Petrus Stevens1800 - 1863Koopman en Wapenfabrikant te Maastricht* |
Petrus Stevens, voor zijn naaste omgeving Pierre, is geboren in het jaar 1800. Hij is ondernemer op velerlei gebied. Op de dag van zijn negentiende verjaardag neemt hij de houthandel van zijn vader over die daags daarvoor is gestorven. Deze handel lag aan het Bassin te Maastricht. Stevens begint als handelaar in bouwmaterialen, timmerhout, leien, dakpannen, vuurvaste bakstenen, cement, teer, steenkool en ijzer. Hij heeft een timmerfabriek en schrijft in op openbare aanbestedingen. In 1836 begint hij met de levering aan het Nederlandse leger van geweren, en van onderdelen daarvan zoals het draaghout, de meestal van notenhout gemaakte voorlade, kolf en greep. Bij het begin van de Belgische afscheiding in 1830 stoppen voor het Nederlandse leger de wapenleveringen van de Luikse wapenfabrieken. Nederland heeft geen eigen geweerfabriek. |
(Collectie W.A. Dreschler) Briefhoofd Koophandel Petrus Stevens |
Petrus Regout richt zich daarom in 1834 tot het Rijk met het verzoek een geweerfabriek te mogen oprichten. Dit verzoek wordt geweigerd. In 1842 wordt hij belast met transformatie van vuursteengeweren naar een percussiesysteem. In 1843 wordt dit contract weer ontbonden. Het rijk richt dan in Maastricht eigen Geweerwerkplaatsen op.
|
|
Koninklijke Wapenfabriek P. Stevens te Maastricht
|
|
Wanneer het Rijk tegen het einde van de jaren veertig de werkzaamheden in de Maastrichtse geweerwerkplaatsen beindigt begint Stevens in deze gebouwen een wapenfabriek, die voorspoedig start met orders van het Ministerie van koloniën voor o.a. de aanmaak van 2.000 geweren, type slaggeweer model M 1842 en pistolen, type slagpistool model M 1850 voor het Nederlands Indische leger. Dit pistool heeft geleidelijk alle andere pistoolmodellen in leger vervangen en heeft als enige dienst gedaan tot 1875. Daarna is het op zijn beurt weer geleidelijk vervangen door een revolver, model M 75. Het duurde nog tot 1894 alvorens dit model geheel uit het leger was verdwenen. (1) Daarbij blijft Stevens wapenhandelaar en assembleert en fabriceert meerdere soorten geweren, pistolen en bajonetten. Petrus Stevens slaagt erin meer opdrachten van de ministeries van Oorlog, Marine en Koloniën te verwerven. Hierdoor bloeit zijn bedrijf en alleen al in zijn wapenfabriek werken dan 187 mensen.
|
Koninklijke Wapenfabrieken Petrus Stevens |
In zijn fabrieken in de stad, met name in de hoofdvestiging in de Grachtstraat/St. Antoniusstraat worden hoofdzakelijk wapens geassembleerd van meest in Luik aangekochte onderdelen, maar ook de draaghouten gefabriceerd. Voor de wapenfabriek worden diverse gebouwen en gronden aangekocht, waaronder een watermolen aan de Jeker in het buurtschap Biesland, gemeente Oud-Vroenhoven, die kan zorgen voor de benodigde aandrijfkracht voor de fabricage van geweerlopen. Waterkracht was toen in Limburg de hoofdbron voor energie in een tijdperk dat nog geen elektriciteit kende en de stoommachine nog moest worden uitgevonden. Windenergie, opgewekt door windmolens, was vooral in Noordelijker streken de krachtbron. |
De molen van Lombok bij Maastricht |
Bajonet gemerkt Petrus Stevens. |
Aan het riviertje de Jeker lagen van oudsher een drietal watermolens voor de productie van graan en olie, twee op de linkeroever in de gemeente Oud-Vroenhoven en een op de rechteroever op het grondgebied van Sint Pieter. Later koopt Stevens ook nog de ernaast gelegen molen. (2) Deze molen heet sinds de 'pacificatie' van het, thans Indonesische, eiland Lombok door het Nederlandse leger in 1894 de molen van Lombok, maar of de strijd daar beslecht is door kogels uit geweerlopen gemaakt in deze molens kan in twijfel getrokken worden. (3) |
Hij is voor zijn tijd een zeer sociaal werkgever. Bij de ministeriële enquête naar kinderarbeid in 1860 slaat hij het beste figuur in Maastricht: er werken dan 132 werklieden en allen zijn van het mannelijk geslacht (in die tijd als positief beoordeeld) en ze zijn niet jonger dan 14 jaar. (4) Door de Nederlandse, de Belgische en de Zweedse staat wordt hij onderscheiden met ridderordes. Hij wordt ridder in de orde van de Eikenkroon, ridder in de orde van Leopold I en ridder in de orde van Wasa. Om welke redenen hij deze onderscheidingen kreeg is nog niet onderzocht. Na zijn dood in 1863 wordt de firma door zijn vier zonen voortgezet. Het aantal werknemers wisselt afhankelijk van het aantal orders. Vanaf medio 1867 krijgt de fabriek opdracht van het Rijk voor de ombouw van geweren van voor- tot achterladers. Het is internationaal een roerige tijd, de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog van 1866 had de beslissende stoot geleverd tot de invoering van achterladers. |
Petrus Stevens 1800 - 1863 |
In 1870 besloot het Rijk tot de invoering van het Beaumont geweer voor het Nederlandse leger als opvolger van omgebouwde geweren naar model Snider. Dit geweer, een een-schots grendelwapen met bajonet, officieel bekend als Model 1871 infanteriegeweer klein kaliber, was ingebracht door de eveneens uit Maastricht afkomstige wapenhandelaar Edouard de Beaumont (1841-1895). Het mechanisme was bedacht door de Luikse wapenfabrikant J.J. Cloes en toont gelijkenis met het Franse Chassepotgeweer en op onderdelen ook met het Duitse Mauser Norris geweer. De geweren worden door het Rijk bij o.a Edouard de Beaumont en Petrus Stevens besteld. Beaumont laat ze fabriceren bij de Manufacture d'Armes in St. Étienne (Fr.). Door het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog stopt hun levering in 1870, waarop tot 1874 de fabricage uitbesteed wordt aan Simson, Göbel en Bornmüller in Suhl (Dld.). P. Stevens vervaardigt de geweren in zijn eigen fabrieken. Tevens worden ze vervaardigd in de Werkplaats voor Draagbare Wapenen te Delft en er zijn ook zijn exemplaren bekend die in Luik gemaakt zijn bij de firma G. Mordent. In totaal zijn er door het Nederlandse leger tussen 1869 en 1880 meer dan 138.000 Beaumont geweren aangekocht. (5) De productie in de fabrieken van Stevens is aanzienlijk gestegen en zo ook het aantal van zijn arbeiders. In het jaar 1871 zijn dat 500 man (6). Overigens leidt een en ander tot een claim van Edouard de Beaumont wegens patentschending. Een claim die door de rechter is afgewezen. (7) In 1873 werd de constructie van de mitrailleur (schrootkanon) ter hand genomen. Bij een demonstratie voor officieren van het Maastrichtse garnizoen vuurde een model 250 schoten per minuut met een preciesie van bijna 100% op 150 meter, 94 % op 225 meter en 74 % op 300 meter. (7a) Pistool gemerkt P. Stevens. (8) Revolver gemerkt P. Stevens. Wanneer het leger voorzien is, en daarmee de markt verzadigd, rest nog slechts de levering van revolvers voor officieren.
Geweer gesigneerd P. Stevens. De firma De Beaumont-Soleil neemt de activiteiten over. Toen ook deze firma in 1890 ophield te bestaan ging Edouard de Beaumont voor eigen rekening alleen verder. Bij diens overlijden in 1895 komt er tenslotte definitief een einde aan de Maastrichtse wapenindustrie die begon in de 17e eeuw en internationaal faam kreeg met haar zilveren en ivoren sierpistolen (9). Dank gaat uit naar de heer E. de Beaumont voor zijn bijdragen aan deze pagina. Een genealogie van het Maastrichtse geslacht Stevens is gepubliceerd in de Limburgse Leeuw. (10) |
Het Gebroken Geweertje, Symbool van antimilitarisme en militant pacifisme. |
* |
Non-Violence Beeld voor het gebouw van de
|
Evgeniy Vuchetich, Laat ons zwaarden omsmeden tot ploegscharen.
|
||
* Fokke en Sukke zijn van de National Bomb Association * |
Wat betreft de schietincidenten in de scholen van AmerikaEr is duidelijk iets mis met de wapenvergunningen in Amerika. Je zult als schoolkind maar neergeknald worden zonder in de mogelijkheid te verkeren je behoorlijk te verdedigen. Wanneer gaan ze in Amerika eindelijk eens inzien dat ieder schoolgaand kind voorzien dient te zijn van een degelijk vuurwapen? Kris Vansteenbrugge |
|
|||