Brouwerij De Deken
|
* |
Gildepenning van 1757 |
< Gildepenning van 1771 |
Servaes Marres, genoemd naar zijn vader Servaes, brouwer op de Bisschopskommel, is blijkens zijn eerste gildepenning als brouwer begonnen in het jaar 1757 in de Brouwerij De Deken. Na een verbouwing in 1764 noemt hij hem Het Nieuwe Stenen huis, Op 25 april is hij met Maria Catharina Jaspers gehuwd en zij brengt acht duizend gulden als bruidschat mee. Servaes heeft een oudere broer Aegidius, die zeven jaar eerder grote moeite had om lid van het Maastrichtse brouwersambacht te worden en waarbij de Maastrichtse Raad er zelfs aan te pas moest komen om dat voor elkaar te krijgen. Inmiddels is Aegidius actief als brouwer in De Blauwe Hond. Servaes wordt zonder problemen lid van het ambacht en hij wordt in zijn tweede jaar al keurmeester van de brouwers voor Luikse zijde. (41). Het huwelijk van Servaes met Maria Catharina Jaspers duurt maar kort, het duurt slechts vier jaar, en het blijft kinderloos. Een maand na het overlijden van zijn vrouw stelt hij zijn huis op de Houtmaas als onderpand voor jaarlijkse uitkeringen aan de weeskinderen van Arnold Anten en Johan Jaspers waarover hij voogd is. (40) In november van datzelfde jaar 1761 hertrouwt hij Maria Cornelia Paulussen, dochter van Peter Paulussen en Judith Damen. Schoonvader Paulussen is bij het huwelijk van zijn dochter al overleden. Hij was brouwer in het St. Nicolaas Panhuis in de Plankstraat. Zijn weduwe zet deze brouwerij voort. Deze brouwerij zal een halve eeuw later in familiebezit zal komen en de stambrouwerij worden van de familie Marres. In 1764 overlijdt schoonmoeder Judith Damen en zij laat aan haar beide dochters een brouwerij na. Maria Cornelia erft de Brouwerij De Deken op de St. Pieterstraat waar zij en haar man Servaes al brouwen. De tweede dochter Maria Margaretha, die gehuwd is met Nicolaas Nypels krijgt de brouwerij het St. Nicolaas Panhuis in de Plankstraat, gelegen tussen een ander huis van hun moeder en het huis van Joannes Houtappel. Servaes zal in de loop van de tijd een aantal omliggende panden in de St. Pieterstraat kopen, zoals het buurhuis De Pauw, alle huisjes die liggen aan een klein doodlopend straatje achter zijn pand Het Zakje, enkele huisjes in het Feilestraatje en diverse landerijen te Bernou-Moelingen. Merkwaardig is de tweede penning uit 1771. In dat jaar sluit hij een grote lening af. Mogelijk heeft hij toen zijn brouwerij vernieuwd (42). Op de tweede penning is boven zijn naam een kroon gegraveerd. Of dit een betekenis heeft is mij niet bekend. In 1783 trouwt hun enig kind Anna Maria met de jonge Waalse officier in Staatse dienst Louis Ferdinand Antoine Eugène ridder Le Jeune heer van Allegeershecque. Zij vertrekt met hem naar Brussel en zij stichten daar een kinderrijk gezin. Later, in de Napoleontische tijd, is Louis daar commissaris van politie. Anna Maria komt veertig jaar daarna nog een paar keer terug naar Maastricht voor processen over de nalatenschap van een op hoge leeftijd kinderloos overleden tante. (43) Haar ouders blijven alleen achter. Haar moeder sterft het jaar daarop. Haar vader verkoopt de brouwerij en sterft in 1790. |
|
|
Laatste bewerking: |
Webbeheerder: Boed Marres. |