DE MAASTRICHTSE ORGELBOUWERSLambert Houtappel en Joseph en Adam Binvignat |
|
Lambert Houtappel
|
Orgel Michaëlskerk te Koudekerke
|
Zijn oudste zoon, Lambert Houtappel is houthandelaar en orgelmaker. Hij huwt op 24 mei 1798 Maria Anna David, geboortig van Sint Pietersvoeren. Hij is dan 42 jaar; het huwelijk blijft kinderloos. Waar Lambert Houtappel de orgelbouwkunst geleerd heeft is niet bekend. Vanaf 1777 werkt hij in compagnonschap met Joseph Binvignat samen bij de restauratie van het orgel van de Sint Matthiaskerk. Twintig jaar Later zal Binvignat voor deze kerk een nieuw orgel bouwen. In 1778 restaureren zij het orgel van de kerk van Koudekerke. Hier wordt Binvignat de assistent van Houtappel genoemd, maar dat is een eenmalige vermelding. In 1779 huwt Binvignat met Maria Elisabeth Houtappel, de zuster van Lambert. De firma Houtappel & Binvignat is gevestigd in het ouderlijk huis van Houtappel 'De rode Hoed' in de Plankstraat 1006, gelegen naast de brouwerij het Sint Nicolaas Panhuijs tegenover de toen nog bestaande Sint Nicolaaskerk. Deze kerk is in 1838 afgebroken. In 1793 kopen Lambert en Joseph samen het huis van de overige kinderen Houtappel, waarbij bepaald wordt dat schoonvader tot aan zijn overlijden kost en inwoning houdt. Na diens overlijden in 1795 koopt Joseph Binvignat het huis en gaat Lambert in de Leliestraat wonen. Onder beider namen blijft de firma tot 1800 bestaan. Dan trekt Lambert Houtappel zich terug in de houthandel en zet Joseph Binvignat de orgelbouw alleen voort. Lambert Houtappel dreef de houthandel zeer waarschijnlijk tezamen met zijn jongere broer Petrus Houtappel, die ook zadelmaker is. Uit Petrus Houtappel stamt het Nederlandse geslacht Houtappel. Gedurende twee eeuwen zal de houthandel van vader op zoon in dit geslacht voortgezet worden. (2) |
Joseph Binvignat
|
Het Orgel van de Sint Janskerk te Maastricht. Dit sobere orgel bouwden Houtappel en Binvignat in 1780. Binvignat vernieuwde het in 1807. Verschueren Orgelbouw restaureerde het orgel met gebruik van het oude pijpwerk van Binvignat in 1992. (7) |
Adam Matthijs Binvignat
|
Het Historische Orgel in NederlandOmstreeks 1773 begon Joseph Binvignat (1755-1837) samen met de houthandelaar Lambert Houtappel (1756-1822) een Maastrichtse orgelmakerij. (9) Zij ontwikkelden een stijl die geleidelijk steeds meer afweek van de Luikse barokstijl. Vanaf 1777 kreeg deze firma enige nieuwe orgels te maken, waarvan een aantal nog bestaat: in de Sint Nicolaas in hun woonplaats (nu in de kerk van Maastricht-Heer, 1778) en in de Hervormde Sint Jan aldaar (1780), in Houthem (1784), en in Berg en Terblijt (nu Maastricht, Cellebroederskapel, 1794). De boventoonrijke klank van deze orgels verraadt de Noord-Franse herkomst (Attigny) van Binvignat, maar de ruime mensurering van het pijpwerk en de breedte van de totaalklank doen tevens Rijnlandse invloeden vermoeden. In de moeilijke Franse Tijd echter kon deze orgelmaker het nauwelijks bolwerken, speciaal vanwege de heersende antipathie tegen de Fransen. (Zouden de anticlericale maatregelen van de overheid niet de hoofdoorzaak geweest kunnen zijn ?, Boed Marres) Hij vervaardigde bureau-orgeltjes en serinettes. Verder moest hij rondkomen van het herstellen van orgels in Aken, Hasselt en tussenliggende plaatsen en van een drankenzaak. Zijn voormalige compagnon trok zich terug in de houthandel. Het Classicisme van de eerste helft van de 19e eeuw
In Maastricht en verre omgeving beheerste Binvignat de orgelbouw tot zijn dood in 1837. Zijn zoon Adam (1789-1850) bleek niet over de kwaliteiten van zijn vader te beschikken. Toch bleven er ook een paar kleine orgels van hem bewaard, onder meer in de H. Hartkerk te Eindhoven (afkomstig van Sittard, ca 1842) Bovendien was hij verantwoordelijk voor de vernieuwing van het orgel van de Sint Servaas te Maastricht in 1839, waarbij tevens een tenorpedaal tot stand kwam. Was dit nog de doorwerking van de Noord-Franse herkomst der Binvignats? (10) |
De Sint Gerlachuskerk te Houthem. In 1784 plaatsen Houtappel en Binvignat in de kloosterkerk van het adellijke damesstift Sint Gerlach te Houthem, een eenmanuaals balustrade-orgel. Twee jaar later wordt dit klooster opgeheven en de zusters verhuizen met hun bezittingen waaronder ook het orgel naar Roermond.
Het orgel is daarna nog meerdere malen gewijzigd, door Vermeulen in 1894, Pereboom in 1920, Verschueren in 1957. Het is toen geplaatst in de 18e eeuwse kas van het voormalige orgel uit de kerk van Gangelt (Duitsland). In 1980 werd door hun nog een restauratie gedaan. (11) |
De Sint-Quintinuskathedraal van Hasselt, België Met de bouw van deze kathedraal in de hoofdstad van Belgisch Limburg werd in de 11e eeuw begonnen. Er staat een Niehofforgel, gebouwd door Nicolaes en Jacob Niehoff uit 's-Hertogenbosch in de jaren 1592 en 1593.
Herstellingen werden uitgevoerd in de 17e eeuw, door van Weert in 1628, door Jan II Posselius uit Helen (1708/09), Christiaen Penceler uit Leuven (1711/14), en Henrich Möseler uit Luik (1750). Joseph Binvignat en Lambert Houtappel bouwden een nieuw orgel met drie klavieren van 1791 tot 1793. Daarbij herbruikten ze een groot deel van het originele pijpwerk van het oorspronkelijke orgel waarmee het als het oudste van België wordt beschouwd. Guido Schumacher uit Baelen restaureerde in 2002 het orgel met gebruikmaking van de originele materialen. (12) |
De Cellebroederskapel te Maastricht Het orgel van de Cellebroederskapel is door Lambert Houtappel en Joseph Binvignat in 1794 gebouwd voor de kerk te Berg en Terblijt en het is daar in 1849 door Adam Binvignat, de zoon van Joseph Binvignat nog gerestaureerd. Het dienst in de parochiekerk van het dorp Scharn-Heer, dat nu een wijk is van de gemeente Maastricht, van 1937 tot 1962. De gemeente Maastricht kocht het orgel in 1962 en het is toen geplaatst in de gerestaureerde Cellebroederskapel. In 1969 is het gerestaureerd door orgelbouwer Verschueren uit Heythuysen. (13) |
|
De Sint Servaaskerk te Maastricht. Dit orgel werd in 1736 voor de Dominicanerkerk gebouwd door Jean Baptiste Le Picard. Joseph Binvignat kreeg in 1795 het voorstel voor schoonmaak, reparaties en uitbreiding met vijf tonen; toen hij het pijpwerk naar zijn werkplaats had overgebracht, was tengevolge van de inval van de Fransen de Dominicanerkerk gesloten; de lege orgelkas was daar achtergebleven.
De gebr. Franssen verplaatsten en pasten het orgel aan in 1843. (14) (15) |
De Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht De Onze Lieve Vrouwekerk werd in 1798 op last van de Fransen ontruimt. Joseph Binvignat heeft toen het grote orgel van het oksaal en het kleine orgel van het priesterkoor overgeplaatst naar de naastgelegen Sint Nicolaaskerk. In 1830 krijgt hij de opdracht het positief en het grote orgel tot één instrument samen te voegen. De belangrijkste bepalingen van het op 31 januari 1830 vastgestelde "project pour le placement du positif dans la caisse de grand orgue de l'église Saint Nicolas" luidden:
In 1838 is de Sint Nicolaaskerk afgebroken en werd de Onze Lieve Vrouwekerk de parochiekerk. Het orgel is toen door Binvignat weer teruggeplaatst naar deze kerk. Hij heeft bij deze gelegenheid het instrument verbeterd en uitgebreid. (17) |
Foto Ton Reijnaerdts |
De Sint Matthiaskerk te Maastricht De Sint-Matthiaskerk beschikt over een groot 3-manuaals kerkorgel. Dit is het eerste Nederlandse driemanuaals, in één kast gebouwde orgel, een instrument met Hoofdwerk, Onderpositief, Echo en Pedaal, met de Klaviatuur aan de voorzijde onder het Onderpositief, waardoor de organist als het ware omringt wordt door het orgel en het zangkoor. Joseph Binvignat bouwde dit in 1808. Quadvlieg vermeldt de restauratie van een (ouder) orgel in deze kerk door Houtappel en Binvignat in 1777 als hun eerste vermelding als compagnons. (18) Binvignat bouwde dit 'nieuwen orgel van een genoegzaam getal registers' zeer waarschijnlijk nog tezamen met Lambert Houtappel. Het instrument is sterk gebaseerd op de Franse 18e eeuwse orgelbouw, hetgeen zich uit in de samenstelling van de dispositie en de intonatie van het pijpwerk. (19) Het orgel werd in 1875, 1918 en, 1950 gewijzigd en is in 1990 grondig gerestaureerd door de firma Flentrop uit Zaandam. (20) |
De Sint Martinuskerk te Geulle aan de Maas Eenklaviers orgel en eiken balustrade van de orgelgalerij, in 1818 gemaakt door Joseph Binvignat in opdracht van het gemeentebestuur 'tot Lof en Luyster van de beijde godsdiensten in de gemeentekerk' zowel gereformeerden als de Roomse gezinden. Bij de bouw werd gebruik gemaakt van een ouder orgel, dat aangepast werd aan de gewenste omvang en dispositie. Het orgel werd in 1977 gerestaureerd door de firma Verschueren te Heythuyzen. Aan de orgelkas is duidelijk te zien dat deze oorspronkelijk was ingesnoerd. Binvignat heeft in 1818 dan ook gebruik gemaakt van een bestaande kas en deze eenvoudig aan de nieuwe situatie aangepast. De onderkast is zeer sober gedecoreerd met een bescheiden pijnappel onder de middenoren. De bovenkast draagt zijn huidige uiterlijk waarschijnlijk grotendeels aan de werkzaamheden uit 1818. Opvallend zijn de bovenblinderingen: een timmermansversie van een Dorisch fries. In 2009 is het orgel gerenoveerd en verplaatst. (21) Foto: Ton Reijnaerdts. |
De Sint Lambertuskerk te Oirsbeek Het orgel van deze kerk is door J. Binvignat in 1828 voor de Sint Lambertuskerk te Kerkrade gebouwd. Met het tien jaar oudere orgel in Geulle deelt dit instrument het zeer sobere uiterlijk. In 1841 wordt het overgeplaatst naar de Sint Lambertuskerk te Oirsbeek. (22) |
De Sint Remigiuskerk te Simpelveld Het vijfdelige middenstuk van dit orgel is nog van Binvignat afkomstig. Het is volgens diens ontwerp in 1834 vervaardigd door J.W. Gulikers uit Maastricht. Met zijn ongedeelde tussenvelden met gesloten binnenwaarts gebogen bovenlijsten vertoont het duidelijk overeenkomsten met het oudere orgel in Oirsbeek. Het is instructief om de terughoudende decoratie van de orgelkas te vergelijken met het wat drukke neobarokke snijwerk van de borstwering, een werk uit 1854 van J.P. Ramakers uit Schinnen. Een vergroting toont dit orgel en de borstwering in zijn volle pracht. (23) |
De Hervormde kerk te Meerssen Het orgel van de Ned. Hervormde kerk te Meerssen is door Adam Binvignat gebouwd in 1838. Het heeft een zeer eenvoudig driedelig front. In 1877 werd het vervangen door een harmonium waarbij voorzijde, kas en front gehandhaafd werden, maar het binnenwerk verwijderd is. (24) De Petrus en Pauluskerk te Wolder In 1843 plaatste Adam Binvignat op verzoek van de pastoor een 7 stemmen tellend orgel; het kerkbestuur was van mening, dat er 'geene middelen in de kast of voorhanden zijn' om dit orgel te betalen; dit gebeurde (voorlopig) door de pastoor uit eigen zak;
|
Orgel Hervormde kerk te Meerssen |
* | |
BelgiëIn België zijn orgels van Binvignat behouden gebleven in de kerken van Dilsen-Stokkem, Hoeselt-Romershove en Millen. Zij vallen daar onder 'Beschermd werk'. (26) Het orgel van de kerk Sainte-Lucie te Mortroux in Dalhem, gemaakt door Henri Müseler in de XVIIe eeuw is afkomstig van de abdij van Beaurepart. Na de overplaatsing is het door Joseph Binvignat in 1809 gerestaureerd. Het orgel van Collégiale Sainte-Croix te Luik werd door Joseph Binvignat gerestaureerd in 1819.
|
Orgel Sint Petrus Banden te Heer v |
|