Terug)
5. Hans Szymanski, Brandenburg-Preussen zur See 1605-1815. Ein beitrag zur Frügeschichte der Deutsche Marine, Leipzig, 1939. (Terug)
6. Historische Schiffsmodelle Claus Lange, www.historische-schiffmodelle.de. (Terug)
7. Cezary Grodzicki Schiffsmodelle, www.architektura-cg.de. (Terug)
8. J. Rogge, Het geslacht Rogge te Zaandam. Drie eeuwen familiegeschiedenis tegen den achtergrond van nering en bedrijf (Koog aan den Zaan 1948). (Terug)
9. Reinier Nooms, Bickerseiland, 1650/1656, prent 137x250 mm., coll. Rijksmuseum Amsterdam, inv. nr. RP-P-OB-20.527; Foto neg.nr.: 37115, 2000. (Terug)
10. E.C.W.L. Marres, De oorsprong van het geslacht Pekelharing, De Nederlandsche Leeuw, 107 (2003) kolom 1-26. (Terug)
11. G.J. Honig, Het geslacht Pekelharing, Uit den Gulden Bijkorf, Genealogisch-historisch-economische studiën over Zaanse families. Koog aan de Zaan 1952, 269-348; en Pekelharing, Nederland's Patriciaat, 2000/'01, jg.83, pag.226-253. (Terug)

Sarmaten

1. Dolfijnfibula, goud, brons en rotskristal, lang 7.8 cm, gewicht 29,7 gr. opgegraven in Nohaichynks'kyi kurhan bij Chervone, Nyzhnehirs'kyi Rayon, Krim, Oekraïne, in 1974, Sarmatisch, laat 1e of vroeg 2e eeuw; (Terug)
2. Spiraalarmband met dierenfries, goud met inlegwerk uit turkoois en koraal, breed 7,5 cm, gewicht 420 gram, toevalsvondst in Chochlač kurhan bij Novočerkask, Rostov, Rusland, in 1864, Sarmatische dierenstijl, 1e eeuw; (Terug)
3. Herodotus (485-425/20), Historiën IV, 21 en 110. (Terug)
4. Gaius Plinius Secundus maior (23 - 79), Romeins militair, letterkundige en wetenschapper; Marcellinus Ammianus, 330-400, Res Gestae, 32,5. (Terug)
5. Strabo (ca. 64 v.c. - 19 n.c.) Grieks historicus, geograaf en filosoof, van hem is bewaard gebleven Γεογραφια (Geographia). Zie boek XI, 8. (Terug)
6. Lexikon früher Kulturen, Joachim Herrmann, Bibliografisch Institut Leipzig 1984, band 1, p. 33, Alanen. (Terug)
7. Halsband met dierenfries, goud met inlegwerk uit turkoois, kraal en glas, doorsnede 17,8 cm hoog 6,3 cm. gewicht 1.009 gram (net iets meer dan 1 kgr.), toevalsvondst in Chochlač kurhan (grafheuvel) bij Novočerkask, Rostov, Rusland, in 1864, Sarmatische dierenstijl, 1e eeuw.
Litt: Het Goud der Scythen, Schatten uit de Hermitage van Leningrad, Brussel 1991, inv. 155, 156 en 169. (Terug)
8. Diodorus Siculus (1e eeuw v.c.) Bibliotheca Historica Lib. II, 43, p 29. Hij verhaalt als eerste dat de Sarmaten uit Medië kwamen toen ze zich in het land van de Scythen aan de Don vestigden. (Terug)
9 . . . . considering that the population of Sauromatians (about 600,000, excluding Scythians, 200,000) comprises only 1-2% of the total population of China when they entered China in 5th century AD, the distribution of Y chromosome haplogroup N among Sauromatians is relatively high, probably higher than 61.5% of that of Finland, The Eastward Migration of Sauromatians: The Most Suspicious Issue in Chinese History, (ISBN 978-986-151-8), Taipei. (Terug)
10. Herodotus, 'Ιστοριησ αποδεξισ, Histories IV 110-117; en Gaius Plinius Secundus maior, Naturalis historia, IV, 80, Rome 77. (Terug)
11. Fragment van een mozaïekvloer met een Amazone, Turkije 4e eeuw, marmer en kalksteen, Louvremuseum te Parijs. Antiquité Tardive. (Terug)
12. Hérodote, Histoires III 94, VII 79, texte établi et traduit par Ph.-E Legrand, Paris 1949. Griekse tekst. 'Μαρεσ'. In de tweede naamval werd dit 'Μαρων' en in de derde 'Μαρσι'. N.B.: Onno Damsté, Herodotos, Historiën, Haarlem 1978, vertaalt deze naam eenmaal met Maren en een tweede maal met Marden. Het verhaal over de Amazones staat in Herodotus, IV 110-117. (Terug)
12a. Marcellinus Ammianus, 330-400, Res Gestae. (Terug)
13. P. Cornelius Tacitus (54/55 - 117), Annales VI 33-35. (Terug)
14. Iaroslav Lebedynsky, Les Sarmates, Amazones et Lanciers cuirassés entre Oural et Danube, VIIe siècle av. J-C - VIe siècle apr. J-C, Editions Errance, Paris 2002. (Terug)
15 Tentoonstellingscatalogus van het Limesmuseum Aalen, Zweigmuseum des Landesmuseum Stuttgart, Von Augustus bis Attilla, Leben am Ungarische Donaulimes, Theisss, 2000. (Terug)
16. P. Cornelius Tacitus, Annales XII 29-30, C. Antistio M. Suillio consulibus (B.M.: 50 n.c.). (Terug)
17. Flavius Josephus (Josef ben Matthitjahoe), De bello iudaico en Antiquitates Judaicae, Rome 1e eeuw. (Terug)
18. Gaius Suetonius Tranquillus, De vita caesarum, Domitianus 6,1. (Terug)
19. Grosvenor Museum, Chester, England. (Terug)
19a. Zosimus, 5e eeuw, Historia nova II. Over het jaar is onduidelijkheid. Het kan ook 324 zijn. (Terug)
20a Marcellinus Ammianus, Res Gestae XVII 12, 2-3. (Terug)
20. Marcellinus Ammianus, Res Gestae XVII 12-13. (Terug)
21. Lellia Cracco Ruggini, Römer und Barbaren in der Spätantike, in Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, wissenschaftliche Red.: Umberto Roberto, Yann Rivière, für die deutsche Ausgabe: Jan Bemmann, Dieter Quast, Bonn, 2008. (Terug)
22. Excerpta Valesiana, Origo Constantini Imperatoris (I,32), Sic cum his pace firmata, in Sarmatas versus est, qui dubiae fidei probabantur. Sed servi Sarmatarum adversum omnes dominos rebellarunt, quos pulsos Constantinus libenter accepit et amplius trecenta milia hominum mixtae aetatis et sexus per Thraciam, Scythiam, Macedoniam, Italiamque divisit. (Terug)
23. Decimus Magnus Ausonius, 310-393, Mosella, p. 9. (Terug)
24. E. Stein, Histoire du Bas-Empire, pag.204-205; Ágnes Salamon cs., Pannonia, Fifth to ninth centuries in Lengyel, A. and Radan, G. T. B., The Archaeology of Roman Pannonia, pag. 379, Budapest, 1980. (Terug)
25. Iaroslav Lebedynsky, Les Sarmates, Amazones et Lanciers cuirassés entre Oural et Danube, pag. 55, 62, en 71. (Terug)
26. Margrit Németh, Pannonien und die römischen Kaiser in: Von Augustus bis Attilla, Leben am Ungarische Donaulimes, Tentoonstellingscatalogus van het Limesmuseum Aalen, Zweigmuseum des Landesmuseum Stuttgart, Theisss, 2000. (Terug)
27. Ágnes Salamon cs., Pannonia - Fifth to ninth centuries in A. Lengyel, G.T.B. Radan, The Archaeology of Roman Pannonia, Budapest, 1980. (Terug)
28. E. Stein, Histoire du Bas-Empire, Carte Géografique IV (deels). (Terug)
29. E. Stein, Histoire du Bas-Empire, p. 482 n.201 vermeldt dat deze naam alleen in Chronicon van Hieronymus gevonden wordt. Hieronymus van Stridon, priester en pauselijk secretaris, leefde van 347 tot 420. (Terug)
29a. Marcellinus Ammianus, Res Gestae, XXXI, 12, 6. Victor nomine magister equitum, Sarmata sed cunctator et cautus. Zie ook XXIV, 6,13-14. Over zijn moedige gedrag volgt hier eerst de vertaalde tekst van XXIV 6, 13 en 14 en dan de originele alleen van 14. Vertaald: Ze zouden zelfs nog met de horden verslagenen mee door de poorten de stad zijn binnengedrongen als niet generaal Victor, die zelf een pijlwond aan de schouder had opgelopen, hen met armzwaaien en schreeuwen daarvan had weerhouden, want hij zag het gevaar dat de opgewonden mannen roekeloos binnen de muren geraakt geen uitweg zouden vinden en door een overmacht omsingeld zouden worden. 14. De oude dichters mogen de tweekampen van Hector bezingen en de dappere Achiles prijzen tot in de hemel; de eeuwen door mogen Sophanes, Aminias, Callimachus en Cynaegirus, de sterren van de Perzische oorlogen met bewondering besproken blijven: niet minder schitterden deze dag sommigen van onze moedige strijders, zoals allen zullen bevestigen die er getuigen van waren.
De originele Latijnse tekst van XXIV 14: Sonent Hectoreas poetae veteres pugnas, fortitudinem Thessali ducis extollant, longae loquantur aetates Sophanem et Aminiam et Callimachum et Cynaegirum, Medicorum in Graecia fulmina illa bellorum: non minus illo die quorundam ex nostris inclaruisse virtutem omnium confessione monstratur. (Terug)
30. Yves Modéran, Die kontrollierte Einwanderung von Barbarengruppen in das Römische Reich (Deciticii, Tributarii, Laeti, Gentiles und Foederati), in Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, wissenschaftliche Red.: Umberto Roberto, Yann Rivière, für die deutsche Ausgabe: Jan Bemmann, Dieter Quast, Bonn, 2008. (Terug)
31. Marcellinus Ammianus, Res Gestae XIX, 11. in de vertaling van Aart Blom. Zie ook: Iaroslav Lebedynsky, Les Sarmates, Amazones et Lanciers cuirassés entre Oural et Danube, 2002, pag. 25. (Terug)
32. Bibliotheca Augustana, Fachhochschule Augsburg, Deutschland, handschrift, circa 430, Notitia dignitatum omnium tam civilium quam militarium utriusque imperii occidentis orientisque. De kennis van alle onder­scheidings­tekens zowel burgerlijke als militaire van zowel het Westelijke als het Oostelijke rijk. De tekst in de overgeleverde handschriften zijn transcripties van het verloren gegane originele manuscript, dat rijk van illustraties was voorzien met onder meer de Insignia viri illustris magistri equitum, de onderscheidingstekens van de leiders van de verschillende onder de keizer dienende ruitereenheden. (Terug)
33. Frans Glazer, Die Goten und der Arianismus im Alpen-Adria-Raum in: Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, Bonn, 2008; Globasnitz (Karinthië, Oostenrijk), Gräberfeld Ost.
33b. Image © Denis Gliksman, Inrap, 2013. (Terug)
33c. Chang Hua'an, 常華安, The Eastward Migration of Sauromatians, 敕勒人的東遷:中國歷史最大疑案,
  Taipei China, 2013. (Terug)
33d. Reinhard Schmoeckel, Forschungen zur Thidreksaga, Untersuchingen zur Völkerwanderungszeit im nördlichen Mitteleuropa, 3, DIE WILKINENSAGE, Schlüssel zur unbekannten Frühgeschichte der Niederlande und Belgiëns? p.182. (Terug)
34a. Bernard S. Bachrach, A history of the Alans, p.41. Map 3, Northeasteren Gaul. (B.M.: Vestigingen ingekleurd) In Frankrijk vinden we deze namen in de Elsas, in Lotharingen, Franche-Comté, het Ile de France, Bretagne, Picardië en de Ardennen als Allain, Allaines, Allaineville, Allaincourt (Ardennen), Alland'huy (Ardennen), en aan de Sarmaten herinneren namen als Sermaine, Sampigny (van het Alaanse Sambida), Sermoise, Sermier en Soissons. (Terug)
34. H. Elton, Defence in Fifth-century Gaul, 165-176, in Drinkwater, John and Elton, Hugh, Fifth-Century Gaul: A Crisis of Identity?, Cambridge 1992. (Terug)
35. Lellia Cracco Ruggini, Römer und Barbaren in der Spätantike, in Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, wissenschaftliche Red.: Umberto Roberto, Yann Rivière, für die deutsche Ausgabe: Jan Bemmann, Dieter Quast, Bonn, 2008. (Terug)
36. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Paris 2005. (Terug)
37. Tilmann Bechert en Willem J.H.Willems, Die römische Reichsgrenze zwischen der Mosel bis zur Nordseeküste, Stuttgart 1995. De illustratie is afkomstig van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig bodemonderzoek. Deze dienst is kort geleden opgegaan in De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort.
N.B.: Notitia Dignitatum Occidentis XLII Item praepositurae magistri militum praesentalis a parte peditum: - - - Praefectus Laetorum Lagensium, prope Tungros Germaniae secundae; - - -.
De locatie voor dit lagentium is niet bekend, mogelijk waren het castella bij Traiectum ad Mosam (Maastricht). Volgens de tekst van de Notitia waren Sarmaten alleen bij Amiens gelegerd. De icoontekst is mijns inziens onnauwkeurig.
N.B.: De vondst door Guus Mares van dit boek, in het bijzonder van de pagina's 102 e.v., bracht vaste grond onder de hypothese van een mogelijke afstamming uit de Sarmaten c.q. Alanen. (Terug)
38. De volgende werken dienden als basis voor de pagina's Alanen en Sarmaten .
  in de volgorde van recent naar oud:
- Iaroslav Lebedynsky, Sarmates et Alains face à Rome, Ie - Ve siècles, Illustoria, Clermont-Ferrand, 2010.
- Kinship and Y-Chromosome Analysis of 7th Century Human Remains: Novel DNA Extraction and Typing Procedure
  for Ancient Material, Daniel Vanek, Lenka Saskova, Forensic DNA Service, Prague (Cz.) and Hubert Koch,
  Bavarian State Department of Monuments and Sights, Regensburg (Germ.). Croat Med J. 2009 June; 50 (3).
- Umberto Roberto, Yann Rivière, für die deutsche Ausgabe: Jan Bemmann, Dieter Quast, wissenschaftliche
  Redaction, Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, Bonn, 2008.
- Guy Halsall, Barbarian Migrations and the Roman West, Cambridge University Press NY 2007.
- Walter Goffart, Barbarian Tides, The Migation Age and the later Roman Empire, University of Pensylvania
  Press, Philadelphia 2006.
- Alois Seidle, Deutsche Agrageschichte, Frankfurt am Main, 2006.
- Lupack, Alan, The Oxford Guide to Arthurian Literature and Legend, 2005.
- Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle,
  Editions Errance, Paris 2005.
- Iaroslav Lebedynsky, Les Sarmates, Amazones et Lanciers cuirassés entre Oural et Danube, VIIe siècle av. J-C - VIe
  siècle apr. J-C
, Editions Errance, Paris 2002.
- Frances Wood, The silk road, two thousand years in the heart of Asia, The British Library, London 2002.
- Dr. Oric Basirov, The origin of the pre-imperial Iranian peoples, CAIS series of lectures SOAS, 26/4/2001.
- Agustí Alemany, Sources on the Alans, A Critical Compilation, Handbook of Oriental Studies, section eight, Central
  Asia, Brill, Leiden-Boston-Köln 2000.
- Robert Nouwen, Tongeren en het land van de Tungri (31 v.chr.-284 n.chr.. N.B.: De titel is wat bescheiden,
  paragraaf 9.7 beschrijft in het kort ook de late keizertijd (284-476 n.chr.).
- Jens Lüning, Albrecht Jockenhhövel, Helmut Bender, Tortsen Capelle, Deutsche Agrargeschichte Vor- und Früh-
  geschichte
, 1996.
- Elton, Hugh, Frontiers of the Roman Empire, Bloomington, 1996.
- Róna-Tas, András, Hungarians and Europe in the Early Middle Ages: An Introduction to Early Hungarian
  History,
Budapest, 1996 [English edition 1999].
- Roymans, N., ed., From the Sword to the Plough: Three Studies on the Earliest Romanisation of Northern Gaul,
  Amsterdam Univ. Press, Amsterdam, 1996.
- Tilmann Bechert, Die römische Reichsgrenze zwischen der Mosel bis zur Nordseeküste, Stuttgart 1995.
- C. Scott Littleton, Linda A. Garland, From Scythia to Camelot. New York-London 1994.
- Drinkwater, John and Elton, Hugh, Fifth-Century Gaul: A Crisis of Identity?, Cambridge 1992.
- G.E.M. de Ste. Croix, The class struggle in the Ancient Greek world: from the Archaic Age to the Arab conquests,
- André Sikojev, Die Narten, Söhne der Sonne, Mythen und Heldensagen der Skythen, Sarmaten und Osseten, Köln
  1985.
- Hans Wilhelm Haussig, Die Geschichte Zentralasiens und der Seidenstrasse in vorislamischer Zeit, Darmstadt 1983.
  London 1981. Zie Appendix 3, Settlements of Barbarians.
- Lengyel, A. and Radan, G. T. B., The Archaeology of Roman Pannonia, Budapest, 1980.
- Edith Ennen, Walter Janssen, Deutsche Agrargeschichte, Vom Neolithikum bis zur Schwelle des Industriezeitalters,
  1979.
- Hans Riehl, Die Völkerwanderung, Phaffenhofen/Ilm 1976 (Nederlandse vertaling van drs. Margaretha Blok, De
  Grote Volksverhuizing).
- Grant, Michael, The Army of the Caesars, New York, 1974.
- Bernard S. Bachrach, A History of the Alans in the West, Minneapolis 1973.
- Bernard S. Bachrach, Merovingian Military Organisation 481-751, Minneapolis, 1972.
- Sulimirski, T., The Sarmatians, New York, 1970.
- Otetea, Andrei, The History of the Romanian People. New York, 1970.
- E. Stein, Histoire du Bas-Empire, de l'état Romain à l'Etat Byzantin (284-476), Amsterdam 1968
  (Franse bewerking door Jean-Remy Palanque van Geschichte des Spätrömischen Reiches, vom römischen zum
  byzantinischen Staate (284-476), 1928.
- Anonymus, Notitia dignitatum omnium tam civilium quam militarium utriusque imperii occidentis orientisque,
  circa 430, Bibliotheca Augustana, Fachhochschule Augsburg, Deutschland.
- Procopius van Caesarea, Υπερ των πολεμων, De Oorlogen, 5e eeuw.
- Anonymi Valesiani. I, 4e eeuw.
- Marcellinus Ammianus, (± 330 - 400), Res Gestae
- P. Cornelius Tacitus (± 55 - 117), Annales, Rome 1e eeuw.
- Flavius Josephus (Josef ben Matthitjahoe), De bello iudaico en Antiquitates Judaicae, Rome 1e eeuw.
- Herodotus (± 485 v.c. - 420/425 v.c.), Historiën.
- Decimus Magnus Ausonius, 310-393, Mosella.
- Lucius Annaeus Seneca, Tragoediae, Thyestes, 1e eeuw.
- Strabo, Γεογραφια (Geographia), 1e eeuw v.c.
- Diodorus Siculus, Διοδοροσ Ζικολοσ, Bibliotheca Historica. 1e eeuw v.c. ((Terug)

Sarmatische sporen

1. Iaroslav Lebedynsky, Sarmates et Alains face à Rome, Ie - Ve siècles, Illustoria, Clermont-Ferrand, 2010. (Terug)
2. Bernard S. Bachrach, A history of the Alans, p.40. Map 2, Northern Italy. (B.M.: map reduced in size and colored) (Terug)
3. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Paris 2005. (Terug)
4. Frans Glazer, Die Goten und der Arianismus im Alpen-Adria-Raum in: Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, Bonn, 2008; Globasnitz (Karinthië, Oostenrijk), Gräberfeld Ost. (Terug)
4a. Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle, Paris 2005. (Terug)
4b. Image © Denis Gliksman, Inrap, 2013. (Terug)
4c. Archaeological site revealing 6000 years of occupation. Past Horizons. 1 November Inrap 2013. (Terug)
5. Bernard S. Bachrach, A history of the Alans, p.41. Map 3, Northeasteren Gaul. (B.M.: Settlements colored) In France we find this names in the Elsas, in Lorraine, Franche-Comté, Ile de France, Bretagne, Picardie Les Ardennes as Allain, Allaines, Allaineville, Allaincourt (Ardennes), Alland'huy (Ardennes), the following names recall the Sarmatians: Sermaine, Sampigny (from Sambida), Sermoise, Sermier and Soissons. (Terug)
6. Ágnes Salamon cs., Pannonia - Fifth to ninth centuries in A. Lengyel, G.T.B. Radan, The Archaeology of Roman Pannonia, Budapest, 1980. (Terug)
7. E. Stein, Histoire du Bas-Empire, Carte Géografique IV (deels). (Terug)
7a. Elton, Hugh, Frontiers of the Roman Empire, Bloomington, 1996, p. 56.: .... it is clear that well over half of the sample of discharged legionaries remained in the 'frontier' area after their service. p. 57. .... most of these men settled close to their former stations. Most veterans retired to become farmers, though others became involved in commerce. p. 109. .... However, there is no trace of these settlers in the archaelogical record suggesting rapid assimilation of Roman customs. .... The settlement of large numbers of barbarians in the Roman empire was thus a constant process and not a new development of the late period.. (Terug)
8. Justine Davis Randers-Pehr, Barbarians and Romans, The Birth Struggle of Europe, A.D. 400-700, London & Canberra 1983. (Terug)
8a. Reinhard Schmoeckel, Forschungen zur Thidreksaga, Untersuchingen zur Völkerwanderungszeit im nördlichen Mitteleuropa, 3, DIE WILKINENSAGE, Schlüssel zur unbekannten Frühgeschichte der Niederlande und Belgiëns? p.182.. (Terug)
9. Justine Davis Randers-Pehr, Barbarians and Romans, The Birth Struggle of Europe, A.D. 400-700, London & Canberra 1983. (Terug)
10. Reinhard Schmoeckel, Die Sarmaten - Vergessene Väter des mittelalterlichen Europa 1, Sachshsen, Thüringer,
  Schwaben - Einst vona Sarmaten beherrscht?, Das Frümittelalter in Deutschland neu gesehen. Bonn 2011.
- Reinhard Schmoeckel, Die Sarmaten - Vergessene Väter des mittelalterlichen Europa 2 Die Geheimnisse der
   Merowinger, Die sarmatische Herkunft der Dynatie und eine folgenreiche Geschichtsfälsunh. Bonn 2011.
- Reinhard Schmoeckel, König Chlodwig war kein Franke: Frankreichs und Deutschlands sarmatische Wurzeln,
   Bonn 2009.
- Forschungen zur Thidreksaga, Untersuchingen zur Völkerwanderungszeit im nördlichen Mitteleuropa, Band 3,
   Die Wilkinensaga, Schlüssel zur unbekannten Frühgeschichte der Niederlande und Belgiëns? F. Die 'Franken'
   zwischen Troja und Tournai 3. Die geheimnisvolle Verwandlung der Sarmaten in 'Franken' und ihrer Fürsten in
   'Heilige Könige', Bonn 2006. (Terug)
10a. Limburg. Een geschiedenis tot 1500, Paul Tummers c.s., KLGOG, Maastricht 2015. (Terug)
11. Nibelungenlied A medieval epic story of love and revenge, translated from German, annotated and introduced by Jaap van Vredendaal, in Dutch language, uitg. Boom, Groningen/Amsterdam 2011. (Terug)
11a. Inscription on a presumed 3rd century tombstone found in Ribchester: HIS TERRIS SIGITVR AEL MATRONA QVOND VIXIT AN XXVIII M II D VIII ET M IVL MAXIMVS FIL VIXIT AN L IVL MAXIMVS S C ALAE SAR CONIVX CONIVGI INCOMPARABILI ET FILIO PATRI PIENTISSIMO ET SOCAERE TENACISSIME MEMORIA P. "This earth seals up Aelia Matrona, who lived for twenty-eight years two months and eight days, and Marcus Julius, son of Maximus, fifty years old. Julius Maximus, singularius consularis of the Sarmatian Wing, husband of an incomparable wife, and son of a most devoted father, placed this in memory of the most steadfast of companions." (Terug)
12. Grosvenor Museum, Chester, England. (Terug)
13. Lupack, Alan, The Oxford Guide to Arthurian Literature and Legend, 2005, pag. 13. (Terug)
14. C. Scott Littleton & Linda A. Garland, From Scythia to Camelot. New York&London 1994. (Terug)
15. Jean Manco, Ancestral Journeys, p. 150, 216, 229-230. (Terug)
16. Eupedia Origins, age, spread and ethnic association of European haplogroepen and subclades. In the paragraph haplogroup G is mentioned in the last alinea under the headline Scythian G1 this possibility for G2a2. (Terug) Jean Manco, Ancestral Journeys, The peopling of Europe from the first ventures to the Vikings, London 2013.
17. The following works served as the basis for the pages Alans, Sarmatians and Sarmatian traces.
  in order from recent to old:
- European Journal of Human Genetics (2013), 1-7, Genetic genealogy reveals true Y haplogroup of House of
  Bourbon contradicting recent identification of the presumed remains of two French Kings
, Maarten HD
  Larmuseau, Philippe Delorme, Patrick Germain, Nancy Vanderheyden, Anja Gilissen, Anneleen Van Geystelen,
  Jean-Jacques Cassiman and Ronny Decorte.
- Reinhard Schmoeckel, Deutschlands unbekannte Jahrhunderte, Geheimnisse aus dem Grühmittelalter,
  Bonn, 2013.
- Reinhard Schmoeckel, Die Sarmaten - Vergessene Väter des mittelalterlichen Europa 1, Sachsen, Thüringer,
  Schwaben - Einst vona Sarmaten beherrscht?, Das Frümittelalter in Deutschland neu gesehen. Bonn 2011.
- Reinhard Schmoeckel, Die Sarmaten - Vergessene Väter des mittelalterlichen Europa 2, Die Geheimnisse der
   Merowinger, Die sarmatische Herkunft der Dynatie und eine folgenreiche Geschichtsfälsunh. Bonn 2011.
- Reinhard Schmoeckel, König Chlodwig war kein Franke: Frankreichs und Deutschlands sarmatische Wurzeln,
   Bonn 2009.
- Nibelungenlied Een middeleeuws epos over liefde en wraak, uit het Middelduits vertaald, geannooterd en ingeleid
  door Jaap van Vredendaal, uitg. Boom, Groningen/Amsterdam 2011.
- Iaroslav Lebedynsky, Sarmates et Alains face à Rome, Ie - Ve siècles, Illustoria, Clermont-Ferrand, 2010.
- Kinship and Y-Chromosome Analysis of 7th Century Human Remains: Novel DNA Extraction and Typing Procedure
  for Ancient Material, Daniel Vanek, Lenka Saskova, Forensic DNA Service, Prague (Cz.) and Hubert Koch,
  Bavarian State Department of Monuments and Sights, Regensburg (Germ.). Croat Med J. 2009 June; 50 (3).
- Umberto Roberto, Yann Rivière, für die deutsche Ausgabe: Jan Bemmann, Dieter Quast, wissenschaftliche
  Redaction, Rom und die Barbaren: Europa zur Zeit der Völkerwanderung, Bonn, 2008.
- Guy Halsall, Barbarian Migrations and the Roman West, Cambridge University Press NY 2007.
- Walter Goffart, Barbarian Tides, The Migation Age and the later Roman Empire, University of Pensylvania
  Press, Philadelphia 2006.
- Alois Seidle, Deutsche Agrageschichte, Frankfurt am Main, 2006.
- Forschungen zur Thidreksaga, Untersuchingen zur Völkerwanderungszeit im nördlichen Mitteleuropa, Band 3,
   Die Wilkinensaga, Schlüssel zur unbekannten Frühgeschichte der Niederlande und Belgiëns? F. Die 'Franken'
   zwischen Troja und Tournai 3. Die geheimnisvolle Verwandlung der Sarmaten in 'Franken' und ihrer Fürsten in
   'Heilige Könige', Bonn 2006.
- Lupack, Alan, The Oxford Guide to Arthurian Literature and Legend, 2005.
- Vladimir Kouznetsov, Iaroslav Lebedynsky, Les Alains, Cavaliers des steppes, seigneurs du Caucase Ie-XVe siècle,
  Editions Errance, Paris 2005.
- Iaroslav Lebedynsky, Les Sarmates, Amazones et Lanciers cuirassés entre Oural et Danube, VIIe siècle av. J-C - VIe
  siècle apr. J-C
, Editions Errance, Paris 2002.
- Frances Wood, The silk road, two thousand years in the heart of Asia, The British Library, London 2002.
- Dr. Oric Basirov, The origin of the pre-imperial Iranian peoples, CAIS series of lectures SOAS, 26/4/2001.
- Agustí Alemany, Sources on the Alans, A Critical Compilation, Handbook of Oriental Studies, section eight, Central
  Asia, Brill, Leiden-Boston-Köln 2000.
- Robert Nouwen, Tongeren en het land van de Tungri (31 v.chr.-284 n.chr.. N.B.:The title is somewhat modest,
  paragraaf 9.7 briefly describes also the late imperial period (284-476 n.chr.).
- Jens Lüning, Albrecht Jockenhhövel, Helmut Bender, Tortsen Capelle, Deutsche Agrargeschichte Vor- und Früh-
  geschichte
, 1996.
- Elton, Hugh, Frontiers of the Roman Empire, Bloomington, 1996.
- Róna-Tas, András, Hungarians and Europe in the Early Middle Ages: An Introduction to Early Hungarian
  History,
Budapest, 1996 [English edition 1999].
- Roymans, N., ed., From the Sword to the Plough: Three Studies on the Earliest Romanisation of Northern Gaul,
  Amsterdam Univ. Press, Amsterdam, 1996.
- Tilmann Bechert, Die römische Reichsgrenze zwischen der Mosel bis zur Nordseeküste, Stuttgart 1995.
- C. Scott Littleton, Linda A. Garland, From Scythia to Camelot. New York-London 1994.
- Drinkwater, John and Elton, Hugh, Fifth-Century Gaul: A Crisis of Identity?, Cambridge 1992.
- G.E.M. de Ste. Croix, The class struggle in the Ancient Greek world: from the Archaic Age to the Arab conquests,
- André Sikojev, Die Narten, Söhne der Sonne, Mythen und Heldensagen der Skythen, Sarmaten und Osseten, Köln
  1985.
- Hans Wilhelm Haussig, Die Geschichte Zentralasiens und der Seidenstrasse in vorislamischer Zeit, Darmstadt 1983.
- Justine Davis Randers-Pehr, Barbarians and Romans, The Birth Struggle of Europe, A.D. 400-700, London &
  Canberra 1983.
  London 1981. Zie Appendix 3, Settlements of Barbarians.
- Lengyel, A. and Radan, G. T. B., The Archaeology of Roman Pannonia, Budapest, 1980.
- Edith Ennen, Walter Janssen, Deutsche Agrargeschichte, Vom Neolithikum bis zur Schwelle des Industriezeitalters,
  1979.
- Hans Riehl, Die Völkerwanderung, Phaffenhofen/Ilm 1976 (Dutch translation by drs. Margaretha Blok, De
  Grote Volksverhuizing
).
- Grant, Michael, The Army of the Caesars, New York, 1974.
- Bernard S. Bachrach, A History of the Alans in the West, Minneapolis 1973.
- Sulimirski, T., The Sarmatians, New York, 1970.
- Otetea, Andrei, The History of the Romanian People. New York, 1970.
- E. Stein, Histoire du Bas-Empire, de l'état Romain à l'Etat Byzantin (284-476), Amsterdam 1968
  (French adaptation by Jean-Remy Palanque of Geschichte des Spätrömischen Reiches, vom römischen zum
  byzantinischen Staate (284-476
), 1928.
- Anonymus, Notitia dignitatum omnium tam civilium quam militarium utriusque imperii occidentis orientisque,
  circa 430, Bibliotheca Augustana, Fachhochschule Augsburg, Deutschland.
- Procopius of Caesarea, Υπερ των πολεμων, De Oorlogen, 5th century.
- Anonymi Valesiani. I, 4th century.
- Marcellinus Ammianus, (± 330 - 400), Res Gestae
- P. Cornelius Tacitus (± 55 - 117), Annales, Rome 1e eeuw.
- Flavius Josephus (Josef ben Matthitjahoe), De bello iudaico en Antiquitates Judaicae, Rome 1e eeuw.
- Herodotus (± 485 v.c. - 420/425 v.c.), 'Ιστοριησ αποδεξισ, Histories.
- Decimus Magnus Ausonius, 310-393, Mosella.
- Lucius Annaeus Seneca, Tragoediae, Thyestes, 1e eeuw.
- Strabo, Γεογραφια (Geographia), 1e eeuw v.c.
- Diodorus Siculus, Διοδοροσ Ζικολοσ, Bibliotheca Historica. 1e eeuw v.c. (Terug)

Schutterij

1. In de St Joriscarte van 1374 staat dat het schut jaarlijks een aam wijn, 180 liter, kreeg en de afzonderlijke schutters ieder jaarlijk een kleine mottoen. Een mottoen is een gouden munt met de afbeelding van een schaap. Hij werd geslagen in Brabant en Vlaanderen tussen 1356 en 1370. In de aanvang woog hij 4,70 gram en had nagenoeg 24 karaat, dus zuiver goud. Later had hij nog slechts 19 1/2 karaat met een gewicht van 4,57 gram en had dus aanvankelijk de aanmaakkosten van een kleine honderd gulden. De eigenlijke waarde lag dus fors hoger (K. Lemmens, Rekenmunt en courant geld, in Jaarboek van het Europees Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1998).
N.B.: Voor dit artikel werd dankbaar gebruik gemaakt van: Dr. Henk Thewissen, De gezworen schutterijen van Maastricht 1374-1579, Maastricht 2008; (Terug)
2. J.H.J. Geurts, Onsser stadt in sulcken gedranghe, Maastricht tussen Brabant en het Rijk 1500-1550, Nijmegen 1993.; Jac. H.J. Geurts, Vergeefse Vervalsingen: Een Bureaucratie in de Fout. Maastricht tussen Brussel en Spiers 1495-1548, in Bureaucraten Betrapt, serie Cultuurhistorische Beschouwingen 2, Amersfoort 2001. (Terug)
3. Dr. Henk Thewissen, De gezworen schutterijen van Maastricht 1374-1579, Maastricht 2008; Prof. Dr. W. Jappe Alberts, Geschiedenis van de beide Limburgen, I, Assen 1972; e.a. genoemd bij Litteratuur. (Terug)
4. De Hoofdwacht was het commandocentrum van de legers te Maastricht. In 1867 werd de vestingstatus van Maastricht opgeheven. De Dienstdoende schutterij van Maastricht werd terzelfder tijd heropgericht. Het schilderij van de officieren van de schutterij, gemaakt bij de opheffing begin vorige eeuw, is hier geplaatst. Of dit destijds inderdaad het vergaderlokaal was is toch een hypothese. (gaarne uw reactie hierop via contact) (Terug)
5. RHCL, archief van de Dienstdoende Schutterij, Stamboek van officieren, met klapper op naam, 1868 - 1906, klein portretje (no. 19671) - aangeduid als M. Marres, zijnde no 21 van een grotere foto (nr. 26898) waarop naast burgemeester Raat alle officieren van de in 1868 heropgerichtte Dienstdoende Schutterij, als een geschenk aan de commandant.
Gezien het jaartal en de gezichtsfysionomie betreft het hier waarschijnlijk Jacques Marres en niet Michael Marres. Jacques was in 1868 acht en twintig jaar en Michael nog maar twintig. N.B.: Deze gegevens werden ons toegezonden door de heer P.H.M.J. (Peter) Lambriex. (Terug)
6. RHCL, Archief Dienstdoende Schutterij van Maastricht. De foto is afkomstig van een groot gedemonteerd collage. Op de achterzijde van de foto staat in handschrift het jaartal 1868 en de naam M. Marres geschreven. Jacques Marres was in 1868 luitenant. De letter M duidt op Michel Marres die eerst in 1869 luitenant werd. (Terug)
7. De opdracht voor het laten vervaardigen van dit schilderij is gegeven wegens de komende opheffing van de schutterij wegens reorganisatie van de landsverdediging. Het uiteindelijke besluit van opheffing gebeurde bij wet op 2 augustus 1907. Het maken van dit schilderij is gezien de lange tijdsduur van vervaardiging en de vele deelnemende kunstenaars vol problemen geweest. (Terug)

Stevens

1. W.A. Dreschler, De Koloniale pistolen M 1842 en M 1850 , in Armamentaria 33, Jaarboek Legermuseum 1998-1999, pag 99-109. (Terug)
2. Nederlandse Molendatabase, Maastricht, Limburg, database nr. 438, inv. nr. LB054, Molen van Lombok. (Terug)
3. Jan Blokker, Jan Blokker jr. en Bas Blokker, Nederland in twaalf moorden, Niets zo veranderlijk als onze identiteit, Amsterdam/Antwerpen 2008, pag. 195-213: Onaangenaam werk, 1894, Hendrik Colijn & de verovering van Tjakra Negara.
Het betreft hier een van de zwarte bladzijdes uit de Nederlandse geschiedenis. De Nederlanders vielen Lombok binnen omdat er onlusten waren tussen de Radja, een hindoe, en een groep van zijn mohammedaanse onderdanen. Geruchten dat de Radja op eigen houtje handel dreef met de Engelsen in Singapore zal wel de hoofdreden geweest zijn. De Radja aarzelde met het aanbieden van excuses en erkenning van onderhorigheid aan het Nederlandse gezag. Hij deed dat in ieder geval niet binnen drie dagen. Hierop viel een Nederlandse troepenmacht Lombok binnen die op heftig verzet van de bevolking stuitte. Onder de Nederlandse soldaten vielen 419 doden en nog meer gewonden. De doden onder de inheemse bevolking werden niet geteld, die werden niet bijgehouden. De zeer christelijke luitenant Hendrik Colijn, die later vijfmaal minister president van Nederland zou worden, gaf onder meer persoonlijk de opdracht negen vrouwen en drie kinderen, die huilend om genade smeekten, dood te laten schieten omdat ze verzet pleegden. Voor zijn aldaar verrichtte heldendaden is hij beloond met de Militaire Willemsorde en ook met het hiervoor ingestelde Lombokkruis. De Nederlanders maakten de hoofdstad en het paleis met de grond gelijk en roofden de kunstschatten. Een deel is bij de soevereiniteitsoverdracht in 1949 teruggeven. De rest kan nog steeds in Nederlandse musea bewonderd worden. De zoon van de laatste Radja, die nog op Lombok woont, heeft vergeefs om teruggave gevraagd. Hier is nog een passage uit de brief die Hendrik Colijn na afloop van de acties aan zijn vrouw hierover stuurde:
'Zelfs vrouwen vochten mee, sommigen met kinderen aan de borst. Ik heb er een gezien, die, met een kind van ongeveer ½ jaar op de linker arm en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb negen vrouwen en drie kinderen, die genade vroegen op één hoop moeten zetten en zoo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar het kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten.. . . . Danken we, mijn lieveling, den Heere onze God voor zijne weldaden ende zegeningen. . . . . Zij Hij ons verder nu nabij. (w.g.) Hendrik Colijn.' (Terug)
4. Dr. A.J.Fr. Maenen, Petrus Regout 1801-1878, een bijdrage tot de sociaal-economische geschiedenis van Maastricht, proefschift Econ. Hogeschool Tilburg, publ. uitg. Nijmegen 1959, p. 294. (Terug)
5. W.A. Dreschler, De Koloniale pistolen M 1842 en M 1850 , in Armamentaria 33, Jaarboek Legermuseum 1998-1999, pag 99-109. (Terug)
6. Maenen, p. 139. (Terug)
7. Dat niet Edouard de Beaumont (1842-1895), maar J.J. Cloes uit Luik de uitvinder van het geweer was, werd reeds langer vermoed, o.a. B.J. Martens / G. de Vries 2001. Het was echter de heer W.A. Dreschler die dit vermoeden bevestigde, toen hij op 24 maart 2006 tijdens een symposium van de Vereniging Edouard de Beaumont de wereld verraste met een Amerikaans patent, waaruit blijkt dat deze Cloes in de USA patent aanvroeg. Hij deed dit als uitvinder, maar namens Edouard de Beaumont. Op zijn beurt had Cloes weer inspiratie opgedaan bij het Franse Chassepot-geweer. (Terug)
7a. De Katholieke Limburger, Sittards weekblad, 28 juni 1873: Maastricht, 23 Mei. Eergisteren had hier in tegenwoordigheid van verscheidene officieren en belangstellende ingezetenen, een eerste proefneming plaats met een schrootkanon (mitrailleur) uit de fabriek van de heer P. Stevens. Het groote voordeel van dezen mitrailleur is, dat daarbij de gewone loopen en patronen van het geweer Beaumont worden gebezigd. De proeven, die voorlopig slechts de werking van de afsluiting en ontstekingsmethode betroffen, slaagden uitstekend. Het aantal treffers bedroeg op 200 passen bijna 100 pCt., 300 passen ruim 94 pCt., op 400 passen ruim 70 pCt. Men kan gemakkelijk 250 patronen per minuut verschieten. De uitvinding is van den ingenieur der geweerfabriek en even degelijk als eenvoudig. Gisteren zijn de proeven in tegenwoordigheid van het corps officieren van het garnizoen herhaald. N.B.: De militaire pas had een lengte van 75 cm. (Terug)
8. Percussiepistool, op de loop gesigneerd 'P. Stevens te Maastricht', caliber 12 mm., octogonale getrokken damastloop met ingeschoven korrel. Op de staartschroef genummerd '2', floraal gegraveerde en gebruineerde ijzeren slotplaat, gestoken notenhouten lade met gecanneleerde kolf, en suite gegraveerde messing trekkerbeugel met vingerhaak en scharnierend pistonvlakje, lengte 41 cm. Afbeeldingen ter beschikking gesteld door veilinghuis Hessink. (Terug)
9. Literatuur: H.E. Harder / W.A. Dreschler Die Militärrevolver der Niederlande, De Bataafse Leeuw Amsterdam 1998. Drs. B.J. Martens / drs. G. de Vries Nederlandse Vuurwapens Landmacht, Marine en koloniale troepen 1866-1895, S.I. Publicaties Arnhem 2001. Correspondentie en mededelingen mr. E.A.H.M.J. (Eddy) de Beaumont, MM. (Deze laatste is een nakomeling van beide fabrikanten.) (Terug)
10. E.C.W.L. Marres, Genealogie Stevens, Limburgse Leeuw, 7e jg. 1958, p. 17-22. (Terug)

Varia

1. Het portret van Michaël Clemens is zeer waarschijnlijk aan de hand van een foto drie jaar na zijn overlijden gemaakt.
Deze portretten hangen nu op de rechtenfaculteit van de Universiteit Maastricht, mededeling Mijke Harst - van den Berg, Harst Heritage, 21 januari 2019. (Terug)

Verre Voorouders

1. Moeller, A.H., 2017. Cospeciation of gut microbiota with hominids. Science 353(6297),380-382. (terug)
2. Rowan, J., Reed, K.E., 2015. The paleoclimatic record and Plio-Pleistocene paleoenvironments. In: Henke, W., Tattersall, I. (Eds.), Handbook of Paleoanthropology, pp. 465-491. (Back)
3. Dennis Bramble en de antropoloog Daniel E. Lieberman in een groot stuk in Science (18 november 2004) (terug)
4. The Naked Truth, Nina G. Jablonski, Scientific American, Vol. 302, No. 2 (February 2010). . (terug)
5. Arzarello M1, e.a. Evidence of earliest human occurrence in Europe: the site of Pirro Nord (Southern Italy), Naturwissenschaften. 2007 Feb;94(2):107-12.The lithic industry of Pirro Nord represents the oldest occurrence of the genus Homo in Europe as it is attributable to a chronological interval between 1.3 en 1.7 Ma. This supports the hypothesis that the genus Homo, with Oldowaian technology, extended its range in Europe, probably from western Asia, during the first half of the Early Pleistocene. (terug)
6. Picture from lucyonline. Bron UCM: Site of Atapuerca. (terug)
7. Martin Petr, Mateja Hajdinjak, Qiaomei Fu et alii., The evolutionary history of Neandertal and Denisovan Y chromosomes, bioRxiv preprint; from Thomas Krahn 11 march 2020. (Terug)
8. Jacobs, Guy, et alii, Multiple Deeply Divergent Denisovan Ancestries in Papuans Cell, Vol. 177, 4, 1010-1021, May 02, 2019. From Eijkman Institute for Molecular Biology in Jakarta, Indonesia. (Terug)
8a. Adrien Rieux et al., Improved calibration of the human mitochondrial clock using ancient genomes, Mol Biol Evol (2014) A. We estimated a split time between Homo neanderthalensis en Homo sapiens mtDNAs of 389 Kya [295-498 95% HPD]. This is consistent with the 407 Kya [315-506 95% HPD] estimates of Endicott et al. (2010); en B. Our estimate of 143 Kya [112-180 95% HPD] for the TMRCA of all modern human mtDNA is slightly younger but highly consistent with the 157 Kya [120-197 95% HPD] value obtained by Fu et al. (2013b). (Terug)
8b. Aida Gómez-Robles, Dental evolutionary rates and its implications for the Neanderthal–modern human divergence, Science Advances 15 May 2019: Vol. 5, no. 5. "... results support a pre–800 ka last common ancestor for Neanderthals and modern humans .." (Terug)
8c. Bischoff, James L.; Shamp; et al. The Sima de los Huesos Hominids Date to Beyond U/Th Equilibrium (>350kyr) and Perhaps to 400–500kyr: New Radiometric Dates, Journal of Archaeological Science. 30 (3): 275–80. doi:10.1006/jasc.2002.0834. Arsuaga JL, Martínez I, Gracia A, Lorenzo C (1997). The Sima de los Huesos crania (Sierra de Atapuerca, Spain). A comparative study, Journal of Human Evolution. 33 (2–3): 219–81. doi:10.1006/jhev.1997.0133. PMID 9300343. (Terug)
9. Ann Gibbons, Science 2015; foto uit Ancient Origins. sept. 2015. (Terug)
10. Bertila Galván et al., Early Neandertal disappearance in Iberia, Journal of Human Evolution, DOI: 10.1016/j.jhevol., 2014.06.002. (Terug)
11. F.G. Fedele, B. Giaccio and I. Hajdas Timescales and Cultural Process at 40,000 BP in the Light of the Campanian Ignimbrite Eruption, Western Eurasia in Journal of Human Evolution 55 (2008), 734-57; A. Costa et alii, Quantifying Volcanic Ash Dispersal and Impact of the Campanias Ignimbrite Super-Eruption in Geophysical Research Letters 39 (2012), L10310. (Terug)
12. S. Sankararaman et alii, The date of interbreeding Between Neanderthals and Modern Humans, in PloS Genetics 8 (2012): 1002947 cited in David Reich, Who we are and How we got here - Ancient DNA and the New Science of the Human Past, New York 2018, pag 29, 39. (Terug)
13. Tom Higham et al., The timing and spatiotemporal patterning of Neanderthal disappearance, Nature 512, 306 309 (21 August 2014) doi:10.1038/nature13621; en Joseph K. Pickrell, David Reich, Sankararaman et al., 2012, Green et al., 2010, Prüfer et al.,2014, Towards a new history en geography of human genes informed by ancient DNA in BioRxiv beta, March 21, 2014. (Terug)
14. B. Vernot and J,.M. Akey, Resurrecting surviving Neandertal lineages from Modern Human Genomes in Science 343 (2014), 1017-21. (Terug)
15. Cooper en Stringer, 2013; Meyer et al., 2012; Prüfer et al., 2014, Reich et al., 2010, 2011. (Terug)
16. Etienne Patin & Lluis Quintana-Murci, Genomic insights into population history and biological adaptation in Oceania, Nature, 2021. (Terug)
17. Jean-Jacques Hublin, et alii New fossils from Jebel Irhoud, Morocco and the pan-African origin of Homo sapiens, Nature 8 June 2017. (Terug)
18. Apidima Cave fossils provide earliest evidence of Homo sapiens in Eurasia, Katerina Harvati, et alii , Science Article | Published: 10 July 2019. Two fossilized human crania (Apidima 1 and Apidima 2) from Apidima Cave, southern Greece, were discovered in the late 1970s. (Terug)
19. Wu Liu, Mark Jan Sier e.a., The earliest unequivocally modern Humans in southern China, nature, 2015. (Terug)
20. S. Sankararaman et alii, The date of interbreeding Between Neanderthals and Modern Humans, in PloS Genetics 8 (2012): 1002947; P. Moorjani et alii A GeneticMethod for Dating Ancient GenomesProvides a Direct Estimate of Human Generation Intervan in the last 45,000 years in Proceeding of the National Academy Of Sciences of the USA 113 (2016) 5652-7. cited in David Reich Who we are and How we got here - Ancient DNA and the New Science of the Human Past, New York 2018, pag 57, 58. (Terug)
21. Iosif Lazaridis et alii, The genetic structure of the world's first farmers, BioRxiv, June 16, 2016; and Farnaz Broushaki, Early Neolithic genomes from the eastern Fertile Crescent, F, Science 14 Jul 2016: DOI: 10.1126/science.aaf7943. (Terug)
22. On the origin of modern humans: Asian perspectives, Christopher J. Bae, Katerina Douka, Michael D. Petragli. Science, 8 dec. 2017. (Terug)
23. Philip R. Nigst et al. Early modern human settlement of Europe north of the Alps occurred 43,500 years ago in a cold steppe-type environment, 2014, 28 sept. PNAS doi: 10.1073/pnas.1412201111. (Terug)
24. Qiaomei Fu, Heng Li, Svante Pääbo, Genome sequence of a 45,000-year-old modern human from western Siberia, Nature, 514, pag. 445-449, Oct. 2014), cit. in Genetiker, 14 nov. 2014. (Terug)
25. Qiaomei Fu, Cosimo Posth, David Reich et alii, The genetic history of Ice Age Europe, Nature, 534, pag. 200-205, (2016). (Terug)
26. Andaine Seguin-Orlando, e.a. Genomic structure in Europeans dating Terug at least 36,200 years. Science 346, 1113 (2014) (Terug)
27. Cooper and Stringer, 2013; Meyer et al., 2012; Prüfer et al., 2014, Reich et al., 2010, 2011. (Terug)
28. Qiaomei Fu, David Reich & Svante Pääbo et alii, An early modern human from Romania with a recent Neanderthal ancestor, Nature, 524, pag. (13 August 2015). (Terug)
29. F.G. Fedele, B. Giaccio and I. Hajdas Timescales and Cultural Process at 40,000 BP in the Light of the Campanian Ignimbrite Eruption, Western Eurasia in Journal of Human Evolution 55 (2008), 734-57; A. Costa et alii, Quantifying Volcanic Ash Dispersal and Impact of the Campanias Ignimbrite Super-Eruption in Geophysical Research Letters 39 (2012), L10310. (Terug)
30. Qiaomei Fu, Cosimo Posth, David Reich et alii, The genetic history of Ice Age Europe, Nature, 534, pag. 200-205, (2016); Genetiker, Goyet Q116-1, An Aurignacian sample from Goyet, Belgium dated to 35,160 to 34,430 BP, the calls show that Goyet Q116-1 belonged to Y haplogroup C1a2-Z38842(xV86), https://genetiker.wordpress.com/y-snp-calls-for-goyet-q116-1/. (Terug)
31. Qiaomei Fu, David Reich & Svante Pääbo, An early modern human from Romania with a recent Neanderthal ancestor, Nature, 524, pag. 216-219 (2015); Martin Sikora1, et alii, Ancient genomes show social and reproductive behavior of early Upper Paleolithic foragers, Science, 05 Oct 2017. (Terug)
32. Martin Sikora et alii, Ancient genomes show social and reproductive behavior of early Upper Paleolithic foragers, Science, eaao1807, DOI: 10.1126/science.aao1807, 5 okt. 2017. (Terug)
33. C.-J. Kind et alii, The smile of the Lion Man: Recent Excavations in Stadel Cave (Baden- Würtemberg, South-Western Germany) and the Restoration ofthe famous Upper Palaeolitic Figurine, Quartär 61 (2014): 129-145. (Terug)
34. David Reich, Who we are and How we got here - Ancient DNA and the New Science of the Human Past, New York 2018, pag 91. (Terug)
35. Posth et al., Pleistocene Mitochondrial Genomes Suggest a Single Major Dispersal of Non-Africans and a Late Glacial Population Turnover in Europe, Current Biology (2016), https://dx.doi.org/10.1016/j.cub.2016.01.037. (Terug)
36. The genetic history of Ice Age Europe, Qiaomei Fu et alii. Nature, 2 May 2016. (Terug)
37. Craniometric analysis of European Upper Palaeolithic en Mesolithic samples supports discontinuity at the Last Glacial Maximum, Ciaraán Brewster,e al, Nature Communications 5, published 10 June 2014. (Terug)
38. Museum De Koperen Knop [The Copper Knob Museum], Hardinxveld-Giessendam, Holland. (Terug)
39. Cradle of Civilization, A Blog about the Birth of Our Civilisation and Development, aratta.wordpress.com. (Terug)
40. www.Praehistorische-archaeologie.de, Die La Hoguette Kultur, Typisches Gefäß der La Hoguette Kultur, © Jens Reinecke, 2011. (Terug)
41. The Changing Role of La Hoguette Pottery in an LBK context, Daniela Hofmann, 2016. Zij vermeldt als oudere bronnen: Brounen and Vromen 1990; Günther 1991; Pétrequin et al. 2009; Luc Amkreutz, Fabian Haack, Daniela Hofmann and Ivo van Wijk, 2016. (Terug)
42. Het Engelse DNA wijst op een gemengde maritiem-continentale oorsprong. De hoogste gedeelde autosomale IBD tussen een neolithische boer uit Ierland is met moderne zuidelijke en oostelijke Iberiërs en Sardiniërs, Cassidi, 2016. Zie ook: Selina Brace et alii. Bevolkingsvervanging in het vroege neolithische Groot-Brittannië, bioRxiv, 2018. (Terug)
43. Iñigo Olalde et alii, The Beaker Phenomenon and the Genomic Transformation of Northwest Europe, BioRxiv, mei 2017. Selina Brace et alii. Population Replacement in Early Neolithic Britain, bioRxiv, 2018. (Terug)
44. Limburg. Een geschiedenis, deel 1_tot 1500, Paul Timmermnas et alii, KLGOG. Maastricht 2015. Bulletin du Cercle archéologique Hesbaye-Condroz, Tome XXX, 2010, Le Néolitique ancien de Belgique. (Terug)
45. A whole mitochondria analysis of the Tyrolean Iceman's leather provides insights into the animal sources of Copper Age clothing, Niall J. O'Sullivan, Institute for Mummies and the Iceman, EURAC research, 39100 Bolzano, Italy, School of Archaeology and Earth Institute, University College Dublin, Belfield, Dublin 4, Ireland. (Terug)
46. J.N. Lanting & J.N. van der Plicht, De 14C Chronologie Neolithicum, Palaeohistoria 41/42, 1999/2000. (Terug)
47. Bakels, 1982. (Terug)
48. Rössen keramik, Landesmuseum Natur und Mensch Oldenburg, Niedersachsenm, Dld. (Terug)
48a. Bettina Schulz Paulsson, 2017, Figure 3.55. Tumulus F and passage grave FO, Chiron/Bougon. Photo courtesy of Janhnke, CC-by-sa/Wikimedia commons. (Terug)
48b. David Calado e.a. Some stones can speak! the social structure, identity and territoriality of sw atlantic Europe complex appropriator communities reflected in their standing stone’s, Huelva University Lisbonne 2010). (Terug)
49.Megaliths in the Ardennes, Harrie Wolters, Hunebednieuwscafé, 2017. (Back)
49a. The massacre mass grave of Schöneck-Kilianstädten reveals new insights into collective violence in Early Neolithic Central Europe,Christian Meyer, edited by Melinda A. Zeder, National Museum of Natural History, Santa Fe, March 3, 2015. (Terug)
50. David W. Anthony, Why Archaeologists Care about the Indo-European Problem, Archaeology and Language:, 2017. (Back)
51. Anna Szécsényi-Nagy, Guido Brandt, Victoria Keerl, et al. Tracing the genetic origin of Europe's first farmers reveals insights into their social organization, bioRxiv first posted online September 3, 2014. (Terug)
52. I. Lazaridis, et alii, Ancient human genomes suggest three ancestral populations for present-day Europeans, ASHG, october 2015, Baltimore, USA. 'Genome-wide data on 34 ancient Anatolians identifies the founding population of the European Neolithic'. They show an 'Fst' to the first farmers of Europe as well as to those of Germany 0.004 ± 0.0004 as those of Spain 0.014 ± 0.0009. (Fst, fixatie index, is een measure for geneticdifference in and between populations, this ranges from 0 no difference to 1 complete difference.' (Terug)
53. Alexander Herbig of the Max Planck Institute for the Science of Human History, 2017. (Terug)
54. Dusan Boric, The End of the Vinca World: Modelling the Neolithicto Copper Age Transition and the Notion of Archaeological Culture, Academia.edu, sept. 2015. (Terug)
55. Massive migration from the steppe is a source for Indo-European languages in Europe, Wolfgang Haak, February 10, 2015, BioRxiv. (Terug)
56. Leendert P. Louwe Kooijmans, Onze vroegste voorouders, De geschiedenis van Nederland in de steentijd, van het begin tot 3000 vC, Amsterdam, 2017. (Terug)
57. Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden, find dating from around 2300 years before Christ. (Terug)
57a. Sánchez-Quinto et al. 2019; Beau, Alice et al. 2017 (Back)
58. Door UserDieKraft - own work; map adapted from a Wikimedia Commons original (Template europe map.png by wiki-de-user San Jose); data taken from RJ Harrison, The Beaker Folk. Copper Age archaeology in Western Europe. Ancient Peoples and Places 97, London 1980. (Terug)
59. David Reich, Who we are and How we got here - Ancient DNA and the New Science of the Human Past, New York 2018, pag 109-117. (Terug)
60. Iñigo Olalde, …David Reich. The Beaker phenomenon and the genomic transformation of northwest Europe, Nature 555, 190–196 (2018). (Terug)
61. Suetonius, De vitis Caesarum, 121 NC. (Terug)
62. Gaius Julius Caesar, De Bello Gallico, VI. (Terug)
63. Lucius Cassius Dio, Ρωμαικη 'Ιστορια Romeinse Geschiedenis, AD. 192. (Terug)
64. Collectie Gallo-Romeins Museum, tongeren, België. (Terug)
65. Helaas is de bron teloor gegaan. Waarschijnlijk van Marcus Terentius Varro, of van Cassius Dio. Zie ook: Bloemers, Pre en Protohistorie der Nerderlanden, 1991. (Back)
66. Source: Jona Lendering oct. 2017. (Terug)
67. Lanen, Rowin J Van, Marjolein Gouw-Bouman, Exploring Roman and early-medieval habitation of the Rhine-Meuse delta (Utrecht 2018). (Terug)
68. Cillekens/Dijkman (2006), p. 27. (Terug)
69. Bewerkte Afbeelding van Wikimedia Merovingian dynasty. (Terug)
70. Gold coin, on the front is a stylized head turned to the right and the text TRIECTVFIT and on the other side is a cross on a globe with the text MARICVSMO, diameter 14 mm, weighing 1,314 grams, gold content 89 percent. Domaricus was Monetarius in Maastricht in the first half of the sevent century. (Terug)
71. De Y-DNA Haplogroup Predictor - NEVGEN teste uit het haplotype van een man met 100% zekerheid: J2b2a-M241, en van een tweede met 50% zekerheid: J2a1-Z467>Z455 (Volgens de YFull tree: J2a1a1a2b2a2b-FGC7861/Z467 > J2a1a1a2b2a2b3-FGC3291/Z447, CTS9425, FGC3311/Z455, Z458).
Het Merovingisch grafveld, in: R.C.G.M. Lauwerier & J.W. De Kort 2014: Merovingers in een villa 2. Romeinse villa en Merovingisch grafveld Borgharen - Pasestraat. Onderzoek 2012. Amersfoort (Rapportage Archeologische Monumentenzorg 222), 211-220. (Terug)
72. Merovingers in een villa 2 – Romeinse villa en Merovingisch grafveld Borgharen, 2012, R.C.G.M. Lauwerier et alii. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Ministerie van Onderwijs, Cultuur em Wetenschap. (Terug)
73. Cillekens/Dijkman (2006), p. 26. (Terug)

Volgraaf

1. RHCL, Vroenhof Gichten en Rollen, Matthijs Volgraef wordt vermeld tot 1578. Vanaf 11 jan. 1582 is er sprake van de erven van Matthijs Volgraaf, vanaf sept. Reyner achtergelaeten soene van Thijs Vulgraeff. Zijn broer Matthijs Volgraaf wordt niet meer genoemd en zal toen al wel vertrokken zijn.
- ORA Dordrecht inv. 1555, f. 139v, 4juni 1590: verscheen Matthijs Vulgraeff, van Maastricht, poorter deser stede en verklaarde verkocht te hebben aan Pieter Thonijsz., busmaker een geheel huis en erf met toebehoren genaamd Noorwegen staande in de Houttuin aan de landzijde in Dordrecht.
De heer Arnold Nivelle uit het Belgische Riemst ontdekte vermeldingen in de Maastrichtse archieven die de familierelatie aantoonden en hij meldde dit ons spontaan. (Terug)
2. Oud Rechterlijk archief Dordrecht, Transportregisters Dordrecht, Archief 9, inv. nrs. 1555, 1556 1577, 1578, 1579. (Terug)
3. De Gemeente Moerdijk heeft binnen haar grenzen twee historische vestingstadjes, Klundert en Willemstad. Klundert is in 1558 door prins Willem van Oranje gesticht. Rond deze vestingen lagen  diverse forten, en verdedigingswerken, waaronder de Batterijen aan de Roode Vaart. Bron: Archief Heemkundekring De Willemstad. (Terug)
4. Oud Rechterlijk archief Dordrecht, Transportregisters Dordrecht, Archief 9, inv. nrs 1556, 1585, 1606 (Terug)
5. RAD, ORA Dordrecht inv. 20.280, fol. 239-240, scan 244-245, not. Melanen, 24 okt 1662.Herman Jaspers Volgraeff, jongeman, schipstimmerman, gezond van leden , maakt testament wegens een voorgenomen een reis naar Oostindien. Hij maakt tot zijn erfgenamen zijn jongste zusters Maeijcken ende Josijntgen van zijn roerende en onroerende goederen en stelt als voogd zijn moeder Janneke Jansdr wed van Jasper Volgraeff, en zijn oom Boudewijn Volgraeff. (Terug)
6. ORA Dordrecht, Toegangsnr: 9, Inventarisnr: 1634, Aktenr: 1, Folionr: 103, scan 106, 4 mei 1694: Herman Volgraeff, wonende te Dordrecht, Jasper Volgraeff, wonende te Den Haag, en Cornelis Volgraeff, wonende te Leiden, kinderen en erfgenamen van wijlen Matthijs Volgraeff en Hester Dircxs, volgens procuratie gepasseerd voor notaris J. van Swanenburgh te Leiden en notaris Pieter Muijs te Dordrecht op resp. 28 en 29 april 1694, verkoopt voor 600 gl. contant aan Elisabeth Braet, laatst weduwe van Boudewijn Volgraeff en burgeres van Dordrecht, een huis in de Vleeshouwersstraat, staande achter het huis van Jasper Outlandt. Koopster is schuldig aan Johan van der Burgh, mansman van het Hof en de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland, een bedrag van 400 gl., verbindende een huis in de Vleeshouwersstraat, staande achter het huis van Jasper Outlant, en een huis op de Groenmarkt, genaamd "den Wildeman", staande tussen het huis van Johannes Dircsz. en dat van de erfgenamen van juffrouw Vogel. (ORA Dordrecht inv. 798, f. 103 e.v.) (Terug)
7. Nederlandsch Geslacht-, stam- en wapenboek, Amsterdam 1785. Artikel Balen. (Terug)
8. https://dordrechtmonumenteel.nl/qr/134/: Rijksmomument 522361. (Terug)
9. Oud Rechterlijk archief Dordrecht, Transportregisters Dordrecht, Archief 9, inv. nrs. 1578, 1579. 1580 (Terug)
10. Bonboek Leiden, Eerste Register, fol. 351-499, bon over 't Hof. 448, 19 juni 1706; en ORA Dordrecht, toeg.nr: 9, inv.nr: 1634, (Terug)

nobiliaire

Nobiliaire des Pays Bas
Louvain 1760.
(Privé bezit)

Miroir des Nobles de Hasbaye

Miroir des Nobles de Hasbaye
Bruxelles 1910
(Privé bezit)


HOME