Een tak van de familie Marres
Uitgestorven in het jaar 1913

Gevelsteen De Blauwe Hond

Gevelsteen De Blauwe Hond

*

Bartholomeus Servatius Marres

Bartholomeus Servaes Marres, 1752-1817, begint als brouwer in De-Blauwe-Hond. Hij volgt daar zijn vader Aegius Marres in 1778 op. In 1782 wordt hij benoemd tot molenmeester van de brouwers voor Luikse zijde waarbij hij de taak heeft de accijns bij de bakkers te innen. Vanaf 1792 tot de opheffing van de gilden in 1796 is hij ook markmeester van het brouwersambacht.

Na de komst van de Fransen in 1796, toen Maastricht een Franse stad geworden was, beëindigt hij de brouwerij en aanvaardt hij de functie van directeur van de Genie. Hij woont dan op de Grote Martkt 32 tegenover het stadhuis. Hij wordt in 1801 ook nog vermeld wordt als handelaar in gedistilleerd. Op oude leeftijd woont hij in de Bogaardestraat waar hij op 13 maart 1817 is overleden.

Bartholomeus Servatius huwt Maria Catharina van Gulpen en zij hebben, buiten drie jong overleden kinderen, vijf kinderen die de volwassen leeftijd bereiken:

1.

Wilhelmus Egidius Marres, geboren in 1781, trouwt Catharina Isabella de Winter, uit Antwerpen en vestigt zich daar, hij wordt ambtenaar bij de douanen. Van hun is geen nageslacht bekend.

2.

Tilman (Tilmanus Joannes) Marres, volgt.

3.

Henricus Marres, 1794- 1866, hij huwt in Antwerpen Petronella Maria van Veirle, hij komt daar in 1845 voor als blikslager, later keert hij terug naar Maastricht als rentenier en woont dan in de Groote Staat.

4.

Franciscus Ludovicus Marres, 1797-1865, hij aanvaardt in 1822 het ambt van opper-apotheker van het nieuw te bouwen Burgerziekenhuis van deze stad. Dit zal later ziekenhuis Calvarieberg worden genoemd. Hij is dan tevens belast met de zorg voor de overige godshuizen en de huiszittende armen en gaat wonen in de ambtswoning naast het ziekenhuis in de Abtstraat (1)

Hij is lid van het in 1822 opgericht genootschap La Société des Amis des Sciences, Lettres et Arts te Maastricht. Zo demonstreerde hij eens aan dit gezelschap een chemische analyse van een galsteen en het daarbij vrijkomende Cholesterol. (2)

In 1843 is hij een van de organisatoren van een internationale botanische tentoonstelling in het gebouw van de vereniging in Maastricht waar vijf en veertig deelnemers tezamen 548 planten inzonden. België was onder meer vertegenwoordigd door de universiteitsklinieken van Leuven en Brussel. In 1859 neemt hij ontslag als apotheker en krijgt de titel van chemicus van de apotheek.

Binnentuin gesticht Calvariënberg Maastricht, Ph. van Gulpen, 1849

Binnentuin gesticht Calvariënberg Maastricht, Ph. van Gulpen, 1849

Pâtisserie

Tilman (Tilmanus Joannes) Marres, 1789-1868, huwt in 1825 Joanna Maria Josepha Brewer en begint een pâtisserie in de Maastrichter Brugstraat, Zij hebben vijf kinderen:

1.

Isabella Hubertina Antonia, 1827-1905, zij huwde in 1856 Paulus Carolus Chambille, 1825-1901, genever en likeurstoker.

2.

Maria Josephina Hubertina Petronella, 1829 -1895, zij huwde Louis Eugène Chambille, 1827-1886, genever en likeurstoker, broer van voorgaande.

3.

Joannes Hubertus Ludovicus (Louis) Marres, 1831-1891, hij zet na het overlijden van zijn vader de zaak voort. Hij woonde achter de commedie. Louis was enig zoon en blijft ongehuwd. Hij sterft kinderloos in 1891 en met hem sterft de laatste mannelijke telg van laatste stadstak uit. Iedereen die nu in Nederland en België de naam Marres draagt stamt uit de tak Marres van Biesland.

4.

Maria Hubertina Gertrudis Marres, 1832-1896, huwde Henricus Antonius Stassen, 1834- , apotheker te Maastricht.

5.

Maria Margaretha Hubertina 1833-1913, huwde Eustachius Hubertus Stassen, geb. Maastricht 21 april 1831, groothandelaar in hout en steenkolen, met o.a. een tweede vestiging te Hoensbroek, woonde in het hoekhuis van de Maastrichter Brugstaat aan de Maas.

*

Firma H. Stassen - Marres
Stassen-Marres - briefhoofd - 1936

Firma H. Stassen-Marres - briefhoofd - 1936

.

Tot in het midden 20e eeuw is de naam Marres van de oude stadstak uitgedragen door Maria Margaretha Hubertina Marres, 1833-1913. Zij was gehuwd met de groothandelaar in kolen, hout en bouwmaterialen, Eustachius Hubertus Stassen en zij was een zus van Louis.

Dit echtpaar woonde in de Maastrichter Brugstraat maar hun koophandel lag aan de Maas. Toen Langs de Maas geheten, nu van Hasseltkade. Hun zoon handhaafde na haar overlijden de oude firmanaam.

Firma Stassen Marres Hout & Bouwmaterialen

Firma Stassen Marres Hout & Bouwmaterialen, Maastricht

De Maastrichtse vestiging bleef bestaan tot de bouw van de nieuwe brug die in het verlengde van de Wilhelminasingel over de Maas is gebouwd waarvoor kaalslag is gedaan tussen de Maas en de Markt. Hierbij zijn ook hun gebouwen afgebroken. (3)

In 1931 werd aan de firma een bouwvergunning verleend voor nieuwbouw aan de Heerderweg.

Zij hadden nog een tweede vestiging in Hoensbroek die door de houtleverantie aan de staats­mijnen voor steunhout voor nieuwe mijngangen en huizenbouw voor de mijnwerkers floreerde.

Stassen-Marres langs de Maas - later van Hasseltkade

Bij de rode streep ligt de firma.

In 1933 kregen zij ook nog een bouwvergunning voor uitbreiding in Maastricht. (4)


Home
Contact